maandag 7 oktober 2013

EU-Veluwnaar en Geert Mak


Geert Mak heeft op zondagmiddag 22 september de 24e Abel Herzberg lezing gehouden, vanuit de Rode Hoed in Amsterdam. Ik heb zijn toespraak gelezen in Trouw, en was er meteen weg van. Wat kan die man al vertellend analyseren, en zijn visie en argumenten als een verhaal vertellen ! Hij verwoordde heel precies de redenen voor mijn aarzelingen bij Europa: Telt mijn buurt, en mijn dorp, en de mensen met wie ik er samenleef, mee in in dat verre en technocratische  Europese Parlement in Brussel ? Waarvoor zijn die pietluttige regeltjes die het ondernemen soms zo stroperig maken,  nodig ? Met mijn verstand en overtuiging ben ik pro-Europa, maar het hart stribbelt regelmatig tegen. Ik geef hierna een samenvatting van zijn lezing:

Geert Mak in de Rode Hoed
De lezing van Geert Mak heeft de titel Erken de behoefte van mensen aan thuis. Hij begint te vertellen over zijn vertrek uit Jorwerd, en wat dat met hem en zijn vrouw deed. De bekende wereld van alledag, waarin je de mensen en hun verhalen kent en een geschiedenis met elkaar deelt, is plotsklaps weg. Je moet opnieuw beginnen.
Dat brengt Geert Mak bij het centrale begrippenpaar van de lezing: plaats en ruimte. Hij omschrijft ze het als volgt: "plaats" is waar we ons thuis voelen, waar traditie en omgangsvormen voorspelbaarheid, orde en veiligheid bieden, waar oude en nieuwe verhalen samenbinden, waar een gezamenlijk doorleefde geschiedenis vertrouwen biedt voor een gezamenlijke toekomst."Ruimte" staat daarentegen voor dynamiek, voor mogelijkheden, voor lucht en vrijheid, maar ook voor de risico’s en de wanorde die onvermijdelijk is bij het bewandelen van nieuwe, ongebaande wegen.

Hiermee gaat Geert Mak het Europese eenwordingsproces analyseren. Daarin onderscheidt hij fasen. Allereerst was ruimte van belang: de EU groeide, het ene na het andere land werd toegelaten, de Euro werd ingevoerd, en een bestuurlijk kader werd ontwikkeld. Nu is er een omslagpunt bereikt. De goodwill van veel burgers is tanende. Er is behoefte aan kleinschaligheid, overzichtelijkheid, en veiligheid. Noord-Europeanen kijken argwanend naar Zuid-Europeanen. De bereidheid in het Noorden om steeds opnieuw grote hoeveelheden belastinggeld in de Griekse economie te pompen, is tanende. Geert Mak duidt dit negatief: het is vernietiging van de hoop en de verwachting om gezamenlijk de problemen op te lossen. Het ontneemt een complete generatie jonge mensen alle besef van trots en zelfrespect. Op allerlei gebieden trekken landen zich terug binnen hun eigen nationale grenzen. Het evenwicht tussen ruimte en plaats was zelden zo ver uit beeld.

De vraag is of het revitaliseren van de natiestaat een goede keus is. Geert Mak geeft een scherpe analyse van de onmogelijkheid van die keus. Of we willen of niet, de zaken die geregeld moeten worden zijn al jaren lang natie-overstijgend. We ontkomen er niet aan om met elkaar afspraken te maken op Europees niveau. Er is echter wel veel ergernis te voorkomen door de wet- en regelgeving niet in allerlei details te laten verzanden.
Hoe kan de balans tussen ruimte en plaats worden hersteld ? Het advies is om naar de Amerikaanse aanpak te kijken. Daar wordt ook veel meer aan de afzonderlijke staten overgelaten. Het is nodig om het geweld van Brussel in te tomen en meer erkenning te geven aan de menselijke behoefte aan plaats. Dat thema hoeft niet aan reactionair rechts te worden overgelaten. Een tweede maatregel is om meer gebruik te maken van de vele lokale initiatieven die er te vinden zijn. Nieuwe bedrijfsmodellen worden ontwikkeld om lokaal bedrijfsleven, overheid, en burgers te verbinden. Denk aan de vele duurzame energie coöperaties die momenteel als paddestoelen uit de grond schieten.
De slotopmerking van de lezing: geen gemeenschap zonder veiligheid, zelfbeschikking en solidariteit, en tegelijk geen gemeenschap zonder verbeelding. Geen Jorwerd zonder Brussel. Maar tegelijk: geen Brussel zonder Jorwerd.


dinsdag 1 oktober 2013

Boek: De Big Data Revolutie

Heb je online je weekendhuisje opgezocht, vind je wekenlang nog allerlei vakantie-aanbiedingen in je Google scherm. Alsof je favoriete hulpje alles van je onthoudt.... En dat is ook zo. Google legt al je handelingen op het Web vast en bouwt zo een nauwkeurig profiel van je op. En Google doet dat niet alleen. Iedereen doet het.

Met elkaar produceren we enorme hoeveelheden gegevens: op het Web, bij telecombedrijven, op bewakingscamera's, als we boodschappen doen bij de AH, of bij onderzoeken in het ziekenhuis. En voor het eerst kunnen we al die gegevens benutten, want onze computers zijn sneller en kunnen meer gegevens onthouden dan ooit te voren. Welkom: Big Data !

Google rekencentrum
Victor Mayer Schönberger, hoogleraar aan het Oxford Internet Institute, en Kenneth Cukier, journalist van the Economist, schreven een goed leesbaar boek over Big Data, met als ondertitel: Hoe de data-explosie al onze vragen gaat beantwoorden. Als dat geen groot vertrouwen in technologie is...

Hun boek begint met het inmiddels bekende voorbeeld van de griep-voorspelling die Google in 2009 in de VS kon doen door slim gebruik te maken van de door hun vastgelegde gegevens. Google legt alle zoekopdrachten vast, dus ook de tientallen miljoenen zoektermen die door Amerikanen in die periode zijn ingetikt.
Bij de eerste poging probeerden de Google-wetenschappers verbanden te leggen tussen zoektermen als "medicijn", "hoest", of koorts", en de officiële historische gegevens over de verspreiding van griep in de VS in voorgaande jaren. Dit leverde magere resultaten op. Daarom gooiden ze het roer om en gingen op zoek naar alle mogelijke zoektermen met een hoge correlatie met de verspreiding van de griep. Ook testten ze vele miljoenen statistische modellen. Uiteindelijk vonden ze 45 zoektermen die, gecombineerd met een bepaald statistisch model, een zeer sterke correlatie bleken te hebben met de historische gegevens. Daarna kon het model worden gebruikt met actuele zoektermen en bleek het sneller en gedetailleerder dan de overheidsinstanties de verspreiding van de griep te voorspellen..

Big data analyse is anders dan de data-mining technieken die we tot voor kort gebruikten.
Allereerst is er de grote rekenkracht en opslagcapaciteit van de huidige generatie computers. Dit maakt het mogelijk om in plaats van met steekproeven met alle beschikbare gegevens te werken.
Een tweede belangrijke ontwikkeling is het gebruik van statistische correlaties tussen grootheden. Door naar correlaties te zoeken in alle beschikbare gegevens kunnen verbanden worden opgespoord die met de steekproef-methode niet boven water komen.

De mogelijkheid om enorme hoeveelheden gegevens op correlaties te doorzoeken, leidt er toe dat er meer en meer wordt vastgelegd. Niet alleen het surfgedrag of koopgedrag van mensen is interessant. Omdat sensoren steeds goedkoper worden, worden ze steeds vaker ingebouwd en gebruikt om het functioneren van techniek of het menselijk lichaam vast te leggen. Dit noemen de schrijvers dataficatie. Abstract geformuleerd: informatie over objecten en handelingen met en door objecten leggen we nu vast, want misschien kan er economische waarde uit gehaald worden.

Dit alles roept serieuze vragen op. De schrijvers behandelen er een aantal:
  • Privacy: Onze privacy wordt onder zware druk gezet door de Big Data revolutie. En nog ontmoedigender: het is niet eenvoudig om in de huidige samenleving daar aan te ontkomen. Het verzamelen van gegevens gebeurt op zoveel momenten en op zoveel manieren dat het heel moeilijk is om daar invloed op uit te oefenen. Wie stopt met het gebruik van internet, doet de smartphone uit, en vermijdt supermarkten, de winkelstraat, en het ziekenhuis
  • Kennisvergaring. We zijn in het dagelijks leven sterk ingericht op causaliteit, oorzaak en gevolg. Onze hersenen werken met "snelle" causaliteit wanneer ons onderbewuste op basis van zintuiglijke waarneming besluit dat er meteen gehandeld moet worden, denk aan pijnprikkels. Ook is er de "trage" causaliteit: al redenerend komen we tot oorzaak-en-gevolg redeneringen en conclusies. Bij Big Data speelt causaliteit geen rol meer. We zoeken naar correlaties en hoeven niet meer te begrijpen wat de dieperliggende oorzaken zijn. De vraag is welke gevolgen dit zal hebben voor de exacte wetenschap waar het experiment zo'n belangrijke rol speelt.
  • De toekomst. Big data zal grote gevolgen hebben voor de samenleving. Naast privacy en kennisvergaring zijn er andere belangrijke gebieden waar Big Data invloed zal gaan uitoefenen. Denk aan op Big Data gebaseerde beslissingsondersteunende systemen die worden toegepast in rechtspraak, of bij medische behandelingen. De kennis en de kunde om Big Data verder te ontwikkelen berust bij een kleine groep superexperts.

donderdag 26 september 2013

Groene fabels

Toen ik student was, discussieerden we over de melkfles. Wat is nu beter voor het milieu: een pak melk kopen en de verpakking weggooien, of melk in de fles nemen en die weer inleveren ? Bij het reinigen van de flessen wordt het milieu ook belast.... Ja, daar kwamen we natuurlijk nooit uit, en uiteindelijk gingen we de droge kelen maar smeren met een beugeltje Grolsch.


