zaterdag 29 december 2012

Film: The Hobbit (2012)

Naar vaste gewoonte gaan mijn broer en ik tussen Kerst en Oud en Nieuw een avond naar de film. Dat is begonnen met deel 1 van Lord of the Rings: The Fellowship of the Ring, in 2001. Gingen we toen met zijn tweeën, nu waren we met zijn zestienen naar Zwolle gekomen voor de opvolger van de succesvolle LOTR-trilogie: The Hobbit: An unexpectd journey. Ik was heel benieuwd. De rottentomatoes score staat op 8.1 voor de bezoekers en 6.5 voor de recensenten. IMDb noteert een  bezoekersscore van 8.4, dicht bij die van rottentomatoes dus.

Bilbo Baggins en de dwergen op reis
Wat mij erg benieuwde was de verhaallijn van de film: hoe slaagt Peter Jackson er in om het vrij eenvoudige en overzichtelijke kinderboek om te werken tot maar liefst drie films, wordt dat niet langdradig ?
Wat mij betreft is deel 1 een succes, en wel hier om:
Rust en actie: de eerste hoofdstukken van de Hobbit zijn verfilmd. Dat geeft voldoende tijd en ruimte om bijvoorbeeld Bilbo's vertrek rustig neer te zetten. De plotselinge verschijning van Gandalf en het eropvolgende bezoek van de dertien dwergen zijn uitgebreid verfilmd. Het is een humoristisch verhaal waarin Bilbo alle controle op zijn georganiseerde leventje verliest: de dwergen doen alsof ze thuis zijn en plunderen zijn provisiekast.
Ook in het vervolg van de film zijn er van die rustmomenten, en daardoor krijgt de film een aangenaam tempo. De vertragingen leiden niet tot saaiheid. Steeds weer zijn er uitgebreide actiescenes weaarbij je op het puntje van je stoel zit: bijvoorbeeld bij de drie trollen, of bij de achtervolging in de ork-grot. De afwisseling van actie en rust vind ik prettig.
Humor en ernst: Vergeleken met LOTR is er veel meer humor in The Hobbit. De dwergen staan garant voor allerlei grappen en grollen, de tovenaar Radagast is een echte charmeur, en zelfs Gollum laat je in de lach schieten.
Dat past goed bij Tolkien's intentie: The Hobbit  is een kinderboek. De dramatiek van Lord of the Rings is veel minder aanwezig in The Hobbit. Dat zal wellicht ook de zwakke kant van deze trilogie gaan worden. LOTR was een indringend epos over goed en kwaad. The Hobbit is vriendelijker en onschuldiger.
Peter Jackson weet dit goed te compenseren. Op allerlei momenten worden gebeurtenissen ingebouwd die vooruitwijzen naar LOTR: het kwaad dat het bos van Radagast meer en meer in bezit neemt, de verschijning van de necromancer, de vondst van de Morgul dolk, en de sussende verklaringen van Saruman. Daarmee gaat Jackson ver buiten de verhaallijn van The Hobbit, maar het voegt wel de portie dramatiek toe die het verhaal steviger maakt.
Visuals. Er zijn natuurlijk weer oogstrelende scenes. De landschappen zijn fantastisch, en dat geldt voor zowel de buitenscenes in de Nieuw-Zeelandse bergen als ook voor de digitale scenes in de grotten. Het is allemaal met liefdevol vakmanschap verfilmd, gewoon prachtig.

zaterdag 22 december 2012

Film: Anna Karenina (2012)

Deze keer eerst de film, daarna zal ik het boek gaan lezen. Wat een kijkplezier ! De aristocratische wereld van het tsaristische Rusland is met pracht en praal verfilmd. Voor de genieters van detail valt er veel te zien: de prachtige kostuums, de inrichting van de paleizen, de omgangsvormen bij de hoge adel, hun diners, soirées en bals. Een genot om naar te kijken.
Gaandeweg ontstaat er een tweede sensatie: waarom blijft deze verfilming van Tolstoi's wereldberoemde roman zo koud en afstandelijk ? Het lukt me maar niet  om in het verhaal te komen, en dat hadden we beiden. Je staat erbij en kijkt ernaar, terwijl Anna Karenina zich te gronde richt door haar niet te beteugelen passie voor graaf Vronsky.
In hoeverre de film recht doet aan de roman kan ik nu  niet beoordelen. Daarom beperk ik me tot het noemen van een aantal dingen die me belemmerden om "de klik" te krijgen met de film.

Anna Karenina en graaf Vronsky
De volgende dingen spelen misschien een rol:
  • De film verrast doordat het verhaal als toneelspel gepresenteerd wordt. Veel scenes spelen zich af op toneelpodiums. Overgangen tussen scenes worden heel creatief verfilmd met grote openslaande deuren of wegschuivende toneelgordijnen, waarna je plotseling in een andere wereld bent. De spelers bewegen ook soms als balletdansers. Dat is wel heel creatief en zeker in het begin ben je als kijker aangenaam verrast. Maar al gauw wordt het een belemmering voor de ontwikkeling van de dramatiek. Het verhaal blijft zo een spel, maar dat wil ik nou juist niet weten: ik wil me kunnen inleven in een tragisch levensverhaal.
  • Het is al ruim dertig jaar geleden dat ik Oorlog en Vrede heb gelezen. Ik herinner me dat het verhaal zich langzaam ontwikkelt, Tolstoi nam er duizend bladzijden de tijd voor. Als lezer heb je een bepaalde discipline nodig voor zo'n boek, het is nou eenmaal geen pageturner. Wil je het verhaal vasthouden dan kun je het boek niet enkele weken aan de kant leggen: dan ben je al die personages vergeten. Je moet er dus een paar keer per week mee verder, dan hou je het verhaal goed vast. In deze film werkt dit heel anders, waarschijnlijk in elke verfilming: de belangrijke ontwikkelingen in het verhaal worden kort aangeduid. De zich ontwikkelende verliefdheid tussen Anna en graaf Vronsky wordt voor mij in een te hoog tempo verfilmd. Al heel snel is het zover, en blijf je als kijker zitten met het gevoel van nu al ? Dat geldt ook voor andere thema's in het boek, zoals de liefde tussen Kitty en Konstantin Levin. De rijkdom van het verhaal en het tempo van de ontwikkelingen passen niet zo goed in een verfilming van twee uren
  • Een andere belemmering is de afstand tussen de leefwereld van Anna Karenina en de onze. De dingen werden toen op een andere manier gezegd. Tolstoi maakt het ons niet gemakkelijk met zijn dialogen, en ik heb de indruk dat er heel wat letterlijk zijn overgenomen in de film. Wij vinden bijvoorbeeld de reflecties op huwelijkstrouw bij Alexei Karenin, en die over de omgang met lijfeigenen bij Konstantin Levin al gauw "filosofisch".
  • Keira Knightley speelt een uitbundige Anna Karenina. De vele close-ups laten een prachtige vrouw zien, maar heeft zij de goede uitstraling voor juist deze rol ? Ik vind haar sterk in jeugdige en kokette rollen. Hoewel ik het boek niet ken, verwacht ik dat de Anna Karenina van Tolstoi  een veel dramatischer uitstraling moet krijgen, en Keira Knightley heeft dat niet zo.

maandag 17 december 2012

Boek: Het raadsel van Botticelli - Marina Fiorato

Een historische thriller over een geheime code in een schilderij van Botticelli, dat lijkt me wel een keer aardig. Het doet me denken aan het bekende De naam van de roos van Umberto Eco.
Het verhaal pakt onmiddellijk: In het Florence van eind jaren 1400 woont en werkt een jong hoertje, Luciana. Ze is succesvol en heeft een goed betalende clièntele uit de upperclass van de stad.  Eén van haar klanten geeft haar de opdracht om naar de schilder Botticelli te gaan om zich te laten schilderen. Ze staat model voor Flora,  de belangrijkste persoon op het wereldberoemd geworden schilderij Primavera. Als ze vertrekt steelt ze een miniatuur van het schilderij.
Dat brengt haar onmiddellijk in de problemen. Als ze thuiskomt treft ze haar vermoorde vriendin aan. Ze beseft dat de diefstal ontdekt is en dat Botticelli er groot belang bij heeft het miniatuur terug te krijgen. Ze vlucht naar het klooster Santa Croce omdat ze die dag één van de daar woonachtige monniken, broeder Guido, heeft leren kennen. Ook daar weten de achtervolgers haar te vinden: een monnik die op broeder Guido lijkt wordt vermoord. Luciana en Guido nemen de vlucht. Daarmee begint een avontuurlijke tocht langs de grote stadstaten van he toenmalige Italië: Pisa, Napels, Rome, Venetië, Milaan. Langzaam maar zeker ontrafelen Luciana en Guidi het geheim van het schilderij: zeven machtige politici zweren samen om een grootse plan re realiseren.

Primavera - Botticelli
Wat ik prettig vind aan dit boek: Het is een heerlijke pageturner, eenmaal begonnen wil je het boek niet meer aan de kant leggen. De beschrijvingen van het Italië van die tijd zijn beeldend: je ziet de rijkdom en de grootsheid van de paleizen voor je, maar ook de armoede en de misère van de achterbuurten. Dat maakt het een heel filmisch boek, het kan zo als historische James Bond worden opgenomen, met broeder Guido in de hoofdrol en Juliana als het Bondmeisje.
Wat me tegenvalt aan het boek: de eerste vijftig bladzijden van het boek ben je verrast door de vaart van het verhaal en de rauwheid van Luciana: ze is plat en onbeschaamd. Daarna wordt het verhaal steeds voorspelbaarder en uiteindelijk blijft er een soort Boeketreeksverhaal over: Heldin beleeft spannend avontuur met held en wil met hem trouwen. De ontknoping is triviaal en ongeloofwaardig.
Desalniettemin: je bent verzekerd van een aantal uren leesplezier.

zaterdag 8 december 2012

Vertellen over Gideon

Plotseling is ze ziek: de oudste dochter van één van mijn broers. Een heel verdrietige situatie voor een jonge moeder. Elke veertien dagen doet ze op vrijdagmiddag, geholpen door een paar vriendinnen, de bijbelkids. Anderhalf uur met een groep kinderen uit de wijk Burgerenk in Epe: een bijbelverhaal, zingen en bidden, knutselen. Het heeft haar hart, en hoe moet dat nu verder ?
Afgelopen maandag krijg ik een mailtje van haar man: wie wil komen helpen, vooral vertellen ? Soms weet je meteen, wat je moet doen. Als ik de vraag lees, in de auto, terugrijdend uit Zeeland, schieten me eerst enkele namen door het hoofd, en dan weet ik: moet ik het niet gaan doen ? We overleggen het met zijn tweeën en zijn er snel uit: De bijbelkids van komende vrijdag moet gewoon doorgaan. 's Avonds al zit ik bij mijn nichtje en man aan de keukentafel en hoor ik hoe het allemaal gaat. Alles heeft ze voorbereid: het bijbelverhaal, het verwerkingsmateriaal, zelfs de fles ranja en de speculaasjes ontbreken niet. Het gaat komende vrijdag over Gideon, een vet spannend verhaal....

