zondag 28 november 2021

Advent: vier weken van ....

Wat doen we in de vier weken van Advent ? In vrijwel alle Nederlandse huizen en/of tuinen wordt kerstversiering opgetuigd. Misschien maken we een adventskrans of halen het kerststalletje weer voor de dag. Op zondag steken we in de kerk week na week en één voor één de adventskaarsen aan. Mooie en sfeervolle tijd, zeker, ik geniet er van. Het is de bovenkant van Advent. Wat komen we tegen als we dieper gaan ? 

Advent is ontstaan in de vroege christelijke kerk. Het is de tijd van verwachting van de komst van de Heer. Maria is hoogzwanger en krijgt te horen dat ze voor de volkstelling naar Bethlehem moet. Versobering en inkeer zijn de kern van het verwachten, net zo als in de Veertigdagentijd voor Pasen. 

Hoe geef ik inhoud aan dat verwachten ? Die vraag stel ik me nog niet zo lang, misschien een jaar of tien. Daarvoor bleef ik aan de bovenkant van Advent steken. Wat wordt bedoeld met "inkeer" ? Voor christenen heeft dat een duidelijke betekenis: het is luisteren naar God en antwoord geven in je gebed. Inkeer heeft altijd rust en tijd nodig. Dat gaat het beste als je een dagelijkse stille tijd hebt. Ik doe mee met de digitale adventsretraite van de jezuïeten. Elke morgen is er een e-mail met een bijbelgedeelte en een gebed en ik gebruik dat in mijn stille tijd. Goede ondersteuning helpt. Maar elk jaar weer heb ik de ervaring dat de grootste uitdaging het luisteren zelf is. Wat dwalen de gedachten snel af in dat ochtendkwartiertje ! Het is steeds weer oefenen en oefenen om "er bij te blijven". Diegenen die verder zijn gevorderd in het mediteren verzekeren ons dat ook zij er nog mee worstelen en dat stelt gerust.

In 2018 ben ik in de adventstijd een week in de Oude Abdij in Drongen (bij Gent in België) geweest voor een stilteretraite. Dat was een bijzondere ervaring, met positieve en negatieve kanten. Ik vond het heel waardevol om een week lang  onder deskundige begeleiding te kunnen mediteren. In de Oude Abdij gebeurt dat in de Ignatiaanse traditie en die voelde meteen vertrouwd: vanuit je aardsheid gericht zijn op Jezus. Geen zweverige toestanden, de voeten in de klei, en dan ontdekken wat en hoe Jezus doet en hoe je je met Hem verbinden kunt, nu vandaag. Wat ik moeilijk vond was het zwijgen bij de maaltijden, dat ging er bij mij niet in. Een maaltijd is ontmoeting, gesprek, en zwijgen vond ik zeer onnatuurlijk.

In de hierboven genoemde blog over de stilteretraite heb ik al geschreven over de Geestelijke Oefeningen: dertig dagen stilteretraite onder begeleiding van een ervaren jezuïet. Ik merk dat het verlangen om de volledige dertig dagen van de Geestelijke Oefeningen te doen steeds bij me terugkeert. Deze week las ik het "verslag van een geestelijke reis" van EO-presentator Elsbeth Gruteke. Ze heeft de volledige Geestelijke Oefeningen in de Oude Abdij gedaan. Het is een indrukwekkend relaas waar ik heel dicht bij kan komen omdat ik er ook een week geweest ben.

maandag 22 november 2021

Tweemaal geloof en wetenschap

 In een leeskring bespraken we het boek  What are we doing here ? van Marilynne Robinson. Gelijktijdig las ik ook de autobiografie van Werner Heisenberg (1901 - 1976): Der Teil und das Ganze, in het Engels vertaald onder de titel Physics and Beyond. In beide boeken komt het thema geloof en wetenschap aan de orde. Beide schrijvers zijn christen en vertellen hoe ze omgaan met die spannende combinatie.

Marilynne Robinson is de auteur van de bekende romanserie over John Ames, een dominee op het platteland in Iowa. De serie bestaat uit de romans Gilead, Home, Lila, en Jack. Voor Gilead kreeg ze in 2005 de Pulitzer Prize for Fiction.