Dit akelige dilemma duikt steeds weer op. Het boek Green Illusions - the dirty secrets of clean energy and the future of environmentalism staat er vol mee.
Schrijver Ozzie Zehner is een Amerikaanse wetenschapper die in talrijke bladen publiceert over de sociale, economische, en politieke contexten van energiebeleid.
Hij heeft aan de Universiteit van Amsterdam een MSc-graad gehaald en doceert nu aan Berkeley Univeristy in Californië.

Green Illusions imponeert door zijn dwarse meningen. En die worden dan ook nog eens een keertje onderbouwd met een overweldigende hoeveelheid feitenmateriaal. Ozzie Zehner gaat niet over één nacht ijs....
Hij begint met een systematische behandeling van verschillende vormen van duurzame energiebronnen: zonne-energie, windenergie, energie uit biomassa, waterstof, "schone" steenkolen.
Van elke energiebron wordt aangegeven welke verwachtingen reëel zijn, en welke niet:
  • zonne-energie uit de Sahara of de Nevada-woestijn ? De investeringen om de stroom te transporteren zullen gigantisch zijn. De politieke stabiliteit in Afrika is twijfelachtig. De publieke opinie in de VS zal zich verzetten tegen gigantische zonneparken. Wanneer je de energie nodig voor de productie van de zonnepanelen meeneemt in de rendementsanalyse wordt het plaatje minder aantrekkelijk
  • windenergie dan ? Hier noemt Zehner de invloed van NIMBY-groeperingen (Not In My BackYard) die eindeloze procedures aanspannen tegen de aanleg van grootschalige windparken. Daarnaast weten de bestaande energieleveranciers handig te opereren door windenergie weliswaar "kleinschalig" te propageren, maar de ontstane goodwill bij de overheid te gebruiken om krachtiger stimuleringsbeleid te voorkomen. En kleine windmolentjes ? Daarvan is maar zeer de vraag of de CO2-balans tussen productie en gebruik positief uit valt.
  • Biobrandstof misschien ? Zehner laat zien welke desastreuze gevolgen de productie van biobrandstof uit mais heeft op de wereldvoedselhuishouding. En door ontbossing t.b.v. landbouwgronden voor biobrandstof in Indonesië wordt uiteindelijk meer CO2 geproduceerd.
Het verhaal van Zehner is in sterke mate toegeschreven op de Amerikaanse situatie. Dat neemt niet weg dat soortgelijke analyses ook in de Europese of de Nederlandse context gedaan kunnen worden. En dan zullen ook de Nederlandse groene fabels voor de dag komen....
De conclusie van Zehner is dat we niet radicaal genoeg zijn in onze aanpak van het energieprobleem. We blijven namelijk zoeken naar technologie-oplossingen die het ons mogelijk maken om steeds grotere hoeveelheden energie te verbruiken. Ons eigen gedrag blijft onbesproken.

In het tweede deel van Zehner's betoog komt hij met voorstellen hoe duurzaamheid beter kan landen in en geaccepteerd worden door de samenleving en het bedrijfsleven. Duurzaamheidsprojecten moeten realistisch en haalbaar zijn, ze moeten leiden tot verbeteringen van de levensstandaard, en ze moeten appelleren aan het "welbegrepen eigenbelang" van grote groepen mensen.
Hij geeft vervolgens vele voorbeelden, waarvan sommige me verrassen. Voorbeelden:
  • Vrouwenrechten. De ongebreidelde groei van de wereldbevolking moet tot staan worden gebracht. Een krachtig middel daarvoor is de wereldwijde educatie van vrouwen en het tegengaan van uitbuiting en uitsluiting van vrouwen in het democratische proces
  • Consumptie. De drang tot consumeren is enorm. Slimme marketing speelt hier handig op in, speciaal bij kinderen. Om dit te bestrijden moet de marketingmachine aan banden worden gelegd. Daarnaast moet het in de VS aantrekkelijk worden gemaakt om minder te gaan werken en meer vrijwilligerswerk te gaan doen. Daarnaast moet het verbruik van goederen (voedsel !) worden belast, in plaats van inkomsten en/of bezit te belasten.
  • Inrichting van de openbare ruimte. Amerikaanse suburbs kenmerken zich door een hoog ruimtebeslag en de noodzaak van een uitgebreid wegennet om woon-werkverkeer mogelijk te maken. Zehner pleit er voor om wonen en werken dichter bij elkaar te brengen, en het openbaar vervoer beter te ontwikkelen. Hij pleit voor "fietsbare" steden, wat zonder twijfel geïnspireerd zal zijn door zijn verblijf in Amsterdam. Dit lijkt op luchtfietserij, maar dat is ten dele waar. In Azië worden gloednieuwe megasteden ontwikkeld waar de nieuwste concepten voor duurzame inrichting een rol spelen.
Het is een genot om dit boek te lezen. Het analyseert scherp, ontmaskert, maar geeft ook richting en mogelijkheden. Het gaat over persoonlijke keuzes en gedrag, maar ook over politiek beleid over grenzen heen.
Dat dit op onverwachte plekken herkent wordt, blijkt uit de visie en de activiteiten van de World Business Council for Sustainable Development. Hierin werken CEO's van grote multinationals samen aan de ontwikkeling van een duurzame mondiale toekomstvisie. Peter Bakker, oud-topman van TNT, is er sinds 2012 President en CEO.





dinsdag 3 september 2013

Boek: Het kleine meisje van meneer Linh - Philippe Claudel

Wat is dit een prachtig verhaal ! Philippe Claudel heeft een ontroerende novelle geschreven, met een verrassend slot.
Meneer Linh arriveert in een land ver verwijderd van zijn geboortegrond. Hij heeft zijn kleindochter meegenomen. Hij is gevlucht voor het oorlogsgeweld, dat het leven heeft gekost aan zijn vrouw en kinderen. In de koude stad waar ze arriveren wordt hij ondergebracht in een opvangcentrum, samen met vele landgenoten. De traumatische gebeurtenissen van de afgelopen maanden en de weemoedige herinneringen aan het idyllische dagelijks leven in zijn dorp putten hem uit, de zorg voor zijn kleindochter houdt hem gaande.



Tijdens een wandeling ontmoet hij een oude man in een park, meneer Bark. Ze raken in gesprek. Het contact doet meneer Linh goed, en de volgende dag zoekt hij de oude man weer op in het park. Er ontwikkelt zich een vriendschapsband tussen beide mannen, die voor beiden van grote betekenis wordt.
Er komt echter een kink in de kabel wanneer meneer Linh wordt overgeplaatst naar een tehuis voor geestelijk gehandicapten. Dat grieft hem diep, en hij besluit om samen met zijn kleindochter te vluchten en zijn vriend op te zoeken. Die zal hem helpen ! De afloop hier van is dramatisch.....

Er gebeuren prachtige dingen in het verhaal:

De communicatie tussen meneer Bark en meneer Linh is moeizaam omdat ze elkanders taal niet spreken. Beiden proberen de signalen van de ander, de woorden en de gebaren, te begrijpen. Dat leidt tot komische misverstanden. Tegelijkertijd laat het op overtuigende wijze zien hoe vriendschap kan ontstaan zonder dat de woorden van de ander begrepen worden. Er is een steeds sterker wordende sympathie tussen de twee waardoor beiden hun eenzaamheid even kunnen vergeten.

Meneer Linh probeert de nieuwe wereld te begrijpen. Dat valt nog niet mee. De mensen zijn er onbeleefd, het is er koud en nat, en hij heeft niemand die hem met de dagelijkse zorgen voor zijn kleindochter helpt. Claudel weet de ontreddering van meneer Linh met fijne pen te beschrijven. Inderdaad, zo voelt het wanneer je plotseling in een andere wereld terechtkomt.

Een heerlijk boek dat je in enkele uren leest en dan met vertedering neer legt. Die meneer Linh toch.




dinsdag 27 augustus 2013

Boek: Energie door wisselwerking - Rien van Leeuwen

Rien van Leeuwen, trainer bij Ruysdael, heeft een beknopt boekje geschreven over veranderen, projectmanagement, en NLP. Het dient ter ondersteuning van de training Praktisch Projectmanagement met NLP. Mijn aandacht werd getrokken door de aankondiging: duurzaam veranderen, authentiek en geïnspireerd samenwerken, hulpbronnen optimaal benutten, ecologisch verantwoorde doelen nastreven. Als deelnemer in een denktankgroepje dat de mogelijkheden voor lokale en coöperatieve opwekking van schone energie onderzoekt, leek me dit een interessant boek.