Gideon blaast op de sjofar, de ramshoorn
Vertellen is magie.Vertellen raakt je in je hart. Let eens op de gezichten van de luisteraars in deze YouTube: Iedereen is helemaal betrokken bij het verhaal, kind en volwassene. Een goed verteld verhaal plaatst je in een andere werkelijkheid, en je vergeet alles om je heen. Het is meer dan lezen: vertellen heeft iets  muziekaals. De stem van de verteller kan verbazing, verontwaardiging, woede, blijdschap, plezier, ja allerlei emoties oproepen.

Vertellen zit in de familie. Mijn vader kon het goed en vertelde tientallen jaren als zondagsschoolmeester. Ik ben begonnen met vertellen toen ik begin twintig was en 's zomers twee weken met een Dabar-team op een camping stond. 's Ochtends kinderclub, net zoiets als de bijbelkids.
Voor de voorbereiding gebruikte ik een boekje van W.G. v.d.Hulst:  Het vertellen. Voor wie W.G. van der Hulst niet kent: hij was een gevierd kinderboekenschrijver met bekende titels als Jaap Holm en zijn vrinden, Gerdientje, In de Soete Suikerbol, en vele andere titels, inclusief kinderbijbels. Vele generaties zondagsschoolkinderen kregen met Kerst een boek geschreven door W.G.van der Hulst.
Zijn boek over vertellen vond ik heel bruikzaam. Twee adviezen zijn me altijd bijgebleven:
  1. Wees dienaar van het verhaal. Het gaat niet om de verteller, maar om de vertelling en de boodschap ervan
  2. Bereid je grondig voor, inclusief het hardop oefenen, want vertellen is heel wat anders dan voorlezen
Gisteren heb ik na lange tijd weer verteld: het bijbelverhaal over Gideon en de Midianieten. De groep was niet zo groot, veel kinderen hadden voor de sneeuw gekozen. Ook waren ze jonger dan ik me had voorgesteld: ukkies van 5 jaar waren erbij. Ter plekke moest ik improviseren en de vertelstijl aanpassen aan de leeftijd. Maar het ging: ik zag hoe ze opgingen in het verhaal, en toen ik het geluid van de ramshoorn nabootste met mijn handen was het meteen raak: zeven kindertjes moesten dat geluid natuurlijk ook proberen. Ik vond het een mooi verhaal ! zei een jochie na afloop. En nu maar bidden dat ze God erdoor leren liefhebben.

Een oude liefde is weer in me wakker geworden. Ik heb eens gekeken welk trainingsaanbod er is voor vertellen. Nou, keus genoeg. Ze zijn er in alle maten en soorten, op allerlei plekken in Nederland. Eentje sprak me in het bijzonder aan, vanwege de aandacht voor expressie, je stem, en de relatie ervan met je innerlijk: de workshops van Pete Pronk. Dat lijkt me echt geweldig.

donderdag 29 november 2012

EU-Veluwnaar: CU stelt Grexit voor

Die Arie Slob: Hij gooit toch maar ff mooi de knuppel in het hoenderhok. Vanochtend vroeg op de radio:  het zou voor beide partijen niet verkeerd zijn wanneer Griekenland uit de eurozone stapt en de overige EU-partners een flink deel van de Griekse schulden wegschelden, aldus de ChristenUnie. Waar komt deze klare taal vandaan ?

De ChristenUnie is nooit onduidelijk geweest over haar EU-standpunt: kritisch-positief, met weinig animo voor snelle integratie en veel meer affiniteit met een federatief statenverband en een geleidelijke ontwikkeling naar hechtere vormen van samenwerking.
Het Wetenschappelijk Instituut van de ChristenUnie  heeft een hooggeleerd panel gevraagd advies uit te brengen over de verschillende opties voor het oplossen van de eurocrisis. Daar is een stevig rapport uit voortgekomen, geschreven onder leiding van Johan Graafland, hoogleraar economie, onderneming en ethiek aan Tilburg University.

(Pic: AFP)
In het rapport, bijna honderd pagina's, worden vijf scenario's geanalyseerd:
  1. verdere integratie van de Eurozone
  2. uittreding van Griekenland
  3. uittreding van een aantal Zuid-Europese landen
  4. een neuro en een zeuro
  5. terug naar nationale munten.
Met behulp van de theorie van de optimale muntunie (OCA, optimum currency area) worden de verschillende scenario's ontleed, zowel economisch als politiek. De opties 2 en 3 scoren het hoogst. Het is een genuanceerd oordeel: bij elk scenario spelen veel onzekerheden mee. De grootste daarvan is wel de reactie van het Griekse volk (of breder; de reactie van samenlevingen). Niets zo onvoorspelbaar als menselijk gedrag.

Het ontbreekt me aan de vakkennis om de economisch-politieke analyse te becommentariëren. Ik constateer wel dat er een grondige aanpak gevolgd is en dat daarbij degelijk economisch instrumentarium gebruikt is.Ook is er goed oog voor de onzekerheden in het verhaal.
Dit alles maakt dat ik het een waardevolle bijdrage vind aan de opinievorming over de eurocrisis. De moeizame onderhandelingen in Brussel over de hulpoperaties voor Griekenland, het hardnekkig vasthouden van onze Ministers van Financiën aan terugbetaling van schulden, het overtuigt me niet meer.

woensdag 21 november 2012

Duurzaamheidscongres HierOpgewekt in Amersfoort

Vorige week donderdag 15 november werd in de Rijtuigenloods aan de noordzijde van station Amersfoort het Evenement Hier opgewekt gehouden. Het congres was een initiatief van de HIER klimaatcampagne, e-Decentraal, en werd gesponsord door energieleverancier Greenchoice.
Het doel van het Evenement was het ondersteunen van de vele lokale energie initiatieven door kennis en ervaring bijeen te brengen. Op dit moment zijn er enkele honderden initiatieven om lokaal de productie van duurzame en betaalbare energie ter hand te nemen. Vaak gebeurt dit in coöperatieve samenwerkingen van bedrijfsleven en burgers. Veel van die initiatieven verkeren in een prille startfase. Op veel plaatsen wordt dus kennis opgebouwd. Door de veelheid van activiteiten wordt ook vaak het wiel opnieuw uitgevonden, of worden startersfouten nodeloos vaak gemaakt. Alle reden dus voor een dergelijk initiatief.


Met zijn tweeën, duurzaamheidsmaat AvT en ik, zijn we naar deze dag geweest. Ik had 100-200 bezoekers verwacht, het bleken er ruim 600 te zijn !
De Rijtuigenloods bleek gelukkig een prima lokatie te zijn voor een dergelijke grote groep. Er was een ruime beursvloer, een grote zaal voor de plenaire sessies, en de workshops werden in historische rijtuigen gehouden. Voor de sprekers wellicht een crime, want je hebt je gehoor in smalle rijtjes van 4 voor je, voor de bezoekers goed te doen.

Sebastiaan van 't Erve, wethouder Duurzaamheid bij de gemeente Amersfoort, was de dagvoorzitter. In het plenaire deel aan het begin van de dag kwamen enkele voortrekkers aan het woord:
Wethouder Duurzame Ontwikkeling Thijs de la Court van de gemeente Lochem vertelde over de stand van zaken in Lochem. Daar is nu een energiecoöperatie LochemEnergie van start gegaan. LochemEnergie levert groene stroom en gas, en ondersteunt bij de aanschaf van zonnepanelen door particulieren.

De Rijtuigenloods bij station Amersfoort
Daarna kreeg Werner Frohwitter uit het Duitse dorp Feldheim het woord. Hij bleek verbazingwekkend goed Nederlands te spreken. In Feldheim is een samenwerkingsverband tussen gemeente, burgers, en overheid erin geslaagd om het dorp te voorzien van duurzame energie. Deze wordt opgewekt in een windmolenpark en een biogasinstallatie. Werner Frohwitter vertelt over de ups en downs van het traject. Naast de successen zijn er ook doodlopende wegen ingeslagen, volgens hem is dat niet te voorkomen bij dit soort initiatieven.

