maandag 30 juli 2012

New Wine zomerconferentie

Die hebben we weer gehad: een week lang kamperen in het hartje van de zomer op het Walibi evenementen-terrein met 3400 andere christenen. Hoe halen we het in ons hoofd ! Waarom niet gewoon naar de Spaanse kust, of een trektocht in Noorwegen?
ik zie de NW-zomerconferentie als een combinatie van een summerschool en een festival. Je gaat naar een summerschool om een passie te delen: om samen met anderen iets artistieks te doen, een sport te leren, te gamen, you name it, en van en met elkaar  te leren. Op een festival is het de muziek die samenbindt.


Wij zijn de afgelopen week bij elkaar geweest om als christenen te groeien. Bij New Wine zijn er twee belangrijke groeigebieden: de lofprijzing van God, door het zingen, en het elkaar helpen en geholpen worden door het ministry-gebed.
Elke ochtend en avond is er een samenkomst die begint met een halfuur worship op de diverse podiums: vier voor de kinderen, twee voor jongeren, en één voor de volwassenen. Wat heb ik van dat zingen en spelen genoten !
Na de worship volgt de toespraak, zeg maar: de preek. Bij de volwassenen werden die gegeven door Gary Best, teamleider van de Vineyard Churches in Canada. I like that man. Goede bijbelse training gecombineerd met humoristische anecdotes en understatements, dat kan ik wel op prijs stellen.
Twee dingen neem ik mee:
  • zijn oproep to step into the story of Jesus heeft mijn hart wel geraakt. De belangrijke keuzen in je leven moet je soms weer opnieuw "bekrachtigen". Dat werd nog eens extra benadrukt door de toespraak van Otto de Bruine op dinsdagavond. Ik kan me voorstellen dat sommige aanwezigen zijn verhaal niet konden volgen, maar voor mij was het precies pas, maatwerk zogezegd. Toen de wat ongebruikelijke oproep kwam om naar voren te komen, te knielen, en je opnieuw toe te wijden aan de levende Heer ben ik samen met vele anderen naar het podium gegaan om gebed en zegen te ontvangen.
  • Gary Best moedigde ons aan om heel concreet te zijn in het volgen van Jezus, en om daarbij gewoon maar aan de slag te gaan met to do what Jesus did. Als volwassenen zijn we dat verleerd. Kinderen zijn daarin veel initiatiefrijker, die schamen zich niet voor een foutje.
Na de toespraak is er ministry-gebed, in een meer informele setting. Diegenen die andere dingen willen gaan doen kunnen weggaan. Een speciaal ministry-team is beschikbaar bij het hoofdpodium om met je te bidden, als je dat wilt. Dat gebeurt steeds samen met een duo van het ministry-team. Er gebeuren daar prachtige dingen. De mensen worden er door getroost, en soms zijn er genezingen. In de laatste samenkomst aan het eind van de week op vrijdagochtend mogen een aantal mensen hun verhaal vertellen. Ontroerende voorbeelden van herstel, genezing, en het vinden van innerlijke rust.

Ook dit jaar had ik weer een vrijwilligerstaak. Evenals vorig jaar was dat de teamleiding van het beamteam, dat verantwoordelijk is voor alle projectietaken bij de verschillende podiums. Met zijn dertienen hebben we de klus geklaard. Aan het begin spannend: we waren met vier ervaren mensen en negen onervaren. Na de eerste dag viel de spanning al weg: Dit kunnen wij ook ! was de reactie. Ik heb genoten van de groei van het team: de toenemende handigheid in het bedienen van de apparatuur en de software, maar vooral in het voor elkaar opkomen. Bij meerdere gelegenheden moest er ter plekke worden gebeamd op extra lokaties. Ik stuurde dan een groeps-sms'je rond. Steeds waren er wel een paar teamleden die binnen enkele minuten reageerden en de klus gingen klaren. Top !

maandag 16 juli 2012

Dominee 2.0

Afgelopen zondagochtend zitten we naar goede gewoonte in de kerk. Ervoor kiezen om een volger van Jezus te zijn en dan niet reageren op Zijn uitnodigingen is natuurlijk slappe hap. Elke amateursporter met hart voor zijn club is er toch ook als er competitie gespeeld wordt en de tegenstander verslagen moet worden?
Toch is er iets raars aan de hand. Deze keer zitten we in een Engelse dorpskerk ergens in de Codswolds. Ook hier zijn het weer de vrouwen die de zaak aan de gang lijken te houden. Al in het begin van de dienst wordt Ruth, de youthworker, uitgenodigd om haar verhaal te doen. Ze staat op: een jonge vrouw, sportief gekleed, en ze loopt naar de katheder.


Ze houdt een gepassioneerd betoog over haar werk met de jongeren in het dorp, over haar joggingrondje de dag ervoor toen haar plotseling een bijbeltekst uit Colossenzen 3 te binnen schoot over Jesus in your heart, en ze besluit met een warm pleidooi for sharing your life with others, waarom niet gewoon je buren opzoeken en ze uitnodigen voor de opening ceremony of the Olympics ? Ze vraagt aan de dominee of ze mag bidden met ons - de liturgie is high-church - en loopt daarna weer naar haar plek. We zingen het volgende lied. Ze stapt op, loopt naar achteren en verdwijnt uit de dienst....