Het blijkt van belang om de betekenis van de kernbegrippen helder voor ogen te hebben. Die worden goed gedefinieerd:
  • Het gaat over duurzaam veranderen: hulpbronnen worden optimaal benut voor het realiseren van blijvende resultaten, die passen in het grotere geheel. Daarvoor moet (menselijke) energie worden losgemaakt. Dat gebeurt door het samen te doen, vanuit een gedeelde passie.
  • Praktisch projectmanagement is een geschikte aanpak om duurzaam te veranderen. "Praktisch" is niet alleen nuttig en doelmatig. Het gaat ook over hoe we onze kennis hergebruiken en hoe we als team samenwerken en van elkaar leren. En "projectmanagement" is veel meer dan een gestructureerde werkwijze en een setje beheersmechanismen. Het is een gebeuren waarbij de projectleden gezamenlijk een verandering mee maken, zich aan het succes verbonden weten, en vanuit die inspiratie samen vorm geven aan de gewenste resultaten.
  • NLP, de afkorting van Neuro Linguïstisch Programmeren, is, kort door de bocht, een aanpak om individueel gedrag te ontwikkelen door patronen in het eigen denken of in dat van anderen te leren herkennen. Het helpt om beter te communiceren en je meer bewust te zijn van je eigen denken en voelen en dat van anderen. De wetenschappelijke basis van NLP is zwak, maar de praktische toepasbaarheid compenseert dat ruimschoots.
Om op deze wijze te kunnen veranderen, behandelt Rien van Leeuwen een referentiekader dat bestaat uit zeven thema's: Context organiseren, Fitter communiceren, Authentiek handelen, Samenwerken, Leren, Leiden, en Veranderen. Dit vormt de ruggengraat van het boek. Elk thema wordt in een afzonderlijk hoofdstuk uitgewerkt. Er worden veel praktische tips en hier en daar een oefening gegeven.
Ik wil een aantal zaken noemen die bij me opkwamen bij het lezen van dit boek.
  1. Dat we op anderen manieren samenwerken dan voorheen en dat dit dus gevolgen heeft voor de wijze waarop we projecten uitvoeren, lijkt me een goede invalshoek. Het verandertempo in het werk en in de samenleving is hoog, en de verbondenheid met de nagestreefde doelen lijkt soms omgekeerd evenredig daar mee. In dit boek wordt dit probleem aangepakt en ontleed en er worden praktische handelwijzen aangeboden hoe daar mee om te gaan. Dat is nuttig.
  2. De meest krachtige metafoor in het boek vond ik die van de bovenstroom (bewust, expliciet, beargumenteerbaar) en de onderstroom (onbewust, impliciet, intuïtief). "Klassiek" projectmanagement is sterk gericht op de bovenstroom. In dit boek wordt veel aandacht besteed aan de onderstroom. Dat is een zeer waardevolle en ook een noodzakelijke aanvulling. Was het vroeger al zo dat veel projecten mislukten doordat de betrokkenen niet mee veranderden, zeker nu is dat een groot risico in het licht van de verandermoeheid van veel mensen voor wie het allemaal veel te snel gaat. Door bewust in te gaan op "zachte" onderwerpen als bezieling, verbondenheid, en communicatie krijgt de onderstroom de behandeling die het toekomt.
  3. De toegevoegde waarde van NLP is me niet zo duidelijk geworden. Rien van Leeuwen vermeldt dat derde generatie NLP-technieken worden toegepast. Daarin is naast de individuele ontwikkeling ook aandacht voor de bredere verbanden: de sociale context, en het grotere systeem, het holistisch perspectief. Hier wordt het taalgebruik een tikkeltje abstract en pretentieus. Voor mij wint het boek aan kracht wanneer NLP veel meer "onder de motorkap" wordt meegenomen, in de gepresenteerde aanpakken. Nu roept het verwachtingen op die bij mij niet zo uit de verf komen.
  4. Dit boek is niet bepaald een page turner. Ik heb het van voor naar achteren doorgelezen en dat is een hele opgaaf, ondanks het beperkte aantal pagina's. Er zijn weinig voorbeelden en illustraties en veel "platte tekst". Het is daarom beter om het advies van Rien van Leeuwen op te volgen en er in te grasduinen. De hoofdstukken zijn goed afzonderlijk te lezen en je kunt dan je voordeel doen door datgene te lezen wat je boeit.
Ik kan dit boek van harte aanbevelen aan allen die veranderingen te weeg willen brengen, beroepsmatig of in andere verbanden, en zich afvragen waarom dat nou zo weerbarstig is. Het biedt bruikbare gereedschappen om aan de slag te gaan in de actualiteit van nu.

zaterdag 10 augustus 2013

New Wine zomerconferentie 2013

Al weer voor de achtste keer zijn we naar de New Wine zomerconferentie geweest. De week is voorbij gevlogen. Nooit eerder hadden we zulk prachtig zomerweer. En dat is goed voor de sfeer op de camping, want we zijn met elkaar natuurlijk één grote familie, daar op de Walibi evenemententerreinen bij Biddinghuizen.


In mijn vorige verslagen, van de zomerconferentie 2012, en die van 2011 heb ik al een impressie gegeven van de dingen die we daar aan het doen zijn. Het liefst noem ik het een summerschool voor christenen. Een week lang ben je met elkaar bezig met de passie die je met elkaar deelt: hulde brengen aan God en Hem beter leren kennen door te luisteren naar wat medechristenen over Hem te vertellen hebben. En dat laatste gebeurt in de keynotes in de grote samenkomsten, in de tientallen seminars 's middags, en ook tijdens de informele gesprekken die je voert.

Omdat de New Wine beweging begonnen is als vernieuwingsbeweging binnen de Anglicaanse Kerk in Engeland zijn er vaak Engelse sprekers en spreeksters op de conferentie.
Dit jaar was Mike Breen de hoofdspreker in de ochtendsamenkomsten. Hij hield een aantal toespraken over het thema  discipelschap. Een kort zinnetje van hem is voor mij de samenvatting van zijn boodschap: "discipelschap komt eerst, de kerk ontstaat dan vanzelf".


Mike Breen is in Londen begonnen met pionierswerk in de gemeentevernieuwing. In een kleine en vergrijsde parish stelde hij zich de vraag: Wat staat ons hier te doen, hoe zijn we hier present als christelijke gemeenschap die ernst maakt met de missionaire opdracht die Jezus aan zijn discipelen gaf ?
In Sheffield ontwikkelde hij de opgedane ervaringen verder, hier ontstonden de missional communities (MC's) die het hart vormen van zijn aanpak. Mike Breen doet verslag van die jaren in deze verhelderende blogpost.
Op de conferentie vertelde hij over de bedoeling en de aanpak van deze MC's. Hij heeft het uitgewerkt tot een zeer gedetailleerde methodiek met een eigen jargon. Hij heeft visualisaties in de vorm van eenvoudige meetkundige vormen ontwikkeld, zogenaamde life shapes, waarmee hij de principes rond discipelschap en leiding geven uitlegt. In deze post licht hij dat toe.

In Nederland is Rudolf Setz begonnen met pionierswerk op dit gebied. Vanuit Assen is hij Nederland Zoekt begonnen met als missie: Nederland Zoekt... gaat onderweg met plaatselijke initiatiefnemers om de boodschap van Jezus te leven en relevant te maken. In levensstijl, gemeenschappen, maatschappelijke betrokkenheid en met oog voor kwetsbare mensen.

Ik heb veel geleerd van Mike Breen, en ook bij mij is de uitdaging geland: Wat voor een discipel ben jij ? Hoe doen jullie dat in jullie lokale kerk ? Ben je bereid om een stap in het onbekende te zetten ?

Tot slot het beamerteam, mijn medewerkertaak gedurende ook al weer 7 jaren. Dit is mijn laatste jaar geweest als teamleider van het beamerteam. Gelukkig heb ik mijn taken binnen het team kunnen overdragen. En ook dit jaar hebben we weer top gedraaid. Eén van de mooiste ontwikkelingen vind ik het stijgend aandeel vrouwen in het beamerteam. Was het in de eerste jaren echt zo'n mannenkluppie, nu zijn die in de minderheid, jawel !



maandag 5 augustus 2013

Wandelvierdaagse

In maart heb ik het een en ander verteld over onze training voor de Apeldoornse Wandelvierdaagse (AW4D). Om een lang verhaal kort te maken: Eger heeft de AW4D uitgelopen, ik heb alleen op dag 4, de vrijdag, meegelopen.
Een belangrijke succesfactor is voldoende tijd voor de training. De organisatie van de AW4D heeft een goed trainingsschema op de website geplaatst. Het lukte ons in het begin goed om dat te volgen.

De eerste kink in de kabel was een lichte ontsteking van mijn rechter Achillespees, een bekende blessure bij lopers. Ik besloot er meteen een bezoek aan de fysiotherapeut aan te wagen. In het nieuwe sportcomplex De Koekoek in Vaassen, bij Fysio Fit Veenstade, kreeg ik een duidelijk advies: Helemaal niet erg, gaat vanzelf weer over, maar u moet enkele weken rust nemen, en dagelijks excentrische Achillespees oefeningen doen. Daarna kunt u uw training weer oppakken...  Die oefeningen doe je thuis op de trap: op één been staand doorzakken en je Achillespees en kuit flink belasten, omhoog komen, andere been bijhalen, en dan hetzelfde doen met het tweede been. Drie series van 15 keer voor elk been, en dat tweemaal daags. Dat heb ik nooit gehaald overigens.


Een maandje later heb ik de training weer opgepakt. Eger was bezig gebleven en liep inmiddels afstanden van 40 - 50 km. Ik ontdekte toen de tweede horde: om zulke afstanden te lopen heb je veel tijd nodig. En die kon ik niet vrijmaken. Ik heb eind mei de knoop doorgehakt en besloten om de AW4D uit mijn hoofd te zetten, maar wel te trainen voor een eendaagse van 50 km. En dat is gelukt. Eger heeft vele dagen in zijn eentje die afstand weggetippeld, en bouwde daarmee een prima wandelconditie op.

Op 9 juli was het zover. Ik heb Eger naar Sportpark Orden gebracht en 's middags weer opgehaald. De sfeer zal wel anders zijn dan in Nijmegen, waar tienmaal zoveel mensen meelopen. Dit jaar telde de AW4D zo'n 3300 deelnemers. Bij aankomst om kwart over 6 's ochtends zijn er een paar honderd wandelaars voor de 40 en de 50 km, en that's it. Kleinschalig, onder ons, knus.

Op vrijdag heb ik zelf meegewandeld. Dat is goed verlopen. we zijn geen van beiden blarenlopers, en prijzen onszelf gelukkig daarvoor. Om een uur of vier, negen en een half uur na vertrek, passeerden we de finish.
Ik heb ontzag gekregen voor de wandelaars die de 50 km AW4D uitlopen. Nogmaals proficiat Eger !