Daarna beginnen de workshops. Allereerst bezoek ik de workshop Plannen maken en in de wereld zetten van Martijn Messing (Energie Dongen) en Gerwin Verschuur (Thermo Bello) Ze vertellen over het opstarten van de coöperatie Energie Dongen in het afgelopen jaar. Hun voornaamste advies is om gewoon te beginnen, te kiezen voor goed afgebakende projecten die vlot resultaten zullen opleveren, en vanaf het begin een breed draagvlak te zoeken. Martijn Messing weet hier heel enthousiasmerend over te vertellen.
Mijn volgende workshop gaat over de spanning tussen vrijwilligersorganisatie en professionele organisatie. Bijna alle initiatieven rond lokale duurzame energie starten als vrijwilligersinitiatief. Vaak is er veel goodwill van lokaal woonachtige professionals die een dergelijk initiatief in hun gemeente of omgeving willen ondersteunen. In de opstartfase kan er dan ook tegen geringe kosten veel werk worden verzet. Daarna volgt echter een lastige doorstartfase. De zakelijke partners verwachten een professionele organisatie die continuïteit biedt. Dat betekent dat er financiële middelen moeten zijn om betaalde professionals in de coöperatie aan het werk te zetten. Het dringend advies is om van meet af aan met deze groeifasen rekening te houden.
Op de beursvloer bezoek ik nog een aantal standhouders. De KEMA is bezig met micro smart grids oplossingen. Die worden momenteel in een aantal woningen in Hoogkerk beproefd. Met slimme besturing worden de energiebehoeften in het huis zo efficiënt mogelijk afgedekt.
Tot slot praat ik nog even met de mensen van het Klimaatverbond. De Europese milieufederaties zijn al 20 jaren lang bezig om de lagere overheden te stimuleren zich bezig te houden met het ontwikkelen en uitvoeren van een klimaatbeleid. Mijn gemeente Epe blijkt nog niet te zijn aangesloten, ik heb iets te doen.

vrijdag 16 november 2012

Nogmaals: science and religion

Mijn verslag van het Science and Religion congres in Heidelberg was wel heel beknopt en ging nauwelijks in op de inhoudelijke bezinning waar deze wetenschappers mee bezig zijn.
Omdat ik de lezingen op zaterdag niet heb gevolgd, heb ik wellicht het interessantste deel van het congres gemist, namelijk de dialoog tussen geloof en wetenschap. De vragen die hier spelen kennen we:
  • Kun je als wetenschapper godsdienstig zijn ?
  • Is geloven een wetenschappelijk integere levenshouding ?
  • Is geloven niet achterhaald in deze eeuw van de wetenschap ?
Bovenstaande vragen zijn variaties op één thema: Kan geloven nog wel, nu we de wetenschap hebben ?


Ik wil in deze blog mijn eigen antwoorden op deze vraag toelichten. Geloof en wetenschap trekken bij mij onbekommerd gezamenlijk op, en dat is al begonnen toen ik acht jaar was. De anecdote die daar bij hoort: Ik kreeg toen een boekje in handen over de evolutietheorie. Er stonden prachtige illustraties in,  ik vond de wereld van de dinosauriërs betoverend. Dat al die dieren hadden bestaan ! Een conflict met het scheppingsverhaal was voor mij niet aan de orde: natuurlijk had God op de één of andere manier voor dit alles gezorgd.
Beide verhalen waren voor mij even waar: het wetenschappelijke verslag, en het bijbelse scheppingsverhaal. Dat is altijd zo gebleven, tot op de dag van vandaag. Door de jaren heen heb ik me veel verdiept in de doordenking van de relatie tussen geloof en wetenschap.
Gedurende mijn studiejaren was de EO aktief met TV-programma's met titels als "Schepping en Evolutie". Daarin werden Amerikaanse creationistische ideeën over het ontstaan van de wereld met verve naar voren gebracht. De aarde kon hooguit zo'n 6000 jaren oud zijn, en het bijbelboek Genesis met daarin het scheppingsverhaal moest letterlijk gelezen worden.
Deze zienswijze heeft me nooit zo aangetrokken. Het letterlijk lezen van de bijbel brengt je al snel in allerlei problemen. Ik had toen al gelezen hoe de kerkvader Augustinus aankeek tegen de schepping, en dat vond ik een betere benadering: de wereld is door God geschapen, maar hoe dat precies gebeurd is, is een geheim. Augustinus schrijft prachtige dingen over de plaats van de tijd in Gods scheppend handelen. Dat is een heel andere denkwereld dan het creationisme.

In de afgelopen tien jaren heb ik met veel waardering twee denkers gelezen: Michael Polanyi (wiki) en John Polkinghorne (wiki).

Polanyi is een veelzijdig wetenschapper geweest: chemicus, filosoof, socioloog. Zijn belangrijkste werk is Personal Knowledge. In dit boek analyseert hij de begrippen kennis en waarheid. Hoe komen we tot kennis, wanneer is kennis waar, en welke vormen van kennis zijn er ? Het is een helder en goed onderbouwd pleidooi voor de stelling dat alle kennis, dus ook wetenschappelijke, gebaseerd is op een traditie waarin kennis en/of vaardigheden worden overgedragen van de ervaren leermeester op de beginnende student. Die overdracht vraagt persoonlijke toewijding,  en kan nooit volledig geëxpliciteerd worden. Polanyi gebruikt hier het begrip tacit knowledge, you can know more than you can tell. De zienswijze van Polanyi staat dus frontaal tegenover het logisch-positivistische standpunt waarbij wetenschap een verobjectiveerbaar en waardenvrij kennisgebied is.
Het zal duidelijk zijn dat geloofskennis in de zienswijze van Polanyi eenzelfde plaats inneemt als wetenschappelijke kennis.

Polkinghorne is in zijn jonge jaren mathematisch fysicus geweest. Op 47-jarige leeftijd vindt hij dat hij voldoende heeft bijgedragen aan de wetenschap. Hij besluit om zich toe te wijden aan zijn andere grote passie: het christelijk geloof. Hij volgt de theologische opleiding van de Church of England, en wordt tot priester gewijd. Enkele jaren is hij werkzaam in plaatselijke gemeenten. Daarna is hij actief in adviesorganen van de kerk en houdt hij zich uitgebreid bezig met het thema science and religion. Hij schrijft er vele boeken over. In mijn kast staan:
Ik heb vooral veel waardering voor Science and christian belief. In dat boek staat de Apostolische Geloofsbelijdenis centraal. Eén voor één behandelt hij de artikelen uit de Geloofsbelijdenis en bespreekt ze in de wetenschappelijke context van nu. Hij gaat in op een scala van praktische en simpel geformuleerde vragen, die iedereen begrijpt, bijvoorbeeld:
  • hoe zit het met wonderen ?
  • kan een wetenschapper bidden tot een persoonlijke God ?
  • wat is vrije wil ?
  • heeft God de aarde geschapen ?
Polkinghorne geeft onderbouwde antwoorden op deze vragen. Er worden degelijke filosofische en theologische gereedschappen gebruikt om de argumenten kracht te verlenen. Zijn onderliggende stellingname is steeds dat geloof en wetenschap zich uitspreken over dezelfde realiteit en beiden op zoek zijn naar waarheidsvinding, maar dat op verschillende manieren doen. Polkinghorne treedt daarmee in het spoor van Michael Polanyi. De fysicus Freeman Dyson wiens boek Infinite in all directions ik in een eerdere blog besproken heb, schrijft in een recensie van één van Polkinghorne's boeken dat de argumentatie polished and logically coherent is.

maandag 5 november 2012

Volks of christelijk ?

Burgemeester Ton Rombouts pleit er voor om minder nadruk te leggen op het christelijke karakter van het CDA. Daardoor wordt het gemakkelijker voor niet-gelovigen om op het CDA te stemmen. Het CDA wil een brede volkspartij zijn, maar dat gaat dus niet lukken met alleen de stemmen van kerkelijke leden, zo luidt de redenering.


Commissievoorzitter Ton Rombouts wijst op het CDA-congres op de drie O's die aan de basis lagen de verkiezingsnederlaag van de partij. ANP
Ik deel deze opvatting niet. Wat bedoelt het CDA met een volkspartij ? Daarmee willen we zeggen dat we er niet alleen maar voor gelovigen zijn, maar dat ons politieke programma bedoeld is voor het welzijn van alle Nederlanders, gelovig of niet. We zijn dus geen belangenbehartigers van het christelijke volksdeel.

Daarmee hebben we nog niets gezegd over onze keuzes: Hoe ziet de ideale samenleving er uit, wat is onze visie ? Het zal duidelijk zijn dat daar de C van het CDA centraal staat: het CDA wil een christelijke partij zijn. Onze keuzes worden ingekleurd door richtingwijzers vanuit het Evangelie. Het CDA heeft bijbelse kernwoorden gekozen die bepalend zijn voor het politieke handelen: gerechtigheid, naastenliefde, en rentmeesterschap.

Het CDA is niet uniek in deze combinatie van volkspartij willen zijn, en het hebben van een identiteit die bepalend is voor de wijze waarop ze tegen de samenleving aankijkt en haar zou willen ordenen: de PvdA doet dat vanuit haar socialistische wereldbeschouwing, de VVD vanuit liberale grondbeginselen.

De vraag is nu of het uitvoeren van het politieke programma gehinderd wordt door je identiteit. Ik hoor socialisten en liberalen daar nooit over tobben. In de verkiezingsstrijd hebben zowel Rutte als Samson onbekommerd de oude vijandbeelden van het rode gevaar en de vrije markt-fanaten van stal gehaald.
Ik denk dat je politieke programma duidelijk en in lijn met je identiteit moet zijn. Dat overtuigt en geeft kiezers houvast.
Het CDA heeft hier gefaald. Onze politieke keuzes bestonden uit fletse compromissen, vage ambities, en het weglopen voor lastige keuzes rond de hypotheekrenteaftrek, de zorg, vreemdelingenbeleid, en het ontslagrecht.

Wat wil Rombouts nu met een "minder christelijk CDA" ? Het doet mij denken aan een keuze die mijn generatie met de paplepel ingegoten heeft gekregen: geloven is voor privé, binnenshuis. In de publieke ruimte laat je je christelijke identiteit maar weg. Veel politici vinden dat ook: scheiding van kerk en staat, roepen ze dan, geen geloof in het politieke debat. Dit getuigt van weinig begrip van de intentie van de scheiding van kerk en staat, en van weinig inzicht in de eigen identeit. Die berust immers ook op een geloofsovertuiging, maar dan een seculiere.