Ze heeft ook meerdere essaybundels gepubliceerd en "What are we doing here ?" is haar meest recente. Marilynne Robinson is een zelfbewuste nonconformist: ze is heel open over haar christelijke geloofsovertuiging en over hoe die ingekleurd wordt door het Amerikaanse puritanisme. Met grote waardering vertelt ze over de theoloog en filosoof Jonathan Edwards, de meest bekende en grootste denker uit het Amerikaanse Puritanisme. Ook Calvijn kan op haar warme belangstelling rekenen. Maar haar nonconformisme beperkt zich niet to haar geloofsovertuiging. Ze neemt ook stevige posities in over onderwerpen als geloof en wetenschap,  de menselijke humaniteit en de teloorgang ervan in de Westerse cultuur, en over het belang van schoonheid en verwondering.

Haar essays zijn pittige kost. Ze heeft een associatieve wijze van argumenteren. Daardoor slaat ze zijweggetjes in waardoor je je afvraagt waar het nu heen gaat, om dan plotseling weer terug te keren bij het onderwerp. Het loont de moeite om haar opstellen te lezen, te laten bezinken, en te herlezen. Ten aanzien van geloven en wetenschap gaat ze kritisch in gesprek met diverse wetenschapsfilosofische stromingen: het reductionisme, het positivisme, het evolutionisme. Ze is geen natuurwetenschapper maar taalkundige maar dat blijkt geen beletsel: het stelt haar in staat om vanuit verrassende premissen vragen te stellen. Uiterst zorgvuldig gaat ze om met woorden en hun betekenissen. Een voorbeeld: In het eerste deel "Faith" van het artikel "Considering the theological virtues" analyseert ze de betekenissen van "brains" en "mind" en "soul" en dat leidt tot een prachtige uitleg van de religieuze lading en waarde van de beide laatste begrippen.

Robinson heeft een breed overzicht van allerlei wetenschappelijke ontwikkelingen. Zonder dat ze de details van de verschillende disciplines beheerst weet ze voortdurend scherpe vragen over vooronderstellingen en uitgangspunten  te stellen. Het gaat haar er om menselijke waardigheid en betrokkenheid op God niet verloren te laten gaan door een doorgeslagen rationaliteit.

De autobiografie van Werner Heisenberg (1931 - 1976) is heel anders van opzet. Hij vertelt op toegankelijke wijze over zijn bijdragen aan de ontwikkeling van de quantummechanica in de eerste helft van de vorige eeuw. Die leverden hem al in 1932 de Nobelprijs voorde natuurkunde op. De compositie van het boek is opvallend: in elk hoofdstuk vertelt hij over een levensperiode. De ontwikkelingen in de quantummechanica staan steeds centraal, afgewisseld met anecdotes over zijn dagelijkse leven. Er staan geen formules in het boek. Daardoor geeft het boek geen inzicht in de mathematische structuur van de quantummechanica. Heisenberg besteedt veel aandacht aan de wetenschapsfilosofische vraagstukken waar de fysici toen mee worstelden. Hij weet daar bijzonder boeiend over te vertellen. Door de gesprekken in dialoogvorm weer te geven en te vertellen waar en met wie en in welke omstandigheden die plaatsvonden is het alsof je bij hen aan tafel schuift: Einstein en Bohr, Dirac, Schrödinger.

Een thema dat regelmatig terugkomt is de aard van het experimenteren en de veranderde verhouding tussen de geobserveerde wereld en de experimentator. In de klassieke natuurkunde is de experimentator een objectieve en onafhankelijke waarnemer, in de atoomfysica is dat niet langer het geval. De daar van toepassing zijnde wetten van de quantummechanica vereisen een subtieler verstaan van die relatie: de experimentator gaat door het meten deel uitmaken van de geobserveerde wereld van elementaire deeltjes.

De worsteling om alle nieuwe inzichten te duiden is een rode draad in het boek. Heisenberg vertelt hoe hij als 24-jarige fysicus met zware hooikoorts naar het winderige eiland Helgoland in de Noordzee vertrekt om daar te genezen. Hij werkt er verder aan zijn baanbrekende artikel over quantumsprongen tussen energieniveaus, het begin van de matrix mechanica. Om drie uur 's nachts heeft hij een aantal cruciale berekeningen uitgevoerd die zijn vermoedens bevestigen. Hij is geschokt, verrukt, haast duizelig van de geordende mathematische structuren die hij in de atoomfysica heeft ontdekt. Van slapen komt het niet meer. Hij wandelt naar de rotsachtige kust en kijkt naar de opkomende zon.... Dit wordt het begin van een stormachtige ontwikkeling in de moderne natuurkunde.