Ik heb ook een aantal dingen geleerd.
De routes gaan door prachtige natuurgebieden, merendeels over onverharde paden. Dat betekent dat je bijna steeds goed moet opletten waar je loopt. Elke stap is maatwerk, zal ik maar zeggen. En dat had ik nog niet eerder meegemaakt. Als je op asfalt loopt, kun je in een bepaalde cadans gaan lopen, zeg maar op de automatische piloot. Dat is er hier niet bij dus. Best vermoeiend.
Daarnaast wordt de 50 km in een hoog tempo gewandeld. Dat vraagt het nodige van je conditie, die dus echt op peil moet zijn.
Wat afleiding onder het wandelen kan geen kwaad. We hebben onderweg een uur lang samen op gelopen met een Vlaming die achter elkaar door vertelde over ik weet niet wat. Een heel onderhoudende man die niet terugdeinsde voor stevige stellingnames over Walen en Vlamingen. We waren maar zo een flink aantal kilometers verder.
Eten doen we met mate. Bij de tweede pleisterplaats, na 29 km,  heb ik een bak koffie gedronken. Bij de derde pleisterplaats , rond de middag, hebben we beiden een vorstelijke gehaktbal opgepeuzeld. Natuurlijk hadden we boterhammen bij ons, en vulden we regelmatig onze halveliter flesjes met water.


Ja, en dan tot slot natuurlijk het ludieke element: de gorillaman. Een wel heel bijzondere wandelaar: een gorilla met een grote rugzak waar een plastic hert aan hing, een nep jachtgeweer, een konijn, een sigaar in zijn mond, een roze biggenkop in zijn kruis, en een grote wandelstaf met een roze handtasje. Hij had een gezellige conversatie en een zeer hoog wandeltempo. Al van ver hoorde je hem aankomen, pratend met de wandelaars die hij met grote stappen passeerde. Een wel heel bijzondere prestatie, die hij een week later wilde gaan herhalen in Nijmegen.



zaterdag 27 juli 2013

Moestuin - juli 2013

Kas
De komkommers en de tomaten beginnen mooi te groeien. De komkommers dragen snel vrucht en we hebben dan ook ruim voorraad in de kelder. De tomaten hebben veel meer tijd nodig. Het "dieven" van de tomaten is een werkje dat je goed moet bijhouden. Voor je het weet groeien er uitlopers vanuit de oksel van stengel en bladaanhechting en krijg je een plant die alle kanten opgroeit.
Tussen de hooggroeiers heb ik allerlei kruiden geplant, voor de geuren. Op de foto hieronder is citroenmelisse te zien.

tomaat, komkommer, citroenmelisse
Aardappelen en broccoli
Op een braderie bij Slochteren heb ik een zakje met poters van oude aardappelrassen gekocht. Die staan op de foto mooi te bloeien.  Ik ben benieuwd wat de opbrengst gaat worden. Helaas heb ik het zakje met de namen van de rassen weggegooid, zodat ik echt niet weet wat er in de grond zit.
De broccoli staat er prima bij. Ik had vier plantjes gekocht en die hebben het goed gedaan. Van twee planten kunnen wij een keertje lekker broccoli eten. Helaas heb ik te lang gewacht met de consumptie: de broccoli was al bruin in het midden geworden. Een goede leer voor de volgende keer: zoals ze hier op de foto staan moeten we ze oogsten.


broccoli en een oud aardappelras


Tuinbonen en peultjes
Met de peultjes en de tuinbonen is het voorspoedig verlopen. Na een zeer langzame start door het koude voorjaar is er dan toch nog een goede oogst gekomen. De luis in de tuinbonen ga ik te lijf met een mengsel van vloeibare groene zeep, spiritus, en water in een verhouding 1:1:2. Het stinkt geweldig, maar het houdt de luis wel in toom. De tuinbonen heb ik vroeg geoogst, kleine boontjes smaken beter.
Peultjes zijn wonderbaarlijk: de peul zelf groeit wonderbaarlijk snel. Na geoogst te hebben, zitten alleen de kleinste peultjes er nog aan. Die zijn dan na één, twee dagen weer volgroeid, dat gaat heel snel.

tuinbonen en peultjes


Sla en mulch
Op onderstaande foto is het sla-groentenbed met de mulch er bovenop goed zichtbaar. Sla plant ik elke twee weken, de plantjes haal ik op de markt of bij de Welkoop. Zo hebben we de hele zomer door sla beschikbaar. IJsbergsla doet het ook prima. Tussen de sla heb ik prei geplant.
De mulchlaag bevalt me uitstekend. Er is veel minder onkruid, en de aarde eronder blijft langer vochtiger. Ik heb nog niet gekeken hoe de regenwormen het vinden, dat komt in het najaar wel.

sla en prei en tomaat
Versnipperaar
De mulchlaag is nog te grof, met grote stukken en lange sprieten. Ik heb daarom een versnipperaar gekocht om mijn tuinafval "klein te krijgen". Het is een Viking, en niet voor het zware werk bedoeld. Takken met een doorsnede van enkele centimeters vreet hij nog net, maar dan moet je het zorgvuldig doseren. Verder gooi ik er alles in: de restanten van de bonen en de peulen, droge schapenmest, snoeiafval. Ik zal eens gaan kijken of ik de mulch vervolgens ook ga composteren.

tuinafval versnipperen

zaterdag 22 juni 2013

Boek: De pilaren van de aarde - Ken Follet

Ja, dit is pure ontspanning. Een weergaloos spannende vertelling over de bouw van een kathedraal in Engeland in de twaalfde eeuw. Die rode draad geeft samenhang aan de levensverhalen van prior Philip, meester-architect Tom Builder en zijn vrouw Ellen, en zijn zoon Jack met zijn vrouw Aliena. We volgen hen enkele tientallen jaren lang in hun strijd met bisschop Waleran Bigod en graaf William Hamleigh.

Ken Follet was bekend als schrijver van thrillers. Hij raakte onder de indruk van kathedralen: immense bouwwerken die met veel liefde en moeite en opofferingsgezindheid gedurende tientallen jaren werden gebouwd. Follet wilde meer weten van zowel de menselijke motieven om deze gigantische projecten tot een goed einde te kunnen brengen, en het technisch vernuft dat nodig was om met de beperkte middelen de bouw te realiseren.
Hij besloot er een historische roman over te schrijven. Deze verscheen in 1989 en werd door de critici lauw ontvangen. Het lezerspubliek dacht er anders over en het boek groeide gestaag in populariteit. In 2010 verscheen een miniserie van acht afleveringen.


Een samenvatting van dit boek geven is ondoenlijk. Ken Follet gebruikt zo'n duizend pagina's om tientallen jaren beslaande gebeurtenissen te schetsen.
Ik concentreer me daarom op een aantal zaken die me zijn opgevallen.
  • Allereerst: dit is een echte pageturner. het boek leest als een trein. Er zit een aangename flow in het verhaal: actie en rust wisselen elkaar uitstekend af. Soms ligt het accent bij het innerlijk van de hoofdpersonen, op andere momenten wordt met een goed oog voor detail beschreven hoe het straatleven in een Middeleeuwse stad er uit ziet of hoe de gewelven van een kathedraal worden gebouwd. Ik heb het boek niet ervaren als een literaire roman, maar als een meesterlijke vertelling
  • Hoe betrouwbaar, hoe "echt"  is nu die weergave van het leven toen, en dan met name ook hoe ervaarden de mensen toen hun bestaan?  Ik heb daar eerder over geschreven in de recentie van Bring up the bodies van Hillary Mantel. Ken Follet haalt niet de psychologische diepgang van Hillary Mantel, maar er blijft genoeg over om te voorkomen dat het voorspelbaar wordt. Hij besteedt veel aandacht aan het innerlijk van zijn hoofdpersonen. Daardoor komen ze goed tot leven. De liefdesrelaties tussen Ellen en Tom en tussen Aliena en Jack pakken je. Ze zijn  mooi verweven met het leven van toen: bijvoorbeeld het door prior Philip afgedwongen gescheiden leven van Aliena en Jack omdat Aliena officieel getrouwd is met een andere man. Follet laat mensen twijfelen aan zichzelf, zowel de good guys als de bad guys
  • Het gebruik van macht, hoe dat corrumpeert, en wat dat doet met rechtvaardigheid speelt een belangrijke rol. William Hamleigh en Waleran Bigod zijn voorbeelden van mannen die macht op niets ontziende wijze gebruiken om hun doelen te bereiken. Er worden Macchiavellistische spelletjes gespeeld. Prior Philip leert door schade en schande om daar aan mee te doe en het is interessant om te letten op zijn wijze van het gebruik van macht, en zijn motieven daarbij. Hij blijft prior, dienaar van God, en daardoor gebruikt hij macht op een andere manier dan zijn aartsvijand William Hamleigh
  • De plaats en de betekenis van de mannen en de vrouwen in het verhaal zijn gelijkelijk verdeeld. Prior Philip en Aliena zijn beiden praktisch ingestelde mensen met een zakelijke instelling. De vrouwen zijn net zo initiatiefrijk als de mannen, of het nu om ambities of om de liefde gaat. In hoeverre dat passend is bij die periode laat ik in het midden, het maakt het verhaal wat mij betreft echter sterker.

donderdag 20 juni 2013

Boek: For the common good - Daly & Cobb Jr.

De subtitel geeft het programma van dit boek weer: Redirecting the economy toward community, the environment, and a sustainable future. Het boek verscheen in 1985  voor het eerst, een tweede, bijgewerkte en uitgebreide druk verscheen in 1994.
Bij het lezen van opinies over De economie van het genoeg van prof. Goudzwaard ontdekte ik dit boek van de Amerikaanse hoogleraren Herman Daly (econoom) en John B.Cobb Jr (theoloog).
Herman Daly heeft o.a. tijdens zijn werkzaamheden voor de Wereldbank een sterke impuls gegeven aan de ontwikkeling van ecological economics. John Cobb jr. integreerde de metafysica van Whitehead met de christelijke theologie en leverde daarmee een belangrijke bijdrage aan de ontwikkeling van de procestheologie. Hij paste dit o.a. toe op ecologische vraagstukken.