Wat mij betreft dus: geen spanning aanbrengen tussen identiteit en volkspartij, zoals Rombouts stelt, maar wel je politieke programma duidelijk hoorbaar laten resoneren met je christelijke uitgangspunten.
Ik laat me graag inspireren door de Amerikaanse Sojourners beweging: evangelicale christenen die hun geloof handen en voeten willen geven in hun politieke keuzes: Faith in action for social justice. Hier is identiteit geen belemmering voor het politieke handelen, maar krachtcentrale en kompas.
Jim Wallis, één van hun leiders, zet in zijn blogartikel Religious Consistency and Hypocrisy een visie neer die me uit het hart gegrepen is. Hij is gepassioneerd over de thema's die je ook bij bijvoorbeeld Kerk  in Actie terugvindt, en die ik al eens noemde in een eerdere blog:
  • Vluchtelingen, migratie en multiculturele samenleving 
  • Duurzaamheid
  • Zorg
  • Armoede, uitsluiting en sociale tegenstellingen 
  • Mondiale verantwoordelijkheid
Hij combineert dit met een fijn oog voor de beperkte mogelijkheden van het politieke handelen en het eigen inzicht, en dat voorkomt fanatisme en onverdraagzaamheid. Daar voel ik me bij thuis, en zo zou ik politiek willen bedrijven binnen het CDA.

vrijdag 26 oktober 2012

Virtueel congres The Science and Religion Dialogue

Vandaag heb ik een aantal lezingen gevolgd van het congres The Science and Religion Dialogue, dat dit weekend plaatsvindt in de Universiteit van Heidelberg.
Ik heb dat vanuit mijn studeerkamerstoel gedaan, de presentaties werden via internet gestreamd. Het is me goed bevallen. Wanneer je even geen zin hebt ga je wat anders doen, en je eigen koffie smaakt altijd beter. Het enige wat je mist is het netwerken met de andere congresgangers. Dat geeft toch ook vaak veel genoegen.
Het begon vanochtend niet goed: het streamen werkte niet goed, waardoor er een voortdurende afwisseling was van de actuele presentatie, en fragmenten van zojuist daarvoor uitgezonden beelden. Daardoor was het betoog absoluut niet te volgen. Ik had op de congres-site een e-mailadres gezien van het bedrijf dat de techniek (video, audio, streaming) verzorgde, en heb hen een e-mail gestuurd met mijn klacht. Nog voor de ochtend-koffiepauze voorbij was, had ik al een reactie van een technicus van het bedrijf. Ze hadden inderdaad een probleem, in de pauze hadden ze instellingen gewijzigd, en of ik kon controleren of het nu goed was ? Enfin, na nog een paar e-mails heen en weer en enkele testen waren in de middagpauze de problemen verholpen.

Dan nu het congres. Vanmiddag heb ik zes lezingen gevolgd, elk zo'n twintig minuten lang. Om een indruk te geven van de onderwerpen:
  •  astronomie-1: over exoplaneten (buiten het zonnestelsel). De laatste jaren zijn er honderden ontdekt. We kunnen ze nu fotograferen, wat een technisch hoogstandje is, gezien de felheid van het licht van de moederster. Exoplaneten roepen onmiddellijk de vraag op naar de mogelijkheid van buitenaards leven. Daar werd het spannend, maar toen was de tijd op
  • astronomie-2: over een training cosmologie aan Tibetaanse monniken in India. Een onderhoudend verhaal met weinig toegevoegde waarde voor het congresthema: de dialoog tussen wetenschap en religie
  • wiskunde-1: over intuïtieve versus klassieke logica en de voordelen van het eerste voor theologische argumentaties. Dit begreep ik niet zo goed
  • wiskunde-2: over de noodzaak van extreme oneindigheden voor het doen van uitspraken over het eindige. Een briljante wiskundige was nog maar net begonnen met de betekenis van het werk van Gödel toen zijn tijd op was. Deze presentatie kon ik beter volgen, maar nog minder goed snappen
  • natuurkunde-1: over de quantum arrow of time. Een ingewikkeld verhaal over volgtijdelijkheid in de quantummechanica
  • natuurkunde-2: over de realiteit van quantumstates: bestaan ze echt, of zijn het denkconstructies ? Een grondig verhaal van nanotechnoloog Andrew Briggs. Met name zijn behandeling boeide me. Na afloop van de presentaties  heb ik wat bijgelezen over hem: een briljante fysicus en een toegewijd christen. Als je de tijd hebt, lees dan deze lezing van hem eens.
Mijn eerste indruk: Merendeels grondige verhalen van capabele wetenschappers. Allemaal hebben ze iets met het thema: Wetenschap en religie, dat is duidelijk. Tegelijkertijd is er een bonte variëteit aan onderwerpen, wijze van benaderen, vaktaal en vakterminologie. Dat maakt dat de verbinding ontbreekt, het heeft weinig samenhang en komt dus gefragmenteerd over.
Misschien dat dit morgen anders is, omdat dan niet vanuit de vakwetenschappen maar vanuit het congresthema nagedacht gaat worden.

maandag 15 oktober 2012

Maakt internet dom ?

Dat is de vraag die Nicholas Carr aan de orde stelt. Ik vind het geruststellend om te merken dat andere mensen met dezelfde vragen tobben. Eén zo'n prangende vraag is  het effect van internetten op je gezondheid. Het gaat dan over allerlei vormen van internetten: de sociale media, e-mailen, surfen, gamen, en daar kun je vervolgens van alles van krijgen: vereenzaming, een slecht concentratievermogen, gok- of pornoverslaving, te weinig beweging, en RSI.
Enkele weken geleden las ik iets over Nicholas Carr en zijn boek The Shallows. Dat trok mijn aandacht. Zijn stelling is dat het internetten onze hersenen anders laat functioneren waardoor deep thinking wordt vervangen door, u raadt het al, shallow thinking.


Ik merk al langere tijd dat geconcentreerd lezen me meer moeite kost. Voor het grondig bestuderen van een hoofdstuk of een artikel moet ik me bewust in de goede stand zetten. Wat vanzelf gaat is het diagonaal lezen of snellezen en klikkend langs allerlei links naar interessante brokjes informatie springen. Gaat dat goed komen ?

Ik ben eens stevig in de materie gedoken en heb de afgelopen dagen rustig en gedegen (jawel) de discussie over het boek van Carr gevolgd. Hij schrijft zelf het volgendeI was inspired to write the book after I realised that I was losing my own capacity for concentration and contemplation. Even when I was away from my computer, my mind seemed hungry for constant stimulation, for quick hits of information. I felt perpetually distracted.
Carr voert in The Shallows bewijsmateriaal aan uit de neurowetenschappen en de psychologie om aan te tonen dat we door het internetten op een andere manier onze hersenen gaan gebruiken. De winst: we leren snel informatie te verwerken. De rekening die we betalen: ons vermogen om geconcentreerd en creatief te denken wordt ernstig aangetast. Overigens: voor- en tegenstanders van Carr zijn het er over eens dat hij een evenwichtig beeld geeft van de sociale en mentale effecten van internet

Een typerende reactie is deze boekbespreking van Jonah Leher in de NY Times. Met andere wetenschappelijke resultaten wordt aangetoond dat onze hersenen op vele manieren baat hebben bij gamen en internetten: we gaan sneller denken en kunnen beter beslissen.
Het zal waar zijn, maar zo blijven we wel hangen in de sfeer van de onbesliste wedstrijd.

Ik vind de hoofdstelling te instrumenteel en daarom te beperkt. Het internet zou iets doen met onze hersenen, en dat heeft dan vervelende sociale en mentale gevolgen.
Gartner blogger Mark McDonald reageert  nuchter op de constateringen en de bezwaren: We kennen een lange geschiedenis van negatieve reacties op nieuwe technologieën. Dat begon al bij Socrates en het herhaalde zich bij de uitvinding van de boekdrukkunst, de telegrafie, radio en tv, en dan nu internet. Maar de wijze waarop wij zelf omspringen met de nieuwe technieken is evenzeer bepalend voor de effecten er van. Geconcentreerd lezen is toch ook een kwestie van zelfdiscipline, en deep thinking kun je bevorderen door je tijd als shallower binnen de perken te houden.
Carr heeft een nuttige discussie aangezwengeld: Ik ga weer eens kritisch kijken naar bepaalde sociale gevolgen van internet en probeer mijn leesstijl evenwichtiger te verdelen tussen shallow en deep, en dat is mooi winst.

donderdag 11 oktober 2012

Klooster - GTD

Getting Things Done in het klooster is weinig spectaculair, aards, dagelijks, haast vanzelfsprekend. De kracht ervan zit in  de dagelijks beoefende discipline, bedoeld voor de groei en bloei van de kloostergemeenschap.

Ik ga dit toelichten aan de hand van het prachtige boekje van Wil Derkse: Een levensregel voor beginners - Benedictijnse spiritualiteit voor het dagelijks leven. Het verscheen in 2000 en beleeft inmiddels al zijn twaalfde druk.
Wil Derkse slaagt erin om de praktische kloosterspiritualiteit van de Benedictijnen te vertalen in alledaagse adviezen voor mensen die aan hun levensstijl willen werken. Daarbij speelt de stilte een heel bijzondere rol. Ze is van geheel andere aard dan de Isolator tool uit 1925 die ik aantrof in de blog van Edwin Mijnsbergen, met dank aan Edwin:


In het klooster is stilte niet bedoeld om jezelf van anderen af te zonderen. Ze wil je veel meer helpen om de subtiele signalen van anderen op te vangen. Geen onbelangrijk leerpunt voor mij.

Elk klooster onderschrijft en praktiseert een kloosterregel, een soort van huishoudelijk reglement. Eén van de meest bekende is de Regel van Benedictus, uit de zesde eeuw.

De Regel van Benedictus is een boekwerkje van een kleine honderd pagina's. Het wordt alom geprezen vanwege zijn evenwichtige benadering van het gemeenschapsleven in het klooster en er zijn vele, vele studies aan gewijd.

