Afgelopen zondagochtend zitten we naar goede gewoonte in de kerk. Ervoor kiezen om een volger van Jezus te zijn en dan niet reageren op Zijn uitnodigingen is natuurlijk slappe hap. Elke amateursporter met hart voor zijn club is er toch ook als er competitie gespeeld wordt en de tegenstander verslagen moet worden?
Toch is er iets raars aan de hand. Deze keer zitten we in een Engelse dorpskerk ergens in de Codswolds. Ook hier zijn het weer de vrouwen die de zaak aan de gang lijken te houden. Al in het begin van de dienst wordt Ruth, de youthworker, uitgenodigd om haar verhaal te doen. Ze staat op: een jonge vrouw, sportief gekleed, en ze loopt naar de katheder.
Ze houdt een gepassioneerd betoog over haar werk met de jongeren in het dorp, over haar joggingrondje de dag ervoor toen haar plotseling een bijbeltekst uit Colossenzen 3 te binnen schoot over Jesus in your heart, en ze besluit met een warm pleidooi for sharing your life with others, waarom niet gewoon je buren opzoeken en ze uitnodigen voor de opening ceremony of the Olympics ? Ze vraagt aan de dominee of ze mag bidden met ons - de liturgie is high-church - en loopt daarna weer naar haar plek. We zingen het volgende lied. Ze stapt op, loopt naar achteren en verdwijnt uit de dienst....
Heel bijzonder vond ik het: zo'n enthousiaste twintiger, die - dat neem ik even aan - het niet nodig vond om de dienst uit te zitten.
Een paar dagen later lees ik een artikel in Trouw over jonge predikanten, twintigers, die een manifest hebben geschreven, gericht aan het moderamen van de PKN-synode.
De rode draad van het verhaal spoort met het voorval in de Engelse dorpskerk: er is voor jonge mensen niet zo gek veel te halen in de kerk. Waarom zou je op zondagochtend vroeg uit je bed komen om naar een kerkdienst te gaan die je niet nodig hebt ? En wat betekent dat dan voor een twintiger die, opgeleid tot predikant, niet in die voorgekookte en verstarde kerkelijke wereld wil stappen ?
Het is een goed verhaal, de betrokkenheid van de jonge dominees spat er van af. Ze hebben een helder zelfbeeld: Onze generatie theologen is gewend concreet over God en geloof te spreken, we beschikken over vrijmoedigheid, overtuiging en enthousiasme. Ook over hun missie zijn ze duidelijk: We willen het licht niet uitdoen, maar het vuur aanwakkeren. En mocht er bezorgdheid zijn over eigenreidheid van de jongere generatie: We verlangen naar inspirerende mensen met wie we kunnen samenwerken en die ons kunnen coachen. Mensen die ons helpen ons talent uit te bouwen en die niet bang zijn voor verandering.
In het manifest vragen de jonge predikanten om ruimte voor experimenten, want ze willen niet in een dichtgeslibd verwachtingspatroon aan de slag.
Er begint van alles bij me borrelen als ik nadenk over het manifest.
Allereerst en allermeest: Ja, ik vind dit een heel goed intitatief. Ik vind ook dat er te weinig samen met jongeren wordt nagedacht over de toekomst van de kerk. Experimenteerruimte lijkt me van wezenlijk belang voor vitaliteit. En in een kerk die zich protestants noemt, behoort het zich willen veranderen in de genen te zitten: Ecclesia Reformata Semper Reformanda.
Dat roept overigens wel de vraag op: maar ontbreekt het dan aan die ruimte ? Ik lees regelmatig over goede initatieven: kerkplantingen, het revitaliseren van oude stadskerken, diakonale projecten, woon- en leefgemeenschappen, het is er te kust en te keur. Dat er veel stroperigheid zit in de gemiddelde PKN-gemeente zal waar zijn, maar die krijgen we natuurlijk niet weg door een synode-oproep of zoiets.
In de tweede plaats, en dat als aanvulling op mijn welgemeend ja: voor je het weet raak je verzeild in een activistische houding, in maakbaarheid. Dat er een kerk bestaat, een gemeenschap van Christus, is ook een geheim, en een geschenk. Je ontvangt het om niet. Begrijp me goed: we hebben ze beiden nodig: de daad vanuit je passie en je energie, en de verwachting, vanuit lege handen en stilte.
Ten derde: In Handelingen 2 staat die simpele schets van de eerste gemeente: En zij volhardden in de leer van de apostelen en in de gemeenschap, in het breken van het brood en in de gebeden. Vier zaken om mee aan de slag te gaan, meer niet.Als we dit nou elke week gewoon gaan doen met elkaar, op allerlei manieren zoveel als de Geest ons influistert......
Geen opmerkingen:
Een reactie posten