dinsdag 28 augustus 2012

Kenyaanse BBQ

Dankzij de heerlijke zomer die augustus nog voor ons in petto had, hebben we heerlijk kunnen barbecuen. Ik was helemaal vergeten dat we daarvoor een ideaal klein brandertje in een hoek van de werkplaats hebben staan: Een jiko, meegenomen uit Kenya in 1987. Al jaren niet meer gebruikt, verstoft, verroest, oud ijzer zou je zeggen.

mijn Kenyaanse jiko
Maar iets met een hoge emo-waarde gaat natuurlijk niet maar zo bij het schroot. Dus heb ik de schuurschijf op de boormachine gezet en ben maar eens aan het schoonmaken gegaan. En het resultaat is heel bevredigend. De jiko oogt weer zoals elke jiko er uit behoort te zien: een simpel brandertje, tikkeltje oud en zwart door het vele gebruik.
Bovenin de jiko wordt houtskool verbrandt. De onderste helft van de jiko functioneert als opvangbak voor de as. Er is door de Kenyaanse overheid veel onderzoek gedaan om de jiko te optimaliseren. Optimale verbranding van de houtskool is van belang, het is duidelijk dat het koken op houtskool op zo'n grote schaal een ernstige aanslag is op de bossen. De keramische pot waarin de houtskool verbrandt, functioneert als een steenoven: door de warmtecapaciteit van de kleilaag is minder houtskool nodig. Ook geeft diezelfde kleilaag een tikkeltje warmte-isolatie waardoor het gevaar voor brandwonden bij kleine kinderen vermindert.

De jiko is op het Kenyaanse platteland veruit het belangrijkste kookgereedschap: 80 % van de bevolking maakt er de maaltijden op klaar. Het Kenyaanse menu is niet ingewikkeld en ook niet afwisselend, maar wel gezond.
De basis wordt gevormd door ugali, dikke maispap, net heel stijve griesmeel. Je eet het met de handen. Daarnaast krijg je er groente bij, kool of sukumawiki, een boerenkoolachtige bladgroente. Als er geld voor is kun je er nog eens wat vlees bij doen, maar meestal is dat niet het geval.
Ik heb dit een paar jaar lang dagelijks gegeten, en voelde me er steeds prima bij. Enjoy de YT hieronder, met een heldere kookcursus ugali in 6,5 minuut. Zo heb ik een paar jaar gekookt en gegeten met mijn Kenyaanse mededocenten, en met smaak.


Hieronder zie je dan onze kipspekkies sudderen op de jiko. Het bleek dat we ook nog een alternatief hadden voor houtskool, namelijk geperste kokosschalen, hier in de vorm van een mini-molensteen. Brandt goed en geeft een hele tijd warmte, zoals vermeld op het etiket.


donderdag 23 augustus 2012

Film: Snow White and the Huntsman (2012)

Gezellig met een auto vol familie naar de openluchtfilm in park Berg en Bos, doen we al jaren. Op een mooie open plek achter in het park staat een megascherm opgesteld, en er zijn natuurlijk kraampjes en cateringtenten voor de drankjes en de braadworst. Bezoekers sjouwen hun eigen gemakkelijke tuinstoelen mee, plek zat, en als het koud wordt doen sommigen een  deken om, allemaal heel knus dus.


Het festijn duurt een week lang. De programmering is voorspelbaar: het zijn familiefilms waar jong en oud naar toe kan.
Deze keer hebben de meiden de keus al bepaald: Snow White and the Huntsman. Ik moet wel even slikken: sprookjesfilms staan niet op mijn verlanglijstje. Maar broer verzekert me dat het een leuke fantasy variant is, en dat blijkt hij  helemaal goed te hebben.

De film begint wat moeizaam met een idyllische beelden van het koningsgezin waar Snow White opgroeit met haar neefje William. Daar komt een eind aan als de koning na de dood van zijn vrouw hertrouwt met de beeldschone Ravenna. Die maakt korte metten met de vrede in het paleis: ze doodt de koning, sluit Snow WHite op, en voert een schrikbewind in het koninkrijk.
Haar spiegel vertelt haar of ze nog steeds de mooiste in het land is. Ze krijgt de schrik van haar leven als ze na een aantal jaren te horen krijgt dat er een vrouw mooier is dan zij: Snow White.
Ze laat Snow White uit de kerker halen. Die weet dan te ontsnappen en vlucht het Donkere Bos in. Daar heeft Ravenna geen macht. Ze stuurt de Huntsman achter haar aan. Dat is het begin van tumultueuze avonturen waarbij Snow White uiteindelijk met hulp van de Huntsman en neef William Ravenna weet te verslaan. En dan weer koningin wordt.....