Wil Derkse geeft in zijn boek een geslaagde vertaling van het Benedictijnse kloosterleven naar de dagelijkse praktijk van managers en leidinggevenden. Ik  geef een aantal citaten van Wil Derkse die dit goed illustreren:

In Benedictijnse kloosters worden drie geloften afgelegd. Ze zijn ook buiten het klooster goed toepasbaar:
  • stabilitas: erbij blijven, niet weglopen
  • conversatio morum: dagelijks verandermanagement
  • obedientia: elkaar gehoor geven
Stabilitas
Een monnik heeft zich verbonden aan het klooster van zijn keus. Het gaat hier om een bestendig en volgehouden commitment aan de kloostergemeenschap, niet op basis van plicht, maar van harte.
Op allerlei manieren kun je los raken van die aangegane band. Stabilitas daagt je uit om niet weg te lopen, maar erbij te blijven. Het gaat erom te groeien en te bloeien waar je je geworteld hebt, met juist die partner, of precies in die organisatie, of met je eigen kinderen.

Conversatio morum
Het doel is het veranderen van je gewoonten en je leefstijl. Dit is dagelijks verandermanagement op microniveau, bij jezelf. De aanpak is niet langer alles moet anders maar elke dag zet ik een kleine stap.
Het sluit wonderwel aan bij recente resultaten van sociaal psychologisch onderzoek: mensen handelen en kiezen voor een groot deel met hun onderbewuste. Om je gedrag werkelijk te veranderen moet je heel gericht de gewenste gewoonte aanleren.
De Amerikaanse psycholoog Timoty Wilson heeft er een interessant boek over geschreven, dit is een review: Strangers to ourselves: discovering the adaptive unconscious.
    Obedientia
    Letterlijk is dit gehoorzaamheid. Het gaat echter niet om plat luisteren en dan doen wat je gezegd wordt, maar om luisteren met je hart. Je probeert te horen wat de zin is in de situatie waarin je je bevindt, in het gesprek dat je voert, in de vraag of de reactie van de ander.
    Deze gehoorzaamheid is bevrijdend: je komt los van de gerichtheid op jezelf, en le leert je open te stellen voor de ander en opmerkzaam te zijn. Deze gehoorzaamheid kan door iedereen  in de praktijk gebracht worden, of je nou CEO bent, of op de werkvloer verkeert.

    donderdag 4 oktober 2012

    Smartphone uit, nu bidden

    De afgelopen week heb ik vier goede dagen doorgebracht in Abdij Tongerlo. De bomen staan nog volop in het blad, de eerste herfstkleuren zijn hier en daar te zien. Het is er dan aangenaam wandelen: een klein rondje om de abdijterreinen heen, of langere wandelingen rondom Tongerlo en Westerlo.
    Er was weer genoeg te beleven met de andere gasten. We treffen elkaar bij de maaltijden, of 's avonds in de gastenhuiskamer waar we dan een Tongerlo Prior inschenken, santé. Voor je het weet ben je een paar uur verder, luisterend naar elkaars verhalen.

    Poortgebouw van de abdij, achter de tak mijn gastenkamer
    Deze keer wil ik wat dieper ingaan op mijn dagprogramma. Ik neem steevast een laptop mee, en ga dan soms een paar uur aan het werk voor baas VGZ. Het was me nog niet bekend, maar inmiddels is er een werkkamer waar je kunt inprikken op het kloosternetwerk en dan kunt internetten. Dat gaat prima, en ik kan dan mooi bij blijven met de mail en soms ook verder werken aan rapporten of verslagen.

    Toen ik hiervan melding maakte in een berichtje op Twitter en Facebook - ja, dat gaat ook door hè - kreeg ik reprimandes van meerdere collega's: zet die smartphone uit en laat je laptop thuis. Zoiets doe je niet in een klooster, daar heerst rust en stilte, en kom je tot jezelf !
    Natuurlijk kan ik dat laatste onderschrijven: er heerst een aangename stilte in de abdij, en die is bevorderlijk voor de rust in je hoofd. Er is dan ook niets mis mee om op die manier in het klooster te logeren. Wanneer je opgefrist weer naar huis gaat, dingen in je hoofd op een rijtje hebt kunnen zetten, en misschien weer mentaal evenwicht hebt gevonden dan is dat pure winst. Ik wens dat elke kloosterbezoeker toe.

    Het is echter niet het belangrijkste dat ik zoek in het klooster. Veel mensen denken dat een klooster een andere wereld is dan de dagelijkse wereld van werk en gezin. Zoiets als een geestelijke wereld waar God centraal staat en zonder problemen gediend kan worden, tegenover de aardse wereld waar andere zaken tellen, en waar God afwezig is.
    Dat is niet mijn beeld van het kloosterleven, en het is ook niet wat ik zie wanneer ik een paar dagen in het klooster logeer. Het is ook niet zo bedoeld geweest.
    Een belangrijke regel voor het kloosterleven is ora et labora, bid en werk. Monniken zijn niet de hele dag aan het bidden of aan het mediteren. Nee, er is een fraai gebalanceerd dagritme waarin gebedstijden en uren om te werken elkaar afwisselen.
    In Tongerlo is er een gezamenlijk ochtendgebed om zeven uur en een avondgebed om halfzes. Rond het middaguur is er een korte Eucharistieviering met aansluitend het middaggebed. That's it. Dat laat heel wat uren over om aan het werk te gaan, en dat doen de paters dan ook.
    En so do I. Netzo als de paters probeer ik dagelijks werk en dagelijks bidden heel dicht bij elkaar te houden. Dat maakt mijn leven één geheel. Er zijn niet twee werelden, eentje met God om te bidden of een kerkdienst te bezoeken en eentje zonder God waar ik samen met mijn collega's aan de slag ben, of dingen doe met vrouw en kinderen. Nee, als ik werk wordt dat een praktisch maken van mijn gebed, en als ik bid gaat dat over de dingen waar ik aan werk. Dat geeft een stevig en betekenisvol fundament onder de dag, dat kan ik je verzekeren. Misschien zou dat in Happinez  integrale levensstijl of holistisch leven worden genoemd, maar ik noem het maar gewoon navolging van Jezus.

    vrijdag 28 september 2012

    Film: Copie Conforme (2010)

    Houd je van actie, snelheid, en een good guy en een bad guy, sla dan vooral deze film over. Dit is totaal anders: lange dialogen en rustig camerawerk. We zijn in een Toscaans stadje, er zijn veel bruin-tinten en bloemenkleuren. Ga er rustig voor zitten,en maak mee hoe een man en een vrouw, echtelieden, een dag lang met elkaar optrekken. De vrouw probeert nieuw leven te blazen in de versukkelde relatie. De man lijkt die weg niet meer op te willen gaan.


    Juliette Binoche en de Britse opera-bariton William Shimell spelen de naamloze zij en de Britse schrijver James Miller.
    Ze ontmoeten elkaar in Toscane, waar Miller een lezing geeft over zijn boek Certified Copy. Daarin beargumenteert hij dat originaliteit niet bestaat: elke kopie heeft een eigen originaliteit, en zelfs het origineel is een kopie van zichtbare of onzichtbare beelden. Zij is er ook, wil graag gesigneerde exemplaren van zijn boek, maar moet eerder weg omdat haar zoontje niet langer wil blijven. Ze laat haar telefoonnummer achter.

    Miller en zij ontmoeten elkaar weer in haar antiquariaat. Ze gaan autorijden. Er is meteen een bepaalde vertrouwelijkheid tussen de twee. Ze voeren een lang, soms filosofisch getint gesprek. Zij rijdt naar een stadje en ze bezoeken een museum. Daar wordt ze gebeld door haar zoon. Ze valt uit tegen Miller, omdat hij partij kiest voor de jongen.
    In een café gaan ze koffiedrinken. Daar wordt Miller gebeld. Zij wordt aangesproken door de cafébazin die haar complimenteert omdat ze een goede echtgenoot heeft.

    Hier maakt de film een wending. Zij vertelt de vrouw dat haar man er nooit is en dat ze geen goed contact met hem heeft: hij gaat helemaal op in zijn werk. De cafébazin geeft haar levenswijsheid over een goed huwelijk aan haar door. Als kijker ben je even in de war: Speelt zij nu een spel, of zijn Miller en zij echt getrouwd ? Miller komt terug en het tweetal wandelt verder. Op de markt schiet zij een echtpaar aan om hen naar hun mening te vragen over een beeldhouwwerk. De man ziet hoe Miller met haar omgaat en neemt hem apart. Nu krijgt hij ongevraagd advies hoe zijn vrouw voor zich te winnen. Miller is er niet van gediend.
    Ze gaan eten. Dat wordt een grote teleurstelling. Miller keurt de wijn af, wordt bozer en bozer over de bediening en over van alles en nog wat, en de twee krijgen slaande ruzie. Miller loopt naar buiten.

    Opnieuw krijgt de film een wending: Miller en zij lopen verder en komen bij het hotel waar ze de huwelijksnacht hebben doorgebracht. Zij herinnert zich alles, het brengt haar in een romantische stemming. Op de kamer waar ze overnacht hebben, probeert ze hem voor het laatst voor zich te winnen: blijf bij me ! Maar hij herhaalt zijn opmerking van de ochtend: mijn trein vertrekt om negen uur vanavond.

    Tot zover de plot van het de film. In  de dialogen zitten veel prachtige opmerkingen over kunst, over (echt) kijken, over de idealen en de hoop van het leven en het verdorren daarvan.
    Er zitten prachtige scenes in de film. Bijvoorbeeld het moment waarop zij in het restaurant naar het toilet gaat en voor de spiegel haar lippen stift en oorbellen in doet, vol verwachting glimlachend.
    Een tweede scene die ik schitterend vind, is het tevoorschijn komen van een stokoud echtpaar. Ze verlaten een kerk, zij komt hen achterna. Het oude echtpaar loopt de camera als het ware in, en je ziet steeds beter hun eenheid-in-ouderdom.
    Het is genieten van het spel van de beide hoofdrolspelers. Juliette Binoche weet op onnavolgbare wijze jeugdige speelsheid en rijpe vrouwelijkheid te combineren. William Shimell straalt afstandelijkheid en koelheid uit, maar ook autoriteit. Je wordt nieuwsgierig: wat gaat er met hen gebeuren: vuur en water, gaat het samen of blijven het gescheiden werelden ?