Heel bijzonder vond ik het: zo'n enthousiaste twintiger, die - dat neem ik even aan -  het niet nodig vond om de dienst uit te zitten.
Een paar dagen later lees ik een artikel in Trouw over jonge predikanten, twintigers, die een manifest hebben geschreven, gericht aan het moderamen van de PKN-synode.
De rode draad van het verhaal spoort met het voorval in de Engelse dorpskerk: er is voor jonge mensen niet zo gek veel te halen in de kerk. Waarom zou je op zondagochtend vroeg uit je bed komen om naar een kerkdienst te gaan die je niet nodig hebt ? En wat betekent dat dan voor een twintiger die, opgeleid tot predikant, niet in die voorgekookte en verstarde kerkelijke wereld wil stappen ?

Het is een goed verhaal, de betrokkenheid van de jonge dominees spat er van af. Ze hebben een helder zelfbeeld:  Onze generatie theologen is gewend concreet over God en geloof te spreken, we beschikken over vrijmoedigheid, overtuiging en enthousiasme. Ook over hun missie zijn ze duidelijk: We willen het licht niet uitdoen, maar het vuur aanwakkeren. En mocht er bezorgdheid zijn over eigenreidheid van de jongere generatie: We verlangen naar inspirerende mensen met wie we kunnen samenwerken en die ons kunnen coachen. Mensen die ons helpen ons talent uit te bouwen en die niet bang zijn voor verandering.
In het manifest vragen de jonge predikanten om ruimte voor experimenten, want ze willen niet in een dichtgeslibd verwachtingspatroon aan de slag.

Er begint van alles bij me borrelen als ik nadenk over het manifest.
Allereerst en allermeest: Ja, ik vind dit een heel goed intitatief. Ik vind ook dat er te weinig samen met jongeren wordt nagedacht over de toekomst van de kerk. Experimenteerruimte lijkt me van wezenlijk belang voor vitaliteit. En in een kerk die zich protestants noemt, behoort het zich willen veranderen in de genen te zitten: Ecclesia Reformata Semper Reformanda.
Dat roept overigens wel de vraag op: maar ontbreekt het dan aan die ruimte ? Ik lees regelmatig over goede initatieven: kerkplantingen, het revitaliseren van oude stadskerken, diakonale projecten, woon- en leefgemeenschappen, het is er te kust en te keur. Dat er veel stroperigheid zit in de gemiddelde PKN-gemeente zal waar zijn, maar die krijgen we natuurlijk niet weg door een synode-oproep of zoiets.
In de tweede plaats, en dat als aanvulling op mijn welgemeend ja: voor je het weet raak je verzeild in een activistische houding, in maakbaarheid. Dat er een kerk bestaat, een gemeenschap van Christus, is ook een geheim, en een geschenk. Je ontvangt het om niet. Begrijp me goed: we hebben ze beiden nodig: de daad vanuit je passie en je energie, en de verwachting, vanuit lege handen en stilte.
Ten derde: In Handelingen 2 staat die simpele schets van de eerste gemeente: En zij volhardden in de leer van de apostelen en in de gemeenschap, in het breken van het brood en in de gebeden. Vier zaken om mee aan de slag te gaan, meer niet.Als we dit nou elke week gewoon gaan doen met elkaar, op allerlei manieren zoveel als de Geest ons influistert......

maandag 9 juli 2012

Boek: De man zonder ziekte - Arnon Grunberg

In de stapel vakantieboeken van deze zomer zit de nieuwste roman van Arnon Grunberg De man zonder ziekte. Ik ben benieuwd: de meeste recenties zijn zeer lovend, er wordt gesproken van grote literatuur.
Al na enkele dagen heb ik het boek uit. Het leest als een trein, is spannend, en de zinnen zijn van een prachtige eenvoud. Dat ben ik weinig tegengekomen in recente Nederlandstalige romans, en ik vind het mooi.


Samarendra Ambani, hij noemt zichzelf het liefst Sam, is een Zwitser met een Aziatisch uiterlijk. Zijn vader is afkomstig uit India en getrouwd met een Zwitserse. Sam is na zijn opleiding een architectenbureau begonnen, samen met een studiegenoot.Ook heeft hij een vriendin, Nina, en een gehandicapt zusje Aida, van wie hij veel houdt.
Sam is op weg naar Bagdad. Er is een belangrijke opdracht binnengekomen van het World Wide Design Consortium voor de bouw van een operagebouw in Bagdad. Hahmid Shakir Mahmoud is de steenrijke opdrachtgever. Hij zal Sam in Bagdad ontvangen en hem verder inlichten over het project. Het zal anders gaan lopen. Sam wordt gekidnapt, opgesloten in een miserabele cel, en gemarteld. Door bemiddeling van het Rode Kruis en de Zwitserse Ambassade komt hij weer vrij. Maar hij is niet meer dezelfde.
Er komt een tweede opdracht uit het Midden-Oosten, uit Dubai. Deze keer voor de bouw van een bibliotheek die alle boeken van de wereld zal gaan bevatten. Onder de bibliotheek zal een bunker komen, Sam weet niet waarvoor. Zijn vrienden raden hem af om mee te werken aan het project, maar Sam wil daar niet van weten. De afloop is fataal. 