Laat deze film gewoon over je heen komen en geniet van de fantasy, de mooie speciale effecten, en het vleugje Narnia films of Lord of the Rings wat je tegenkomt, inclusief een trol met wonderbaarlijk gedrag en kleine Gollum-mannetjes die hier dan aardig zijn. Het is allemaal heel onderhoudend.
Wat is me allemaal opgevallen :
  • Kristen Stewart zet een mooie Snow White neer. Die waakzame blik, de neergebogen mondhoeken, het heeft iets getormenteerds over zich. Deze Snow White heeft het dus echt moeilijk. Maar dat blijft dan ook de hele film zo. Ze komt daardoor niet tot leven. Op meerdere momenten worden pogingen gedaan om diepgang aan te brengen, bijvoorbeeld in het opbouwen van een band met de Huntsman, of in haar twijfel of ze in staat is de mannen in de laatste strijd te leiden. Het gaat niet vonken....
  • Charlize Theron speelt de heks-koningin Ravenna. Dat doet ze met verve, en de rol wordt ook zwaar aangezet: Ravenna heeft occulte krachten en streeft naar onsterfelijkheid en eeuwige jeugd. Het is soms een tikkeltje griezelen met haar. Maar die lijzige slome stem is een misser, en ik ging me er steeds meer aan storen.
  • De film probeert het verhaal te verrijken en lijkt zich daar aan te vertillen. Het is nu geen van beiden: noch sprookje voor kinderen , noch  een verrijkte variant voor volwassenen. Ik denk dat de film sterker was geweest wanneer die pogingen om het volwassener te maken, waren weggelaten.
  • Het gebruik van kleuren vind ik erg mooi. Er zijn veel zwart-grijs tinten in de beelden van de desolate landschappen en de verpauperde mensen in hun steden en dorpen. Dat roept een gespannen sfeer die past bij het sprookje
  • De dwergen doen het ook erg goed. Humoristisch en mooi gefilmd, het zorgt voor een goede balans met de alom aanwezige ellende
 

maandag 13 augustus 2012

Chaos en zwarte gaten

Begin juli, tijdens onze vakantie in Engeland, bezochten GJ en ik een tweedehands boekhandel in Bristol. Heerlijk even snuffelen tussen al die oude boeken. Tot mijn eigen verrassing vond ik in korte tijd op het Science plankje drie populair wetenschappelijke boeken die ik nu met veel plezier aan het lezen ben. De liefde voor de natuurkunde is me altijd bijgebleven, ook al heb ik na mijn studie voor andere wegen gekozen.

Het eerste boek Chaos is van de NYT wetenschapsjournalist James Gleick. Het boek leest prima weg. Het is interessant om te lezen hoe een bepaalde zienswijze in de natuurkunde blind maakt voor alternatieven. Natuurkundigen proberen de werkelijkheid met hun differentiaalvergelijkingen te beschrijven. Daarbij geniet lineariteit de voorkeur. Dat vergemakkelijkt de analyse: kleine veranderingen hebben kleine gevolgen, dat is de aanname van de fysici. Gevallen met onverklaarbare afwijkingen worden terzijde gelegd of beschouwd als meetfout in het experiment.

Heel boeiend wordt beschreven hoe vanaf de jaren 50 en 60 op allerlei plekken ontdekt wordt dat kleine variaties in input soms grote verschillen in output teweeg brengen. Wiskundige onderwerpen die door fysici werden beschouwd als rariteiten uit de pure wiskunde blijken op vruchtbare wijze te kunnen worden gebruikt in de natuurkunde, biologie, economie, en wat al niet. Het charmante van het boek is dat je van heel dichtbij meemaakt hoe de pioniers van de chaostheorie zoals Lorentz, Smades, en Mandelbrot hun weg zoeken en een zienswijze ontwikkelen met een ongekende kracht en schoonheid. Wie kent niet de prachtige kleurenplaten van fractals ?

Het tweede boek is het bekende A brief history of time van Stephen Hawking, de briljante Engelse theoretisch natuurkundige die met name in de astrophysica zijn sporen verdiend heeft. Hij heeft baanbrekende publicaties op zijn naam staan over die rare singulariteiten die afgeleid worden uit de algemene relativiteitstheorie van Albert Einstein: zwarte gaten. Stephen Hawking heeft de spierziekte ALS en is daardoor aan een rolstoel gekluisterd.