    In het begin van de film is het niet duidelijk wat hun relatie precies is, wel dat er iets vonkt bij haar. Het gesprek blijft nog wat algemeen: zij stelt vragen en probeert hem te begrijpen of voert tegenargumenten aan wanneer ze met hem van mening verschilt.
    Ik zie drie delen in de film. Na de koffie in het café wordt de toon persoonlijker. De twee lijken getrouwd te zijn. Ze maken ruzie, over het zoontje, over het verleden, over wat er mis is gegaan.
    In het laatste deel, bij het hotel waar ze hun huwelijksnacht doorbrachten, overheerst bij haar de romantische herinnering. Maar bij hem lijkt de liefde doodgegaan.
    Kenden ze elkaar, waren het echtelieden, of was het een spel, een kopie ?

    donderdag 27 september 2012

    Trendrede 2013

    De burger van Stavast: ferm van karakter betekent dat. Vorig jaar kwam ik deze omschrijving voor het eerst tegen, in de Trendrede 2012. Ik heb er toen over geschreven en gemeld dat ik de trendrede een zeer waardevolle bijdrage vond aan de gedachtenvorming over het wel en wee van de samenleving. Bekende Nederlandse trendwatchers delen hun visie over de grote ontwikkelingen in ons land en proberen die te duiden.
    foto www.trendslator.nl

    De Burger van Stavast is de moderne Nederlander die niet langer wacht op actie van de overheid, maar zelf het heft in handen neemt en zijn zaakjes gaat regelen. Hij neemt zelf het initiatief, lokaal, of met vakgenoten, of met soulmates waar dan ook vandaan.

    Op 11 september 2012 is de trendrede 2013 uitgesproken en gepubliceerd. Ik was natuurlijk nieuwsgierig en heb de rede rustig en goed doorgelezen.
    De grote lijnen van vorig jaar komen terug. Dat lijkt me normaal: het is een trendrede, en trends plegen niet elk jaar als paddestoelen uit de grond te schieten. Hier en daar vind ik het verhaal te zweverig worden. Laat de quantummechanica en nanotechnologie er liever buiten. Het klinkt wel hip, maar voegt niet zo veel toe aan de kracht van het betoog.

    Ik noem de Trendrede-zaken die ik opmerkzaam en/of inspirerend vind:
    • We verlaten de jaren van het Grote Ik en krijgen meer oog voor samenhang in de maatschappij.  We gaan bijdragen in plaats van weghalen, opwekken in plaats van onttrekken. Van zelfredzaamheid bewegen we ons naar samenredzaamheid (zie de blog van Pieter Hilhout)
    • We gaan dus van ik naar wij. De Trendrede precisieert dat: het wij is een gelegenheidswij, een heel geslaagde karakterisering. Ik zie het volop in het vrijwilligerswerk gebeuren. We willen best iets doen, maar een poosje. Het is moeilijk om mensen te vinden die zich een paar jaar als kartrekker willen verbinden aan een vereniging of club. Bestuursfuncties zijn moeilijk te vervullen. Ik vind dat een negatieve ontwikkeling, naar mijn mening kun je belangrijke maatschappelijke activiteiten niet goed draaiende houden op basis van  een paar maand meehelpen
    • We willen weer begrip van en greep krijgen op onze wereld. Besturen moet eenvoudiger, weg met al die managementlagen. We willen weten wat we eten, waar het vandaan komt en hoe het geproduceerd is. We krijgen meer en meer respect voor vakmanschap en toewijding aan professionaliteit. Ranomi Kromowidjojo en Epke Zonderland met hun gouden plakken zijn onze helden.
    • Informatie is haast onbeperkt voorradig, en steeds meer op elk moment en op elke plaats beschikbaar. Dat willen we ook, we kunnen niet meer zonder onze smartphones en onze vrienden op Facebook. Niets willen we missen. Tegelijkertijd willen we onthaasten, en gaan we naar een meditatiecursus.
    • Alles is met alles verbonden, in steeds wisselende constellaties. Het is een ingewikkelde en onoverzichtelijke wereld geworden, en daar moeten we een weg in zien te vinden.
    De Trendrede signaleert op heldere wijze de maatschappelijke ontwikkelingen. De betekenisgeving schiet voor mij te kort. Die blijft toch hangen in een humanistisch mensbeeld met hier en daar een vleugje vage spiritualiteit. We gaan het zelf doen, als we maar slim genoeg zijn om te willen veranderen !
    Ik ben christen en dus onderweg naar het beloofde Godsrijk. Hoe dat er precies uitziet weet ik niet. De bijbel spreekt er beeldend over: het wordt een feest. Dat stemt me hoopvol en geeft me steeds weer energie om er tegenaan te gaan. Want het wòrdt een keertje tof, en daar zorgen wij niet voor, maar God.   

    donderdag 20 september 2012

    DE coöperatie

    Zomaar een afkorting: Duurzame Energie Coöperatie, het zou ook DEC kunnen worden dus. Er schijnen honderden lokale initiatieven te zijn om gemeenschappelijk duurzame energie door wind of door zonlicht te produceren. Slechts enkele functioneren ook echt in die zin dat er werkelijk geproduceerd wordt op basis van een rendabel bedrijfsmodel.
    Ik heb eerder geschreven over lokale duurzame energieproductie in de blogs over het zonnepark. In Zonnepark-2 heb ik de hoofdlijnen van het plan voor een lokaal zonnepark gepresenteerd.


    Na een paar maanden zomerreces ga ik de draad weer oppakken. Inmiddels is wel duidelijk dat de techniek geen probleem is. Zonnepanelen functioneren stabiel en er wordt volop geïnnoveerd. De vraag is dan ook niet òf je instapt, maar veel meer wanneer je dat doet. Als privé-persoon heb ik in de afgelopen zomer meegedaan met de subsidie-aanvraag voor zonnepanelen. Begin juli kon daar op ingetekend worden. De belangstelling was zo massaal dat de website dagenlang onbereikbaar was. Desondanks heb ik wel een subsidie in de wacht gesleept en in dit najaar ga ik de zonnepanelen bestellen en op het dak van de schuur plaatsen.

    Economisch wordt het steeds aantrekkelijker om je spaarcenten te investeren in zonnestroom. De prijs van zonnepanelen is het afgelopen jaar met tientallen procenten gedaald. Kwade geruchten doen de ronde dat China beneden kostprijs exporteert en dat de Europese markt beschermd moet worden.
    De terugverdientijd van een investering in zonnepanelen zakt daardoor steeds verder richting tien jaar en dat begint veel mensen natuurlijk aan te spreken.
    De voornaamste reden om een gemeenschappelijk initiatief te starten is het mobiliseren van zoveel mogelijk betrokkenheid van zoveel mogelijk mensen in een buurt, wijk, dorp, of gemeente. Niet iedereen heeft een geschikt dak voor zonnepanelen, terwijl de bereidheid om mee te doen misschien groot is. Een gemeenschappelijk initiatief biedt daarvoor de mogelijkheid.

    Ik heb innmiddels vastgesteld dat er twee grote obstakels overblijven.

    Het eerste is een klassieker: tijd. Voor een gemeenschappelijk initiatief, bijvoorbeeld een DE-coöperatie, zijn aanjagers nodig die de tijd hebben om het regelwerk ter hand te nemen: er moet een bedrijfsplan met een goede financiële paragraaf komen, er moet een geschikte rechtsvorm worden bepaald, er moet een marketingplan worden geschreven en daarna uitgevoerd, en als de belangstelling voldoende is moet de techniek worden ingeregeld en daarna onderhouden. Dat is veul wark.

    Het tweede is de politieke onwil van de landelijke overheid om decentrale en duurzame energieproductie te stimuleren.
    Voor één huishouden, met één electriciteitsaansluiting, is er niets aan de hand. Wanneer je met zonnepanelen zelf energie opwekt, mag je een overschot (bijvoorbeeld op een zonnige zomerdag)  terugleveren aan het net. Dit wordt dan weggestreept tegen je afname van het net. Dit heet salderen achter de meter. Financieel betekent dit dat je voor de geleverde stroom hetzelfde terugbetaalt krijgt als wat je voor afgenomen stroom betaalt, momenteel ruim 20 eurocent per kWh.
    So far, so good. De situatie wordt anders wanneer je de stroom niet achter je eigen meter opwekt, maar voor de meter, elders dus. Dat is bijvoorbeeld het geval wanneer je als appartementbewoners gezamenlijk zonnepanelen op het dak van de appartementenflat plaatst en met een Vereniging van Eigenaren de opbrengsten deelt. Een ander voorbeeld is een gezamenlijk zonnepark. Wanneer de stroom niet achter maar voor je eigen meter teruggeleverd wordt, geldt de verrekening zoals hierboven beschreven niet. In plaats daarvan krijg je een veel lager tarief, en daarmee is de terugverdientijd veel hoger. Geen aantrekkelijke investering dus. Lees hier een toelichting op het salderen en zelflevering.
    Aan de regering is begin dit jaar gevraagd om lokale energiecoöperaties te ondersteunen. Een antwoord is er nog niet.

    Gelukkig gaat de ontwikkeling van lokale en duurzame energieproductie door. Er zijn inmiddels partijen die hierin ondersteunen. ZonopNederland ondersteunt lokale initiatieven. Ik ga binnenkort eens met ze kennismaken.
    Energie Dongen heeft de verening VEC (verenigde Energie Coöperaties) opgericht. Dit is bedoeld om lokale coöperaties te bundelen om zodoende beter een vuist te kunnen maken naar de politiek en naar de energieleveranciers en netbeheerders.

    vrijdag 7 september 2012

    Niet zo christelijk

    Vast en zeker hebt u het Kieskompas of de Stemwijzer wel eens ingevuld. Het leidt soms tot onverwachte uitkomsten, heb ik zelf moeten constateren.
    Om ernstige zaken weer in het juiste perspectief te kunnen zien is de Speldwijzer een ideale manier om schaterlachend bij te komen.