For the common Good is opgebouwd uit vier delen.

In het eerste deel wordt een onderbouwde kritiek op de economie als academische discipline uitgewerkt. Doordat economen de deductieve natuurwetenschappen als voorbeeld namen werd het methodologische raamwerk van de economie gemathematiseerd. Door deze abstractie ontstond wat Whitehead the fallacy of misplaced concreteness noemt: wanneer de geabstraheerde principes worden "terugvertaald", worden er allerlei hoogst discutabele uitspraken gedaan over de fysieke werkelijkheid. De kwalijke gevolgen hiervan worden aan de hand van een aantal voorbeelden behandeld:
  1. de vrije markt als regulerend mechanisme
  2. het BNP als graadmeter van economisch succes
  3. de burger als homo economicus
  4. de economische visie op grond
In het tweede deel worden enkele koerswijzigingen voorgesteld t.a.v. de wetenschappelijke attitude van economen.
Allereerst is dat het verbreden van het gezichtsveld. De hierboven al geschetste inperking van de economie tot natuurwetenschappelijk georiënteerde academische discpline kan worden omgebogen naar een wetenschappelijke houding die oog heeft voor dienst aan de gemeenschap en de leefomgeving i.p.v. de concentratie op de individualistische en op genotsvervulling georiënteerde homo economicus.
Een tweede koerswijziging is die van chrematistics naar oikomonia, een begrippenpaar dat de oude Grieken hanteerden in hun politiek-maatschappelijke analyses. Chrematistics is "de kunst van het rijk worden", het verdienen van geld door voor een hoger bedrag te verkopen dan er ingekocht is. In de ethiek van Aristoteles is alleen die handel toegestaan waarbij producent en eindgebruiker rechtstreeks een transactie sluiten, zonder dat gestreefd wordt naar verrijking.
Oikomonia is veel meer op de gemeenschap gericht. Het is het huishoudelijke beheer dat het welzijn van de hele huisgemeenschap op het oog heeft, en voor welstand voor nu en later probeert te zorgen.
De derde koerswijziging vraagt aandacht voor het belang van gemeenschappen. Wanneer alleen wordt gedacht vanuit het individu kan de economie geen bijdrage leveren aan gezonde sociale verbanden.
De vierde koerswijziging heeft hier mee te maken: Probeer te denken vanuit de gemeenschap. Het kleinste verband is het gezin, dan volgen buurt, dorp of stad, streek of provincie, en natie. Beschouw elke gemeenschap als opgebouwd uit andere gemeenschappen. Dit is een betere benadering dan de kosmopolitische wereldburger die het resultaat is van een doorgeschoten verindividualisering. De kosmopoliet bestaat alleen in uitersten: de welvarende en rijke westerling, of de vluchteling die voor een leefbaar bestaan zijn geboortegrond verlaat. Een echte samenleving van kosmopolieten bestaat niet.
De laatste koerswijziging is een pleidooi voor denken vanuit energie en de biosfeer, dus natuurlijke hulpbronnen, in plaats van abstracties als materie, geld, en rente.
Dit deel van het boek behandelt fundamentele thema's. Het is voor een leek - waar ik mezelf toe reken - een ware uitdaging om het betoog te volgen, maar je krijgt veel terug voor die inspanning.

In deel 3 worden praktische voorbeelden utigewerkt voor de situatie in de VS in de begin jaren '90. Deze behandeling is dus tijdgebonden en over sommige zaken denken we nu anders. De schrijvers behandelen de volgende thema's:
  • vrije markt en gemeenschap
  • bevolking
  • gebruik van land
  • landbouw
  • industrie
  • arbeid
  • inkomstenpolitiek en belastingen
  • nationale veiligheid
De voorkeur gaat uit naar zo klein mogelijke leefgemeenschappen die zoveel mogelijk zelfvoorzienend zijn. Voor wie nu denkt dat dit een utopie is: Dat vond ik ook toen ik het las. Het uitdagende is echter dat alle thema's grondig worden geanalyseerd vanuit het geschetste ideaal. Omdat er zo goed geargumenteerd wordt en er voortdurend wetenschappelijke bronnen worden aangehaald om het ideaal te onderbouwen, ontkom je niet aan "meedenken": stel dat we het zouden doen.

Het vierde deel is het kortst. Hier leggen de schrijvers hun diepste motieven op tafel: waarom zouden we dit willen ?
Ook hier wordt zorgvuldig geargumenteerd. De overeenkomsten met de idealen van feministische en ecologische actiegroepen wordt goed uitgelegd. Het eigene van de stellingname van Daly en Cobb wordt in de laatste pagina's behandeld: het is de bijbelse oproep tot gerechtigheid en tot naastenliefde die voor hen van doorslaggevende betekenis is.

De schrijvers behandelen de standpunten van diegenen met wie ze van mening verschillen op een respectvolle manier. Ook worden de eigen standpunten grondig onderbouwd. Het belang van "geloof in de zaak" wordt steeds onderkend. Dat alles maakt dit pittige boek tot een genot om te lezen.


zaterdag 1 juni 2013

Moestuin - mei 2013

Het is een extreem voorjaar, en de moestuin reageert daar natuurlijk op. Door de kou ontkiemt en groeit alles veel langzamer. De aardappen hebben er vier weken voor nodig om boven de grond te komen, en de courgette, toch altijd goed voor uitbundige groei, ziet geel van de kou.
Gelukkig hebben we dit jaar geen nachtvorst gehad tijdens de bloei van de fruitbomen. Peer, pruim, en appel hebben uitbundig gebloeid en de vruchtvorming lijkt goed. Ik wil dit jaar beter letten op de kleine beestjes, vorig jaar hebben de appelboompjes behoorlijk te lijden gehad. Op deze pagina is te lezen welke rupsen, wantsen, en luizen meesmullen op de fruitbomen.


Als je nooit een bloeiende sering geroken hebt, weet je niet wat genieten is, de geur is verrukkelijk. Samen met Lathyrus is het mijn topper. Lathyrus poot ik soms, gelijk met peultjes en/of doperweten.
Ik heb de seringenstruik in maart eens stevig gesnoeid. Structuur aanbrengen in de hoofdtakken, en zorgen voor ruimte binnenin.


Dit jaar ben ik gaan experimenteren met de grondbewerking. Ik heb de helft van de tuin  niet gespit, maar losgewoeld en daarna bedekt met een mulch-laag. Hierboven is de broeibak te zien met eikenbladsla en gewone sla en een royale laag mulch, hier veel stro.
Er wordt verschillend gedacht over het nut van deze aanpak. Ik vind de argumenten wel overtuigend, ik noem er enkele:
  1. Niet meer spitten
  2. Minder onkruid
  3. Natuurlijke voeding van de bodem
  4. Beter voor het leven in de bodem 
  5. Betere vochtbalans
Hier en hier is er meer over te lezen. Eén quote wil ik alvast met een glimlach doorgeven: spitten is massamoord ! Mijn eerste ervaringen zijn positief: de bodem blijft vochtiger en er is minder onkruid. Ik heb gelukkig nog nooit rugklachten gekregen van het spitten, dus het omspitten van de andere helft van de tuin is niet zo'n bezwaar.


Hierboven is het groentenbed te zien waar ik de tuinbonen en de peultje heb staan. De mulch bevat hier ook schapenmest, wat tot zware protesten van het thuisfront heeft geleid. Mijn tegenargument dat champignons op paardenmest worden geteeld heeft nog geen zoden aan de dijk gezet... Ook de tuinbonen hebben meer tijd nodig gehad om te ontkiemen en de groei lijkt ook langzamer te verlopen. Maar eens afwachten wat mooi weer gaat doen.


Alleen de rabarber lijkt immuun voor de kou. Er is genoeg regen gevallen, en in de droge weken giet ik er royaal water bij. In de mulchlaag zit mest. De drie planten staan uitbundig te pronken met grote groene bladeren. Ik heb al weer een aantal porties rabarber in de diepvries kunnen stoppen.

maandag 20 mei 2013

Hoezo Heilige Geest ?

Op Twitter berichtte onze zeer gewaardeerde vorst Koning_NL gisteren  het volgende: Geen paniek, Landgenoten. Wij laten uitzoeken of de Heilige Geest met #Pinksteren verantwoordelijk is voor het mooie weer. Daar kan ik kort op antwoorden: de Heilige Geest is daar niet verantwoordelijk voor. Maar waarvoor dan wel ?

Het eerste antwoord kreeg ik gisteravond, in een puntgave preek van ds.Niesing, oud-predikant van Oene. De Heilige Geest is God, Die in je hart woont. Dat is niet zweverig, maar heel concreet. Iedereen die zich hartelijk verbonden weet met zijn of haar dierbaren, heeft een plek in het hart voor die personen. En die hartelijke verbondenheid wordt sterker naarmate de relatie intiemer wordt en dichter bij komt. Je geliefde woont in je hart, er is toch geen mooiere manier om uit te drukken hoe nabij je elkaar bent ?


Zoiets is er ook aan de hand met God. En dat is tegelijkertijd hartverwarmend èn beangstigend. Want God zo dichtbij is confronterend. Wil ik dat wel ? Gisteravond greep me dat aan, is het niet beter en veiliger om Hem op afstand te houden ?
Ds. Niesing preekte over Romeinen 8, die fantastische toespraak over de Heilige Geest. Die maakt ons tot kinderen van God. En onze sterfelijke lichamen worden levend gemaakt door die Geest, die ons woont. Dit is Nieuws: vol hoop en met een ongekende kracht.

Ds. van de Wetering had gisterochtend een even waardevolle Pinksterpreek, die aansloot bij de woorden van Bonhoeffer die ze vorige week citeerde: es wird Menschen geben, die beten und das Gerechte tun und auf Gottes Zeit warten.
Ze zei ongeveer het volgende: We kunnen God ook voor de voeten lopen. We hebben allerlei plannen voor het Koninkrijk van God, en hebben daarvoor de Heilige Geest nodig. En hoe specialer de act, hoe beter. Maar zo werkt het niet. Een christen wacht op God. Eerst luisteren, en dan pas aan de slag. Waardevolle gedachte.