Zijn boek A brief history of time heeft jarenlang in de bestsellerlijst van de Sunday Times gestaan. Het is een degelijke behandeling, zonder wiskunde, van de recent verworven inzichten in zwarte gaten en hun gedrag. Ik vind het fascinerend, maar je moet natuurlijk wel interesse voor sterrenkunde en theoretische natuurkunde hebben. Stephen Hawking behandelt zijn onderwerp degelijk, als een goed docent. Op het eind plaatst hij zijn behandeling in een breder kader. Als je een korte geschiedenis van de tijd beschrijft kun je er natuurlijk niet omheen enkele dingen over zingeving te zeggen. Daar blijken onze wegen te scheiden. Stephen Hawking verwacht veel van de wetenschap, het is zijn zingevingskader. Hij is op zoek naar de natuurkundige theorie die het ontstaan van het heelal verklaart. Hij schrijft: If we find the answer to that, it would be the ultimate triumph of human reason - for then we would know the mind of God. Nee, dat geloof ik niet.

Het derde boek is Infinite in all directions van Freeman Dyson. Ik heb nog een vage herinnering aan de Dyson-Schwinger vergelijkingen uit de quantumelectrodynamica. Ook Dyson is een eminent theoretisch natuurkundige. Zijn boek bevat de Gifford Lectures die hij gegeven heeft in 1986 in Edinburg. Elk jaar wordt een wetenschapper uitgenodigd om de Gifford Lectures te verzorgen, wat een hoge eer is : For over a hundred years the Gifford Lecture series has been one of the foremost lecture series dealing with religion, science and philosophy.
Freeman Dyson is voor mij een voorbeeld van een wetenschapper die geloof en wetenschap in gezond evenwicht houdt. Elk spreekt een eigen taal, elk heeft eigen regels en waarden, en geen van beiden kan worden herleid tot de ander. Dyson is scherp gekant tegen het reductionisme dat zo sterk aanwezig is bij Stephen Hawking.


Zijn boek is een feest om te lezen. Hij is een wetenschapper met een brede maatschappelijke belangstelling. Regelmatig heeft hij zich uitgesproken over politiek gevoelige zaken. Daarnaast is hij een visionair die zijn wetenschappelijke kennis gebruikt voor wat hij zelf verantwoorde science fiction noemt. Het is zijn bedoeling om jonge wetenschappers uit te dagen om zijn ideeën over b.v. tijdreizen, ruimtekolonies, of kunstmatige intelligentie te onderzoeken. Hij doet me denken aan Jules Verne, de negentiende eeuwse Fransman, die zijn tijd ver vooruit was met zijn avonturenboeken vol wetenschappelijke vondsten die toen nog niet bestonden.

maandag 6 augustus 2012

Vrolijke Bach

Waarom is het toch zo heerlijk om Bach te spelen ? De vrolijkheid spat er soms vanaf. Vorig jaar heb ik de Gigue in G (band 9) ingestudeerd. Dat kost me maar zo enkele maanden, want mijn tempo ligt niet hoog meer. Bovendien krijgt de piano meestal voorrang. Maar goed: dit stuk in te studeren was een al lang bestaande wens van me.

Het is voor mij exemplarisch voor de vrolijke en de geniale Bach. Hoe krijg je zoveel levenslust binnen zulke strenge regels voor de vorm ? Een Gigue is een snelle barokdans in een ternaire maat, hier 12/8. Het begint in de linkerhand, dan volgt de rechterhand, en uiteindelijk komt de pedaalpartij erbij die met de voeten gespeeld wordt. Alle melodische lijnen dansen dan door elkaar heen, en je moet haast oppassen dat je voeten niet in de knoop raken !


Er volgen verbindende passages met mooie echo-effecten op de manualen, en opnieuw wordt het thema uitbundig in alle liggingen gespeeld. Dat lijkt zo maar door te kunnen gaan, en dan is er toch onverwacht het slotakkoord.
In de bijgevoegde YouTube is dat mooi te horen en te zien. Het is in de Our Lady of the Angels in Los Angeles opgenomen, een voor mij onbekende kerk. Zowel het handen- als het voetenwerk is mooi te volgen, en de muziek is natuurlijk absolutely fabulous.