    En dan is er ook nog de stemwijzer van Kerk in Actie, het samenwerkingsverband van kerken dat wereldwijd de handen uit de mouwen steekt en op allerlei manieren hulp verleent aan mensen in nood.
    Ze hebben daar eens goed gekeken naar de verkiezingsprogramma's van een aantal partijen, en er vervolgens een stevig verslag van geschreven, de Diaconale kieshulp.

    petitie kinderrechten door Kerk in Actie
    Kerk in Actie onderscheidt vijf belangrijke thema's:
    • Vluchtelingen, migratie en multiculturele samenleving 
    • Duurzaamheid
    • Zorg
    • Armoede, uitsluiting en sociale tegenstellingen 
    • Mondiale verantwoordelijkheid
    Als je het rapport doorleest constateer je dat Kerk in Actie partijen als de SP, GroenLinks, de Christen Unie, en de PvdA nogal wat vaker noemt dan het CDA. Het dagblad Trouw kopte zelfs: Christelijke waarden vind je bij GroenLinks. Dat vind ik niet zo verrassend, maar wel diep verontrustend.

    Ik ben een trouwe CDA-stemmer en heb me altijd met hart en ziel verwant gevoeld met de partij. Maar de laatste jaren is daar sterk de klad in gekomen. De keus om in zee te gaan met de VVD en de PVV als gedoogpartner heb ik hartgrondig verfoeid. Als je identiteit zo in het gedrang komt dat die nietszeggend wordt, moet je je afvragen of je te ver gaat in het compromissen sluiten en het nemen van je verantwoordelijkheid, zaken waar het CDA als middenpartij steeds mee te maken heeft. Ook ons huidige partijprogramma, dat weer onderscheidend moest gaan worden, blijkt onvoldoende kleur en stevigheid te hebben. We zijn van alles een beetje, en daardoor blinken we nergens in uit en zijn we niet herkenbaar als een partij met christelijk geïnspireerde keuzes.

    Het wordt dus een spannende tijd voor het CDA. De afkalving van het aantal zetels zal geen tijdelijke zaak zijn. We gaan dat niet doorbreken door stevig campagne te voeren en veel te roepen dat we de partij van het fatsoen zijn. We moeten ons instellen op een andere rol in het politieke krachtenspel, het we rule this country is verleden tijd.
    Ik verwacht dat we, afhankelijk van de uitstraling van de CDA-politici, zullen gaan pendelen tussen de 15 en de 20 zetels. We worden de middenpartij die in de tweede fase van de coalitievorming wordt opgezocht om een kabinet te kunnen samenstellen.
    Naast het belang van de goede man of de goede vrouw voor de camera, is uiteindelijk de ziel van je partij het belangrijkst: waar staan we voor als CDA-ers, waar willen we naar toe ? Dat verhaal moet helder en overtuigend worden.
    Ik voel me verwant met de thema's van Kerk in Actie en zou daar graag Onderwijs nog aan toevoegen. Als dat de kapstokken worden van ons CDA-verhaal geef ik ons een goede kans om weer een overtuigende partij te worden.

    dinsdag 28 augustus 2012

    Kenyaanse BBQ

    Dankzij de heerlijke zomer die augustus nog voor ons in petto had, hebben we heerlijk kunnen barbecuen. Ik was helemaal vergeten dat we daarvoor een ideaal klein brandertje in een hoek van de werkplaats hebben staan: Een jiko, meegenomen uit Kenya in 1987. Al jaren niet meer gebruikt, verstoft, verroest, oud ijzer zou je zeggen.

    mijn Kenyaanse jiko
    Maar iets met een hoge emo-waarde gaat natuurlijk niet maar zo bij het schroot. Dus heb ik de schuurschijf op de boormachine gezet en ben maar eens aan het schoonmaken gegaan. En het resultaat is heel bevredigend. De jiko oogt weer zoals elke jiko er uit behoort te zien: een simpel brandertje, tikkeltje oud en zwart door het vele gebruik.
    Bovenin de jiko wordt houtskool verbrandt. De onderste helft van de jiko functioneert als opvangbak voor de as. Er is door de Kenyaanse overheid veel onderzoek gedaan om de jiko te optimaliseren. Optimale verbranding van de houtskool is van belang, het is duidelijk dat het koken op houtskool op zo'n grote schaal een ernstige aanslag is op de bossen. De keramische pot waarin de houtskool verbrandt, functioneert als een steenoven: door de warmtecapaciteit van de kleilaag is minder houtskool nodig. Ook geeft diezelfde kleilaag een tikkeltje warmte-isolatie waardoor het gevaar voor brandwonden bij kleine kinderen vermindert.

    De jiko is op het Kenyaanse platteland veruit het belangrijkste kookgereedschap: 80 % van de bevolking maakt er de maaltijden op klaar. Het Kenyaanse menu is niet ingewikkeld en ook niet afwisselend, maar wel gezond.
    De basis wordt gevormd door ugali, dikke maispap, net heel stijve griesmeel. Je eet het met de handen. Daarnaast krijg je er groente bij, kool of sukumawiki, een boerenkoolachtige bladgroente. Als er geld voor is kun je er nog eens wat vlees bij doen, maar meestal is dat niet het geval.
    Ik heb dit een paar jaar lang dagelijks gegeten, en voelde me er steeds prima bij. Enjoy de YT hieronder, met een heldere kookcursus ugali in 6,5 minuut. Zo heb ik een paar jaar gekookt en gegeten met mijn Kenyaanse mededocenten, en met smaak.

    
    Hieronder zie je dan onze kipspekkies sudderen op de jiko. Het bleek dat we ook nog een alternatief hadden voor houtskool, namelijk geperste kokosschalen, hier in de vorm van een mini-molensteen. Brandt goed en geeft een hele tijd warmte, zoals vermeld op het etiket.


    donderdag 23 augustus 2012

    Film: Snow White and the Huntsman (2012)

    Gezellig met een auto vol familie naar de openluchtfilm in park Berg en Bos, doen we al jaren. Op een mooie open plek achter in het park staat een megascherm opgesteld, en er zijn natuurlijk kraampjes en cateringtenten voor de drankjes en de braadworst. Bezoekers sjouwen hun eigen gemakkelijke tuinstoelen mee, plek zat, en als het koud wordt doen sommigen een  deken om, allemaal heel knus dus.


    Het festijn duurt een week lang. De programmering is voorspelbaar: het zijn familiefilms waar jong en oud naar toe kan.
    Deze keer hebben de meiden de keus al bepaald: Snow White and the Huntsman. Ik moet wel even slikken: sprookjesfilms staan niet op mijn verlanglijstje. Maar broer verzekert me dat het een leuke fantasy variant is, en dat blijkt hij  helemaal goed te hebben.

    De film begint wat moeizaam met een idyllische beelden van het koningsgezin waar Snow White opgroeit met haar neefje William. Daar komt een eind aan als de koning na de dood van zijn vrouw hertrouwt met de beeldschone Ravenna. Die maakt korte metten met de vrede in het paleis: ze doodt de koning, sluit Snow WHite op, en voert een schrikbewind in het koninkrijk.
    Haar spiegel vertelt haar of ze nog steeds de mooiste in het land is. Ze krijgt de schrik van haar leven als ze na een aantal jaren te horen krijgt dat er een vrouw mooier is dan zij: Snow White.
    Ze laat Snow White uit de kerker halen. Die weet dan te ontsnappen en vlucht het Donkere Bos in. Daar heeft Ravenna geen macht. Ze stuurt de Huntsman achter haar aan. Dat is het begin van tumultueuze avonturen waarbij Snow White uiteindelijk met hulp van de Huntsman en neef William Ravenna weet te verslaan. En dan weer koningin wordt.....


    Laat deze film gewoon over je heen komen en geniet van de fantasy, de mooie speciale effecten, en het vleugje Narnia films of Lord of the Rings wat je tegenkomt, inclusief een trol met wonderbaarlijk gedrag en kleine Gollum-mannetjes die hier dan aardig zijn. Het is allemaal heel onderhoudend.
    Wat is me allemaal opgevallen :
    • Kristen Stewart zet een mooie Snow White neer. Die waakzame blik, de neergebogen mondhoeken, het heeft iets getormenteerds over zich. Deze Snow White heeft het dus echt moeilijk. Maar dat blijft dan ook de hele film zo. Ze komt daardoor niet tot leven. Op meerdere momenten worden pogingen gedaan om diepgang aan te brengen, bijvoorbeeld in het opbouwen van een band met de Huntsman, of in haar twijfel of ze in staat is de mannen in de laatste strijd te leiden. Het gaat niet vonken....
    • Charlize Theron speelt de heks-koningin Ravenna. Dat doet ze met verve, en de rol wordt ook zwaar aangezet: Ravenna heeft occulte krachten en streeft naar onsterfelijkheid en eeuwige jeugd. Het is soms een tikkeltje griezelen met haar. Maar die lijzige slome stem is een misser, en ik ging me er steeds meer aan storen.
    • De film probeert het verhaal te verrijken en lijkt zich daar aan te vertillen. Het is nu geen van beiden: noch sprookje voor kinderen , noch  een verrijkte variant voor volwassenen. Ik denk dat de film sterker was geweest wanneer die pogingen om het volwassener te maken, waren weggelaten.
    • Het gebruik van kleuren vind ik erg mooi. Er zijn veel zwart-grijs tinten in de beelden van de desolate landschappen en de verpauperde mensen in hun steden en dorpen. Dat roept een gespannen sfeer die past bij het sprookje
    • De dwergen doen het ook erg goed. Humoristisch en mooi gefilmd, het zorgt voor een goede balans met de alom aanwezige ellende
     

    maandag 13 augustus 2012

    Chaos en zwarte gaten

    Begin juli, tijdens onze vakantie in Engeland, bezochten GJ en ik een tweedehands boekhandel in Bristol. Heerlijk even snuffelen tussen al die oude boeken. Tot mijn eigen verrassing vond ik in korte tijd op het Science plankje drie populair wetenschappelijke boeken die ik nu met veel plezier aan het lezen ben. De liefde voor de natuurkunde is me altijd bijgebleven, ook al heb ik na mijn studie voor andere wegen gekozen.