Pinksteren. Het zijn goede dagen geweest.

dinsdag 30 april 2013

Co-op Capitalism en Rijnlands Denken

Laat ik maar beginnen met Noreena Hertz, bekend Engels econome en actievoerster. In 2001 kocht ik haar boek The silent takeover: global capitalism and the death of democracy. Een fel geschreven boek waarin ze stelt dat de invloed van het internationale bedrijfsleven op het wereldgebeuren groeit, en de rol van democratische regeringen afneemt. Niet iedereen was het met haar analyse eens, zoals bijvoorbeeld de recensent van de Guardian in deze review.
Haar kritische houding t.a.v. global businesses is bij me blijven hangen. Deze week kwam ik haar boek tegen in de boekenkast en dat was de aanleiding om op haar site te gaan kijken waarmee ze de afgelopen jaren bezig is geweest. Ik kwam er een policy paper tegen met de aardige titel Co-op Capitalism.

Noreena Hertz op de conferentie "Names not numbers" maart 2013
In dat artikel pleit ze ervoor om afscheid te nemen van het tijdperk van het Gucci Capitalism:  an era whose fundamental assumptions were markets should be left to self regulate, governments should be laisse faire, and human beings are nothing more than rational utility maximisers. Ronald Reagan, Margaret Thatcher and Milton Friedman zijn de klinkende namen van het Gucci Capitalism. In Nederland hebben we het de afgelopen 20 jaren ook omarmd.
Na uit de doeken te hebben gedaan waarom Gucci Capitalism op zijn retour is, volgt een exposé van Co-op Capitalism:
Hier speelt niet het individu de hoofdrol, maar de samenleving. Er is veel meer oog voor het belang van cohesie in die samenleving. Netwerken en verbindingen tussen groepen in de samenleving hebben grote waarde.
Daarnaast waardeert Co-op Capitalism niet alleen maar de resultaten van zakelijke activiteiten, maar ook het proces dat ertoe leidde en de spelers en hun relaties die daarbij betrokken waren.
Waar Gucci Capitalism alleen concurrentie en competitie als werkstijlen kent, heeft Co-op Capitalism ook oog voor het belang van samenwerking en het afzien van eigen winstmaximalisatie ten behoeve van grotere belangen dan die van het eigen bedrijf.

Het lezen van dit artikel is een feest der herkenning: het is dezelfde boodschap die we allang kenden als het Angelsaksiche model versus het Rijnlandse model (wiki).
Recentelijk is het Rijnlandse model omarmd door het CDA. Door CDA-Friesland is een rapport opgesteld  Rijnlands denken en doen dat brede weerklank gevonden heeft bij andere afdelingen van het CDA. CDA-prominent Hein Pieper, dijkgraaf van Waterschap Rijn en IJssel, toert al enkele jaren langs de CDA-afdelingen om het Rijnlandse denken te promoten. Dat raakt nu in een stroomversnelling. Trouw schreef er in februari een positief artikel over.
De match met de kernwaarden van het CDA is dan ook groot: het primaat van de samenleving, de verantwoordelijkheid bij de burgers, de nadruk op collegialiteit, langetermijn strategisch denken, de betekenis van economische activiteit voor de lokale gemeenschap, waardering van professionaliteit en integriteit.
Rijnlands denken en doen is geen knop die je kunt onzetten naar de gewenste stand. Het is een kijk op de samenleving, een wijze van omgaan met elkaar, en die moet aangeleerd worden. Rijnlands denken heeft ook valkuilen: stroperigheid, het onbenut laten van talenten, het verdoezelen van conflicten, en soms een verminderde drive om toppresataties te leveren. Als de goede elementen uit het Angelsaksische model gecombineerd worden met het Rijnlandse model ontstaat er een bijzonder krachtige wijze van denken en doen in de samenleving. En dat hebben we nodig.

maandag 29 april 2013

Zonnepark - 4

In mijn vorige blog over het lokale zonnepark in september schreef ik dat er twee belangrijke obstakels waren om verder te komen  met ons lokale burgerinitiatief:
  • we hebben niet voldoende tijd beschikbaar om stevig door te pakken
  • de businesscase voor een zonnepark is niet goed rond te krijgen omdat zelflevering (salderen) niet toegestaan is
Vanwege deze patstelling hebben we maar eens een stevige winterslaap gehouden, dat schijnt best duurzaam te zijn. Geen vergaderingen, geen gereis, geen verslagen tikken, allemaal prima natuurlijk. 
 
Of moeten we toch naar de keramische brandstofcellen ?
In februari zijn we weer van start gegaan, met een nieuwe samenstelling van de werkgroep. Duurzaamheidsmaat AvT had enkele enthousiastelingen weten te strikken. Dat heeft uitstekend gewerkt, wat een gezonde portie begeestering niet te weeg kan brengen !
In een strak ritme van tweewekelijkse overleggen hebben we de zonnepark ideeën van vorig jaar ontstoft, nog eens kritisch bekeken, en toen de conclusie getrokken dat onze volgende stap het uitvoeren van een haalbaarheidsstudie moest gaan worden.
Die moet duidelijk gaan geven over de mogelijke risico's en blokkerende factoren. In het haalbaarheidsplan worden "grofmazig" een aantal thema's onderzocht, zoals:
  • business case / het ondernemersplan
  • lokatie en ruimtelijke ordening
  • techniek
  • stakeholderanalyse
  • juridische aspecten
  • milieuzaken
Wanneer er een positief advies wordt gegeven in de eindrapportage van de haalbaarheidsstudie kan de volgende fase beginnen: het uitwerken van een definitief businessplan. Daarin worden bovenstaande thema's in detail verder onderzocht.
 
Om het haalbaarheidsplan te kunnen maken is expertise  nodig, of geld om die in te kunnen kopen in de vorm van adviesuren. Daarom hebben we inmiddels met de gemeente Epe en met het Veluws Centrum voor Technologie contacten gelegd om te overleggen over financiële ondersteuning. Als dat lukt kunnen we gaan beginnen met de haalbaarheidsstudie.
 
Omdat er honderden inititiatieven voor de lokale opwekking van schone energie zijn, is er al heel veel uitgezocht. Op de sites van HierOpgewekt en e-Decentraal is een ruime keus aan seminars, workshops, en factsheets te vinden. Het is natuurlijk zaak om al tijdens de haalbaarheidsstudie hier goed gebruik van te maken.
In januari heeft de Vereniging van Nederlandse Gemeenten een rapport gepubliceerd getiteld Lokaal Energiek: decentrale duurzame energie. De centrale onderzoeksvraag in dit rapport luidt: Wat gebeurt er als 50% van de huishoudens in Nederland hun eigen elektriciteit decentraal duurzaam opwekken?
Hierin worden een business case voor lokaal opgewekte energie en een MKBA (maatschappelijke kosten en baten analyse) uitgewerkt.
In de samenvatting van het rapport staan o.a. de volgende conclusies: Onder het huidige fiscale regime is de business case financieel rendabel voor de alternatieven Windenergie,Zonnepark en Zon-PV eigen dak.
Om de MKBA te kunnen beoordelen zal ik me stevig moeten verdiepen in de gebruikte methoden, deze benadering is me niet vertrouwd. Duurzaamheidsblogger Henri Bontenbal heeft de MKBA kritisch becommentarieerd in dit duidelijke artikel. Zoiets helpt de beginneling op weg.

Al lezend ontdek ik ook de kritische en goed onderbouwde tegengeluiden. Er valt nogal wat af te dingen op de positieve effecten van wind- en zonne-energie. Theo Wolters beschrijft op climategate.nl de effecten van decentrale energie-opwekking op 's lands economie. Dat zijn fundamentele bezwaren.....

dinsdag 9 april 2013

Voorjaars-ledenvergadering CDA-Epe

Op een ledenvergadering gebeurt natuurlijk nooit iets. Een suffig zaaltje, een handjevol leden, misschien een spreker, en tot slot de huishoudelijke agenda, met als hoogtepunt de bespreking van de begroting waar altijd wel iemand grote belangstelling voor heeft, tot ergernis van de rest die naar huis wil.
Of het nou de sport- of de toneelvereniging is, een club voor natuurbehoud of een politieke partij, op veel plekken gaat het er zo aan toe.
Dat is natuurlijk betreurenswaardig. Ledenvergaderingen zijn de ultieme bewijzen van de betrokkenheid van de burger bij het werken aan het algemeen belang. Het is democratie in actie op het grondvlak, het gezamenlijk besturen van de zaak waar je voor staat: je sport, je muziek, je overtuiging over de inrichting van de maatschappij. Als het daar niet meer gebeurt dan zijn de rapen gaar. Want dan zullen we ook geen motivatie meer kunnen opbrengen voor de grotere zaken: het besturen van een sportregio, knokken voor goede ruimtelijke ordening in je provincie, of meedoen aan het landelijk bestuur.