Het verhaal loopt als een trein, het boek bevredigt me echter allerminst. Het is een boek zonder bezieling, zonder richting. Grunberg lijkt niet goed te weten wat voor soort roman hij wil gaan schrijven.

In het begin heeft het verhaal een absurde ondertoon. Sam wordt neergezet als de middelmatigheid zelve, de meeloper, een naïeveling die er zo graag ook bij wil horen in het architectenwereldje. Grunberg schetst dat allemaal trefzeker, met een absurd randje.
Halverwege het verhaal komen er Kafkaëske trekjes, en die worden steeds sterker. Waarom en door wie wordt Sam in Bagdad gevangen genomen ? Hoe komt het dat hij in Dubai verdacht wordt van spionage en medeplichtigheid aan moord ? Alle mogelijke hulp wordt ingeschakeld, maar er is geen redden aan. Het absurde en het Kafkaëske gaan steeds meer door elkaar heenlopen, zonder elkaar te versterken. Het is vlees noch vis, en daardoor valt de bezieling weg.

Ook de liefdesrelaties gaan niet echt leven. Sam's vriendin Nina is de "sterke" persoon in hun liefdesrelatie. Zij neemt steeds het initiatief. Sam volgt, hij laat zich sturen, behalve in zijn bijna perverse verwerking van de traumatische ervaringen in Bagdad. Nina noemt hem dan "haar slak". Ook hier verzwakt dat absurde het liefdesthema.
Een ander liefdesthema komt nauwelijks uit de verf: De relatie met zijn zus Aida. Hij houdt veel van haar, en probeert zo goed mogelijk voor haar te zorgen.  Wanneer hij haar wast onder de douche ervaart hij intimiteit. Maar veel meer komen we niet te weten.

Ik vind het een geconstrueerd verhaal, waarin geen van de personen echt tot leven komt.



maandag 2 juli 2012

Moestuin - juni 2012

Vanaf mei, juni kan het oogsten beginnen. Spinazie heeft maar anderhalve maand nodig, en ook de eerste sla- en andijvie-kroppen zijn groot. Dit is de periode waarin de moestuin voller en voller wordt. Ook met onkruid overigens, dus er moet regelmatig gewied worden.


Tuinbonen
De tuinbonen had ik al in februari gepoot. Ze kunnen de kou verdragen, en door vroeg te beginnen, blijf je de luis voor is het idee. Aanvankelijk leek het geen succes: in maart en april was het koud en winderig. Maar vanaf eind april kwam de groei goed op gang. Ik heb vanaf eind mei toch enkele malen een oma-middeltje gebruikt om de luis te bestrijden: sproeien met een mengsel van vloeibare groene zeep en spiritus in water. Na een avondje doppen, schoonmaken, en koken hebben we zes porties voor in de diepvries, een mooi resultaat.
 
pic name pic name
Bessen
De rode bessen zijn altijd het eerst goed: eind juni begin juli moeten die worden geplukt. Dit jaar hebben we alleen de rode bessen en de Amerikaanse bosbessen onder het net gedaan. De vogels zijn er dol op. De zwarte bessen en de kruisbessen laten ze met rust. De rode bessen hadden dit jaar veel last van een soort luis. Volgend jaar wil ik daar eens aandacht aan besteden en proberen om dat te bestrijden. Ik merk wel dat op internet bergen tips te vinden zijn, inclusief instructiefilmpjes.

 

Kolen
Dit jaar heb ik het insectengaas maar weer eens voor de dag gehaald, ter bescherming van de kolen. Het is een soort muskietennet waarmee je voorkomt dat schadelijk ongedierte, met name de rupsen natuurlijk, de kool oppeuzelen. Ik heb een hele stellage gebouwd. Van terrasklinkers heb ik poeren gestapeld. Los stapelen is voldoende stevig en geeft de mogelijkheid om nog hoger te stapelen. Vervolgens maak ik een raamwerk van balkjes en PVC-buis waar het insectengaas overheen komt. Met klinkertjes leg ik het vast. Simpel en stevig. Vooralsnog groeien de kolen ongestoord.



Aardappelen
De aardappelen bloeien, vanaf nu begint de knolvorming. Het enige wat ik nu doe is spuiten tegen phytophthora of aardappelziekte, zie de wiki. Die kan je oogst in enkele dagen vernietigen. Het blad gaat dood, en er komt bruinrot in de aardappelknollen. Ik heb het een keertje meegemaakt, hoogst teleurstellend.