    Het eerste boek Chaos is van de NYT wetenschapsjournalist James Gleick. Het boek leest prima weg. Het is interessant om te lezen hoe een bepaalde zienswijze in de natuurkunde blind maakt voor alternatieven. Natuurkundigen proberen de werkelijkheid met hun differentiaalvergelijkingen te beschrijven. Daarbij geniet lineariteit de voorkeur. Dat vergemakkelijkt de analyse: kleine veranderingen hebben kleine gevolgen, dat is de aanname van de fysici. Gevallen met onverklaarbare afwijkingen worden terzijde gelegd of beschouwd als meetfout in het experiment.

    Heel boeiend wordt beschreven hoe vanaf de jaren 50 en 60 op allerlei plekken ontdekt wordt dat kleine variaties in input soms grote verschillen in output teweeg brengen. Wiskundige onderwerpen die door fysici werden beschouwd als rariteiten uit de pure wiskunde blijken op vruchtbare wijze te kunnen worden gebruikt in de natuurkunde, biologie, economie, en wat al niet. Het charmante van het boek is dat je van heel dichtbij meemaakt hoe de pioniers van de chaostheorie zoals Lorentz, Smades, en Mandelbrot hun weg zoeken en een zienswijze ontwikkelen met een ongekende kracht en schoonheid. Wie kent niet de prachtige kleurenplaten van fractals ?

    Het tweede boek is het bekende A brief history of time van Stephen Hawking, de briljante Engelse theoretisch natuurkundige die met name in de astrophysica zijn sporen verdiend heeft. Hij heeft baanbrekende publicaties op zijn naam staan over die rare singulariteiten die afgeleid worden uit de algemene relativiteitstheorie van Albert Einstein: zwarte gaten. Stephen Hawking heeft de spierziekte ALS en is daardoor aan een rolstoel gekluisterd.


    Zijn boek A brief history of time heeft jarenlang in de bestsellerlijst van de Sunday Times gestaan. Het is een degelijke behandeling, zonder wiskunde, van de recent verworven inzichten in zwarte gaten en hun gedrag. Ik vind het fascinerend, maar je moet natuurlijk wel interesse voor sterrenkunde en theoretische natuurkunde hebben. Stephen Hawking behandelt zijn onderwerp degelijk, als een goed docent. Op het eind plaatst hij zijn behandeling in een breder kader. Als je een korte geschiedenis van de tijd beschrijft kun je er natuurlijk niet omheen enkele dingen over zingeving te zeggen. Daar blijken onze wegen te scheiden. Stephen Hawking verwacht veel van de wetenschap, het is zijn zingevingskader. Hij is op zoek naar de natuurkundige theorie die het ontstaan van het heelal verklaart. Hij schrijft: If we find the answer to that, it would be the ultimate triumph of human reason - for then we would know the mind of God. Nee, dat geloof ik niet.

    Het derde boek is Infinite in all directions van Freeman Dyson. Ik heb nog een vage herinnering aan de Dyson-Schwinger vergelijkingen uit de quantumelectrodynamica. Ook Dyson is een eminent theoretisch natuurkundige. Zijn boek bevat de Gifford Lectures die hij gegeven heeft in 1986 in Edinburg. Elk jaar wordt een wetenschapper uitgenodigd om de Gifford Lectures te verzorgen, wat een hoge eer is : For over a hundred years the Gifford Lecture series has been one of the foremost lecture series dealing with religion, science and philosophy.
    Freeman Dyson is voor mij een voorbeeld van een wetenschapper die geloof en wetenschap in gezond evenwicht houdt. Elk spreekt een eigen taal, elk heeft eigen regels en waarden, en geen van beiden kan worden herleid tot de ander. Dyson is scherp gekant tegen het reductionisme dat zo sterk aanwezig is bij Stephen Hawking.


    Zijn boek is een feest om te lezen. Hij is een wetenschapper met een brede maatschappelijke belangstelling. Regelmatig heeft hij zich uitgesproken over politiek gevoelige zaken. Daarnaast is hij een visionair die zijn wetenschappelijke kennis gebruikt voor wat hij zelf verantwoorde science fiction noemt. Het is zijn bedoeling om jonge wetenschappers uit te dagen om zijn ideeën over b.v. tijdreizen, ruimtekolonies, of kunstmatige intelligentie te onderzoeken. Hij doet me denken aan Jules Verne, de negentiende eeuwse Fransman, die zijn tijd ver vooruit was met zijn avonturenboeken vol wetenschappelijke vondsten die toen nog niet bestonden.

    maandag 6 augustus 2012

    Vrolijke Bach

    Waarom is het toch zo heerlijk om Bach te spelen ? De vrolijkheid spat er soms vanaf. Vorig jaar heb ik de Gigue in G (band 9) ingestudeerd. Dat kost me maar zo enkele maanden, want mijn tempo ligt niet hoog meer. Bovendien krijgt de piano meestal voorrang. Maar goed: dit stuk in te studeren was een al lang bestaande wens van me.

    Het is voor mij exemplarisch voor de vrolijke en de geniale Bach. Hoe krijg je zoveel levenslust binnen zulke strenge regels voor de vorm ? Een Gigue is een snelle barokdans in een ternaire maat, hier 12/8. Het begint in de linkerhand, dan volgt de rechterhand, en uiteindelijk komt de pedaalpartij erbij die met de voeten gespeeld wordt. Alle melodische lijnen dansen dan door elkaar heen, en je moet haast oppassen dat je voeten niet in de knoop raken !


    Er volgen verbindende passages met mooie echo-effecten op de manualen, en opnieuw wordt het thema uitbundig in alle liggingen gespeeld. Dat lijkt zo maar door te kunnen gaan, en dan is er toch onverwacht het slotakkoord.
    In de bijgevoegde YouTube is dat mooi te horen en te zien. Het is in de Our Lady of the Angels in Los Angeles opgenomen, een voor mij onbekende kerk. Zowel het handen- als het voetenwerk is mooi te volgen, en de muziek is natuurlijk absolutely fabulous.

    maandag 30 juli 2012

    New Wine zomerconferentie

    Die hebben we weer gehad: een week lang kamperen in het hartje van de zomer op het Walibi evenementen-terrein met 3400 andere christenen. Hoe halen we het in ons hoofd ! Waarom niet gewoon naar de Spaanse kust, of een trektocht in Noorwegen?
    ik zie de NW-zomerconferentie als een combinatie van een summerschool en een festival. Je gaat naar een summerschool om een passie te delen: om samen met anderen iets artistieks te doen, een sport te leren, te gamen, you name it, en van en met elkaar  te leren. Op een festival is het de muziek die samenbindt.


    Wij zijn de afgelopen week bij elkaar geweest om als christenen te groeien. Bij New Wine zijn er twee belangrijke groeigebieden: de lofprijzing van God, door het zingen, en het elkaar helpen en geholpen worden door het ministry-gebed.
    Elke ochtend en avond is er een samenkomst die begint met een halfuur worship op de diverse podiums: vier voor de kinderen, twee voor jongeren, en één voor de volwassenen. Wat heb ik van dat zingen en spelen genoten !
    Na de worship volgt de toespraak, zeg maar: de preek. Bij de volwassenen werden die gegeven door Gary Best, teamleider van de Vineyard Churches in Canada. I like that man. Goede bijbelse training gecombineerd met humoristische anecdotes en understatements, dat kan ik wel op prijs stellen.
    Twee dingen neem ik mee:
    • zijn oproep to step into the story of Jesus heeft mijn hart wel geraakt. De belangrijke keuzen in je leven moet je soms weer opnieuw "bekrachtigen". Dat werd nog eens extra benadrukt door de toespraak van Otto de Bruine op dinsdagavond. Ik kan me voorstellen dat sommige aanwezigen zijn verhaal niet konden volgen, maar voor mij was het precies pas, maatwerk zogezegd. Toen de wat ongebruikelijke oproep kwam om naar voren te komen, te knielen, en je opnieuw toe te wijden aan de levende Heer ben ik samen met vele anderen naar het podium gegaan om gebed en zegen te ontvangen.
    • Gary Best moedigde ons aan om heel concreet te zijn in het volgen van Jezus, en om daarbij gewoon maar aan de slag te gaan met to do what Jesus did. Als volwassenen zijn we dat verleerd. Kinderen zijn daarin veel initiatiefrijker, die schamen zich niet voor een foutje.
    Na de toespraak is er ministry-gebed, in een meer informele setting. Diegenen die andere dingen willen gaan doen kunnen weggaan. Een speciaal ministry-team is beschikbaar bij het hoofdpodium om met je te bidden, als je dat wilt. Dat gebeurt steeds samen met een duo van het ministry-team. Er gebeuren daar prachtige dingen. De mensen worden er door getroost, en soms zijn er genezingen. In de laatste samenkomst aan het eind van de week op vrijdagochtend mogen een aantal mensen hun verhaal vertellen. Ontroerende voorbeelden van herstel, genezing, en het vinden van innerlijke rust.

    Ook dit jaar had ik weer een vrijwilligerstaak. Evenals vorig jaar was dat de teamleiding van het beamteam, dat verantwoordelijk is voor alle projectietaken bij de verschillende podiums. Met zijn dertienen hebben we de klus geklaard. Aan het begin spannend: we waren met vier ervaren mensen en negen onervaren. Na de eerste dag viel de spanning al weg: Dit kunnen wij ook ! was de reactie. Ik heb genoten van de groei van het team: de toenemende handigheid in het bedienen van de apparatuur en de software, maar vooral in het voor elkaar opkomen. Bij meerdere gelegenheden moest er ter plekke worden gebeamd op extra lokaties. Ik stuurde dan een groeps-sms'je rond. Steeds waren er wel een paar teamleden die binnen enkele minuten reageerden en de klus gingen klaren. Top !