Heisenberg en de andere fysici spraken veel over de betekenis van de nieuwe ontdekkingen. Die bezinning beperkte zich niet tot bijstelling van natuurkundige grondbeginselen. Ze spraken ook over zingeving, de rol van wetenschappers in de samenleving, en over religie. Heisenberg was Luthers opgevoed en heeft zijn christelijke geloof altijd vastgehouden. Marilynne Robinson is heel duidelijk over de inkleuring van haar geloof: ze weet zich verbonden met het Amerikaanse Puritanisme. Heisenberg vertelt weinig over zijn persoonlijke geloofspraktijk. Hij denkt na over de verhouding van natuurwetenschap en religie en vertelt waar hij staat. Zijn meest uitgesproken gedachten over religie staan in de hoofdstukken 7 en 17 van Der Teil und das Ganze. Daarnaast heeft hij ook in zijn rede Naturwissenschaftliche und religiöse Wahrheit zijn inzichten gedeeld.

Heisenberg is van mening dat natuurwetenschap en religie naast elkaar kunnen bestaan en dat elk een waarheidsaspect van de werkelijkheid vertegenwoordigt. De natuurwetenschap geeft ons inzicht in Das Teil, het elementaire deeltje, en alles wat we daarachter nog zullen ontdekken. De religie draagt en verankert ons als menselijke gemeenschap in Das Ganze:  het zinvolle verband dat ons een ethiek geeft waarnaar we ons leven kunnen richten. Heisenberg is geen scherpslijper en geeft geen antwoorden op de moeilijke vragen rond bijvoorbeeld religieuze waarheid en de wereldgodsdiensten. Hij merkt op dat hij in een christelijke cultuur geboren is en nooit redenen heeft gezien om dat te beschouwen als een toevalligheid. Hij neemt geen afscheid van God. Heisenberg is een begaafd pianist geweest. Bij hem vormen geloven, musiceren, poëzie, en natuurwetenschap een harmonieuze eenheid.

donderdag 18 november 2021

Bakken: klassieke cake

 Een ver weggezakte hobby lijkt weer tot leven te komen: lekkere dingen bakken in de oven ! Als tiener werkte ik op de zaterdagen als klusjesjongen in de bakkerij van de familie Frentz in Emst: Broodbussen smeren, bolletjes inpakken, de winkel bijvullen. Ik zag hoe het allemaal gebeurde: gebak maken, brood bakken, het bewaken van het rijzen en het nauwkeurig instellen van de oven. En dan de geuren, van vers appelgebak, of krentenbrood ! Zoiets vergeet je nooit meer.

Ik ben begonnen met een klassieke cake: één van de meest eenvoudige baksels. Mijn eerste poging was geen groot succes: de cake was niet gerezen en de oventemperatuur was veel te hoog geweest waardoor de cake zwarte randen had gekregen.

Bij mijn tweede poging heb ik de goede raad van bakker Cees Holtkamp opgevolgd. Hij bakt van allerlei lekkere dingen met zijn kleindochter Stella en doet daar verslag van in een amusant YouTube kanaal, zie onderaan. Mijn beginnersfouten de eerste keer:

  • Eieren en boter regelrecht uit de koelkast in de beslagkom. Maar ze moeten op kamertemperatuur zijn. Ik heb ze de tweede keer dus de avond van tevoren uit de koelkast gehaald 
  • Geen bakpoeder. Dan gaat de cake niet rijzen. Toegevoegd de tweede keer 
  • Ken uw oven..... De tweede keer heb ik de ovenstand op 140 graden Celsius en die na 20 minuten teruggedraaid naar 120 graden. De oven lijkt warmer te worden dan de ingestelde temperatuur. Ik ga op jacht naar een oventhermometer

Het beslag zag er nu prima uit. Bakken maar !

 En na 40 minuten in een toch nog te warme oven was dit het resultaat: 

 Een klein beetje ingezakt, en iets te donker. De volgende keer iets minder bloem en de oven nog lager instellen  zodat de cake rustig kan garen. De smaak was uitstekend. Bedankt voor de nuttige tips, Cees Holtkamp !