De ledenvergaderingen van CDA-Epe ontkomen niet aan deze slijtageslag. De harde kern van de afdeling wordt ouder. Dertigers en veertigers zijn moeilijk te porren voor een actieve rol, en jongeren weten maar nauwelijks wat een politieke partij doet en hoe gemeentebestuur werkt.
Gisteravond ging het anders, en dan weet je: hier doe ik het voor. Een avond vol bezieling en passie over lokaal bestuur, onze plek daarin: christenen die aan politiek doen, en de keuzes rond werk, zorg, gemeentelijke fusies, en het omgaan met de krimpende economie.
En wat moed en hoop geeft: zulke debatten hebben we steeds vaker op onze ledenvergaderingen. En als ik dan ook nog kan meedelen dat we twee, misschien drie jonge bestuursleden hebben gevonden, kan de avond niet meer stuk.
In plaats van een spreker uit de Tweedekamerfractie van het CDA hebben we deze keer besloten om drie korte inleidingen te houden: ik vanuit het bestuur, Joop namens de fractie, en Jan als wethouder. Thema: de koers van CDA-Epe in een sterk veranderende samenleving.
Ik ga als eerste en vertel over het Rijnlandse en het Angelsaksische model en over de ideeën van Bob Goudzwaard over de economie van het genoeg:  een ongebreideld geloof in de groeieconomie zal uiteindelijk vastlopen in hebzucht en een tweedeling van de maatschappij. Ook heb ik twee boeken meegenomen die ik met interesse gelezen heb, of aan het lezen ben:
  • De nieuwe democratie van Willem Schinkel. Dit is een knappe analyse van de vervlakking in het politieke handelen, waar er weinig of geen onderscheid meer is tussen linkse en rechtse politiek, en waar grote visies verdwenen zijn. Schinkel voert een vlijmscherpe polemiek en analyseert genadeloos de hypocrisie van veel politici. Maar veel uitzicht geeft hij niet, het blijft dus letterlijk een enigszins hopeloos boek
  • For the Common Good, van de Amerikaanse wetenschappers Daly en Cobb. Zij zitten op de denklijn van Bob Goudzwaard. Ze presenteren dus, anders dan Schinkel, wel degelijk een visie op de toekomst. Daly is de econoom die aan de wieg staat van ecological economics. Dat is geen simpele bioboer huishoudkunde, maar een fundamentele andere benadering van de economie. Niet de calculerende burger die streeft naar individuele behoeftenmaximalisatie staat centraal, maar het geheel van gemeenschap en individu, de natuur, en de toekomst. Voor de fijnproevers: Dale stelt voor om de bekende welvaarts-prestatiemeter Bruto Nationaal Product per hoofd van de bevolking te vervangen door de Index of Sustainable Economic Welfare
Jan geeft zijn visie op de inzet van vrijwilligers bij de grote transities in het sociale domein: jeugdzorg, AWBZ, en de Wet Werken naar Vermogen. Hij wil de afzonderlijke vrijwilligerorganisaties zoveel mogelijk laten samenwerken en hun krachten laten bundelen. Een burger die hulp nodig heeft, zou voor "lichtere" hulpverlening terecht moeten kunnen bij een vrijwilligerloket waar hij of zij verder wordt geholpen door vrijwilligers. Er worden kritische vragen gesteld in de zaal: hoe zit het met de rol van de zorgprofessional, we kunnen toch maar zo niet iedereen een injectiespuit in de handen drukken ?
Joop eindigt met een analyse van de opties die de gemeente Epe heeft in het samenwerkingsverhaal. Minister Plasterk wil toe naar 100.000+ gemeenten. Dat zou voor vele plattelandsgemeenten betekenen dat er gefuseerd moet worden met meerdere buurgemeenten. Is daar het lokaal bestuur dan mee gediend? En is de Rijksoverheid nu niet juist bezig met de grote decentralisaties (transities) omdat de gemeenten zo dicht bij de burgers staan ? Samenvoeging is het kind met het badwater weggooien. In de zaal worden alternatieven genoemd: de gemeenten Dalfsen en Ommen zijn zelfstandig, maar delen hun ambtenarenapparaat. Dat lijkt inderdaad efficiënt. Vooralsnog verschillende de meningen fors. We hebben nog wat te doen als CDA-Epe voordat we een verkiezingsprogramma hebben zonder vage compromissen.

vrijdag 29 maart 2013

Film: The Mill and the Cross - 2011

Dit is de wonderlijkste film die ik ooit gezien heb. Eigenlijk wilden GJ en ik een andere film gaan kijken. Toen dat niet lukte, besloten we deze film te nemen, en belandden we in een waar visueel experiment. Ik vind de film fascinerend, een kijkfestijn. Maar wees gewaarschuwd: het verhaal zit 'm in de beelden, en niet in wat er gezegd wordt. Er wordt nauwelijks gesproken in deze film, en niet iedereen vindt dat prettig.
De film roept herinneringen in me op aan Stalker van Andrej Tarkovsky: langzame shots, prachtige close-ups, een slow motion film, om slechts enkele dingen te noemen over die briljante film.

Rutger Hauer als schilder Pieter Bruegel
In The Mill and the Cross wordt het bekende schilderij De Kruisdraging van Pieter Bruegel de Oude tot leven gewekt door de Poolse cineast Lech Majewski.
Het is een volgepakt schilderij. Pieter Bruegel was geïnspireerd door Jeroen Bosch. Vaak koos hij  het boerenleven op het platteland van Brabant en Vlaanderen als inspiratiebron. Op het schilderij zien we dat allemaal terug. Een markant onderdeel is de puntige rots met bovenop een molen. De kruisdragende Jezus wordt omringd door de menigte, die haast in feeststemming lijkt te zijn vanwege het wachtende vermaak: in de Middeleeuwen waren executies publieke evenementen.

De film lijkt een dromerige meditatie van de cineast over het schilderij. Daarbij gebruikt hij ingenieuze 2D en 3D hulpmiddelen en creëert er wonderbaarlijke effecten mee: de achtergrond van het beeld is schilderij, op de voorgrond staan acteurs. In de verte bewegen geschilderde ruiters te paard, dichtbij is er een straatbeeld met spelende kinderen. Het schilderij gaat daardoor  leven, en de werkelijkheid wordt schilderij, wat een vondst.

Naast de meditatieve flow van de film valt er ook veel te genieten van de prachtige beelden van het alledaagse leven. Er is alle moeite gedaan om het tijdsbeeld van toen in alle details tot leven te wekken, en wat mij betreft is dat zeer geslaagd. Het leven in de huizen, slapen en ontwaken, eten, werken, kinderen, de repressie van Spaanse soldaten die moordend en plunderend rondtrekken, het blijft boeien. En het blijft "schilderachtig", alsof delen van he schilderij weer tot leven komen, maar toch ook schilderij blijven. De wijze van filmen draagt daar aan bij: rustige "waarnemende" shots, en weinig of geen dialoog.

"Kruisdraging" van Pieter Bruegel de Oude (1564)
Twee verhaalijnen worden wel "verwoord":
Pieter Bruegel vertelt over het hoe en waarom van zijn schilderij, en Maria vertelt over haar zoon die gekruisigd wordt. Beide verhaallijnen vind ik niet zo interessant.
Wat me wel boeit is de molen op de rots. In de film zegt Bruegel dat de molenaar als God is: vanaf grote hoogte kijkt hij neer op het gedoe beneden. Al aan het begin van de film zien we het molenaarsechtpaar ontwaken en hun ochtendritueel uitvoeren. Hij gaat eten, zij begint te rommelen met potten en emmers. Ze bevinden zich in een gigantische grot, en slapen naast het mechaniek van de molen: immense tandwielen en assen. De molenaar zet het in werking, een imposant gebeuren. Hij stuurt de knecht naar boven en die beklimt een immense trap in het gewelf. Boven en buiten gekomen staat hij op de omloop van de molen. Later zal de molenaar, steeds in een wit  engelachtig gewaad, regelmatig de mensenmassa observeren. Er zijn prachtige beelden van de rots en de molen, zowel van onder- als van bovenaf. Het blijft fascineren: wat betekent die molen voor het mensengewriemel beneden ?

zaterdag 23 maart 2013

Goede Week

Zo noemen veel christenen de komende week. Stille week hoor je ook, en in het Engels is het Holy Week. Een week zo volgepakt met gebeurtenissen dat het je duizelt. Geen happening of ramp, geen Facebook project X bijeenkomst. Het is zelfs al een tijd geleden: zo'n 2000 jaar. Het was wel in het toen ook al turbulente Midden-Oosten.
Morgen beginnen we, Palmzondag. Jezus arriveert in Jeruzalem. Onder gejuich wordt hij door de crowd verwelkomd, we zwaaien met palmtakken en leggen ze op de grond als rode loper. Jezus de bevrijder ! Maar er broeit ook iets: machtige mannen willen zijn dood.
Er volgen enkele dagen van felle confrontaties op het tempelplein tussen Jezus en het religieuze establishment. Ze verwijten Jezus blasfemie: Hij zegt dat hij Gods Zoon is, en maakt zich daarmee aan God gelijk. Daar staat de doodstraf op.


Op Witte Donderdag komen we aan bij het Joodse Paasfeest. Jezus viert met de harde kern van zijn volgelingen, de twaalf discipelen, het Pascha: de feestelijke herdenking van de bevrijding van het Joodse volk uit de slavernij in Egypte. Op het eind deelt Jezus brood en schenkt wijn en zegt de discipelen dit altijd te blijven doen. Tot op de dag van vandaag vieren we dat: de maaltijd van de Heer met brood en wijn.
Dan volgt de donkerste dag ooit: Goede Vrijdag. Jezus wordt 's nachts gearresteerd en na een showproces terechtgesteld: kruisiging, een wrede dood, door de Romeinen opgelegd aan misdadigers. Zijn volgelingen halen hem van het kruis en begraven hem in een nieuw nog ongebruikt rotsgraf in de tuin van Gethsémané.
Ogenschijnlijke rust volgt, op de Joodse shabbat, stille zaterdag. De discipelen hebben zich teruggetrokken, en zijn gedesillusioneerd. Getraumatiseerd zouden wij zeggen, en we zouden roepen om de therapeuten voor de verwerking. De religieuze machthebbers verzoeken om een Romeinse wacht bij het graf.
DAN.... wat is er aan de hand op Paaszondag ? Vrouwen gaan naar het graf om om Jezus' lichaam te verzorgen en klaar te maken voor de definitieve sluiting van het graf. Volledig van slag komen ze weer terug bij de discipelen: Jezus is er niet, het graf is leeg, de zware sluitsteen was door iemand weggerold, er waren engelen, en ze hebben iemand gezien die zegt dat hij Jezus is en weer leeft. Onmogelijk, vrouwenpraat, dood is dood, daar komt niemand van terug. Ja, pas bij het laatste oordeel, en zover is het nog niet te oordelen naar het gewone zondagse leventje in Jeruzalem.
Maar het is duidelijk dat er iets aan de hand is en ook de discipelen hollen naar het graf. Leeg, geen Jezus. Verwarring, ongeloof, geen mogelijkheid om dit een plek te kunnen geven en het te verklaren. 's Avonds ontmoeten ze Jezus zelf, de Levende.
De hele komende week mag ik samen met zoveel andere christenen mij openstellen voor dat grote geheim, en het koesteren en verwachten en vieren: Jezus, gekruisigd, opgestaan, de Levende, Redder en Heer.

zaterdag 16 maart 2013

Wandeltraining

E. en ik zijn aan het wandelen. Onze ambitie is tomeloos: de Apeldoornse Wandelvierdaagse, van 9 - 12 juli, en we gaan voor de 50 km. De komende maanden gaan we ontdekken of we dat gaan halen. Het is met name de opeenvolging van vier zware etappes zonder hersteltijd die zo'n wandelvierdaagse tot een pittige uitdaging maakt.
Ik heb nog geen enkel idee wat haalbaar is. Na de eerste trainingsronde van 30 km had ik toch echt het gevoel dat de grens wel bereikt was: zoiets vier dagen achter elkaar.....

een trainingsronde van ruim 33 km, goed voor 6 uren.
Omdat E. en ik wandel-dummies zijn proberen we van alles uit:

Het trainingsschema
Dat hebben we van de site van de Apeldoornse Wandelvierdaagse gehaald. 
Voor 4 dagen 50 kilometer:
  • 1e week februari, 10 km.
  • 3e week februari, 15 km.
  • 1e week maart, 20 km.
  • 3e week maart, 25 km.
  • 1e week april, 40 km.
  • 3e week april, 50 km.
  • 4e week april, 40 km.
  • 1e week mei, 50 km.
  • 3e week mei, 2 dagen 40 km.
  • 1e week juni, 60 km.
  • 3e week juni, 2 dagen 50 km.
  • 1e week juli, 35 km.
We hebben deze week een ronde van 33 km gelopen en liggen dus mooi op schema. Maar in april gaat de afstand wel snel omhoog naar 50 km....
Schoenen
We hebben allebei goede wandelschoenen. Ik heb vorig jaar hoge Lowa's gekocht bij Bever Outdoor & Travel in Arnhem. Goede schoenen, en goede begeleiding bij het maken van de keus. Ook heb ik daar speciale wandelsokken gekocht, met een L op de linker en een R op de rechtersok. Duur, maar ze zitten fantastisch.
Eten en drinken
Dit moeten we allemaal nog een beetje ontdekken. Bananen bevallen ons goed, en verder nemen we gewoon boterhammen mee. Wat je daar het beste op kunt doen i.v.m. zoutaanvulling e.d. gaan we uitproberen.
We nemen momenteel alleen water mee. Fruitsapjes geeft geplak en geklieder, warme koffie en thee is ons te ingewikkeld en te zwaar i.v.m. de thermosfles.
Pauzes
Elk uur pauzeren we 5 minuten. We doen een paar zwaai - en rekoefeningen met de benen en eten wat. Het voelt wat raar, zeker bij de eerste pauze als je nog helemaal fit bent, om na een uur te pauzeren, maar het lijkt toch wel te werken.
Conditie
je kunt van alles willen, maar tussen droom en daad staan o.a. praktische bezwaren, in dit geval de mogelijkheden van je eigen lichaam.
In mijn geval, al ontdekt tijdens de eerdere trainingsrondes:
  • een zwakke knieband rechts (voor de liefhebbers van detail: de binnenband)
  • kramp in de rechterkuit
  • een protesterende rechter Achillespees
Kortom: het rechterbeen is de zwakke plek, en met name de Achillespees lijkt de beperkende factor te gaan worden.
Gadgets
Ik heb de GPS-tracker op mijn smartphone aangezet om eens te kijken wat die aankan. Het vastleggen van de route is geen enkel probleem, maar helaas zuigt de app de smartphone snel leeg. De eerste keer was dat na 3 uur het geval. Bij de volgende keer had ik de smartphone op flight mode gezet om zoveel mogelijk energie te sparen. Toen haalde de smartphone 4 uren. Dat lijkt dus niks te gaan worden. Voor de echte liefhebbers zijn er inmiddels al draagbare oplossingen voor onderweg, zoals de Nomad 7 solar panel. Nice....

vrijdag 8 maart 2013

Eet je beter

Dese week las ik een interessante kop over een mogelijke revolutie in de geneeskunde. Het bleek een verwijzing naar een artikel in de Volkskrant over een revolutie in de geneeskunde. Daarover werd afgelopen zondag 3 maart een artikel gepubliceerd in Nature Biotechnology. In het artikel werd bekend gemaakt dat er een belangrijke stap was gezet bij het opstellen van  de biochemische routekaart. Voor de geïnteresseerden in een goede samenvatting van het Nature biotechnology artikel: Hier wordt het allemaal helder uiteengezet.


Als ik het goed begrijp komt het hier op neer dat een internationale groep van systeembiologen bij elkaar is gaan zitten om de bestaande inzichten in de werking van het menselijk metabolisme beter met elkaar in verband te brengen. Metabolisme gaat over de duizenden chemische reacties die zich afspelen tijdens de menselijke stofwisselingsprocessen. We weten inmiddels dat dit uiterst verfijnde processen zijn die zich afspelen op het niveau van de menselijke cel. DNA en enzymen spelen er een essentiële rol in.
Vanaf de jaren '90 is door de bio-informatici geprobeerd om de biochemische routekaart te modelleren en met behulp van de steeds krachtiger wordende computers door te rekenen, zie de wiki over Metabolic Network Modelling. Het in kaart brengen van het menselijk genoom betekende een belangrijke steun in de rug voor het onderzoek. Een eerste poging van onderzoekers van de Universiteit van Californië leidde tot het model Recon 1. Dat model is recentelijk aanzienlijk uitgebreid door het hierboven gemelde internationale onderzoek en het heeft geleid tot een nauwkeuriger en utigebreider model Recon 2.

Recon 2 beschrijf ruim 7000 stofwisselingsprocessen, zo'n 90 % van het totaal. De Nederlandse VU-hoogleraar systeembiologie Hans Westerhoff heeft meegewerkt aan het onderzoek. Hij heeft de afgelopen week uitgelegd wat het onderzoek betekent voor de geneeskunde:
  • de stofwisselingskaart + genoomkaart geven nog meer inzicht voor welke ziekten iemand aanleg heeft
  • de behandeling van ziekten kan veel nauwkeuriger en vroegtijdiger plaatsvinden
  • soms kan voedsel de rol van medicijnen overnemen
  • de groei van tumoren kan veel beter worden bestudeerd
  • diëten en behandelschema's kunnen worden gemodelleerd en doorgerekend voordat ze worden toegepast
De systeembiologen vergelijken het Recon 2 model met Google maps: in één geïntegreerde omgeving kun je het grote overzicht èn de details beschouwen en analyseren, en dat geeft veel nieuwe mogelijkheden voor verder onderzoek.

Tot zover de zegeningen en de beloften die ons te wachten staan.
Natuurlijk zijn er ook deskundigen die de verwachtingen temperen. In de Trouw van 6 maart komen enkele collega's van Hans Westerhoff aan het woord. Ze geven aan dat het nog wel even gaat duren:  Eet je beter: over tien jaar misschien, of twintig, of vijftig, zo vat journalist Wybo Algra de reacties samen. Mede-onderzoeker Hans van Beek geeft aan dat er nog veel werk verzet moet worden om goed verbanden te kunnen leggen tussen DNA-patronen en stofwisselingprocessen. 
Vroeg of laat zal de biochemische routekaart ongetwijfeld worden gebruikt in geneeskundige adviezen en behandelingen.

De vraag rijst hoe gelukkig we er van gaan worden. Als het gaat om de klassieke geneeskundige behandeling van iemand die ziek is of gezondheidsklachten heeft, en medicijnen of een therapie wil, zal de biochemische routekaart alleen maar waarde toevoegen aan het medisch instrumentarium van de geneeskundigen.
Over de voordelen van medische voorspellingen m.b.v. de routekaart ben ik gereserveerder. Deze discussie is niet nieuw. Nu al zijn door de vorderingen in het erfelijkheidsonderzoek voorspellingen mogelijk over iemands gezondheid op langere termijn. De biochemische routekaart zal deze ontwikkeling verder versterken.
Dat brengt ook lastige vragen met zich mee:
  • In hoeverre wordt onze gezondheid bepaald door onze genen en onze biochemische routekaart ? Welke verantwoordelijkheid hebben we voor een gezonde manier van leven ?
  • Heb ik werkelijk meer levenskwaliteit wanneer ik weet dat ik over twintig jaar een verhoogde kans op ziekte X heb ? Of maakt onwetendheid gelukkiger ?
  • Wat als ik weiger om geneeskundige voorspellingen te willen horen ? Wordt dat geaccepteerd door artsen, of door de samenleving ?
  • Hoe ver gaan we met het samen dragen van de kosten voor de medische zorg ? Wanneer iemand over tien jaren ernstig ziek kan worden, gaat een zorgverzekeraar dan een andere dure behandeling, die nu nodig is,  nog vergoeden ?
  • Of moeten de mensen met  verwachte medische problemen over X jaren extra premie gaan betalen?
Twee hoofdvragen komen steeds terug: Maakt weten gelukkig ? en Blijven we elkanders lasten helpen dragen ? Dat zijn allereerst heel persoonlijke keuzes, maar ook zullen we er als samenleving antwoorden op moeten geven.