maandag 21 maart 2011

Leve de burgerlijkheid

Het kwartje is gevallen, vorige week. Al tijden zit ik te broeden op een goede aanpak waarmee we als CDA-Epe aan de slag kunnen gaan. Welke activiteiten gaan we ontplooien, en waarom doen we dat dan ?
Via het Slangenburgberaad kwam ik op het spoor van een lezing van Govert Buijs, gehouden op het Christelijk Sociaal Congres in 2010. En die lezing, getiteld Leve de burgerlijkheid, zorgde er voor dat het kwartje viel….

Govert Buijs analyseert twee revoluties in de Nederlandse samenleving: die van de jaren ’60, en de huidige. De eerste betekende een afrekening met de burgerlijke cultuur zoals die gedurende honderden jaren zich had ontwikkeld en in Nederland de specifieke gedaante van de verzuilde samenleving had aangenomen.
De tweede vindt Govert Buijs moeilijker om te duiden, we zitten er namelijk middenin. Hij gebruikt een karakterisering: ambivalentie. We willen vrijheid èn orde, een maximale kick, maar wel met een overheid die klaar staat als het misgaat.
Zijn we als hyper-individualisten nog in staat om een samenleving op de been te houden ? Dat willen we wel,  gezien de rapporten van het SCP.
Buijs is van mening dat er  “ars consociandi”  te vinden is. En dan mag met name de christelijk-sociale traditie worden genoemd: de kunst van het smeden van een samenleving is een kerncompetentie van deze traditie. Volgens Buijs wordt de apostel Paulus als de eerste grote “engineer of community” herontdekt: hij wist zeer heterogene gezelschappen aaneen te smeden tot gemeenschappen van onderlinge liefde. Buijs noemt een achttal karakteristieken van de gemeenschapvorming van Paulus, soms haast haast triviale dingen als “het opschorten van je oordeel” of “fouten toegeven”. Klaarblijkelijk moeten we die zaken weer als stevig fundament leren gebruiken.
Buijs eindigt zijn lezing met het karakteriseren van de huidige jongeren in drie groepen, waarbij de “nieuw-burgerlijke assertieven” op zijn sympathie kunnen rekenen. De christelijk sociale beweging situeert hij ook bij die groep. Hij vermoedt dat een “engineer of community” die ook navolger van de Heer is, in staat is om de tegenslagen van werken aan de gemeenschap het hoofd te bieden. Want navolgers van de Heer hebben ontdekt dat er eerst Iemand naar hen omkeek.

 En wat kan CDA-Epe nu met deze mooie gedachten ?
Als eerste wil ik dan "engineers of community" noemen: Laten we dat tot kernbegrip van onze aanpak maken, ons uithangbord, onze reclamekreet!
Natuurlijk moet dit omgezet worden in normaal Nederlands. Ik stel voor om over "buurtbouwers" te gaan spreken: CDA-ers zijn buurtbouwers. Onze eerste aandacht gaat niet uit naar de markt of naar de overheid, maar naar de buurt. Niks nieuws onder de zon toch, we vinden dat al jarenlang.
Daarom is het in de tweede plaats van belang dat we laten zien wat buurtbouwers opleveren. Want de buurt wil wel merken dat een politieke partij helpt om het leven goed te maken.
Ik zit aan enkele activiteiten te denken om "buurtbouwen" praktisch en uitvoerbaar te maken. Dat gaat de inzet van ons als lokale CDA-ers vragen.De fractie kan dit  niet alleen, en mag dit eigenlijk ook niet allen doen. We worden dus meer actiepartij ! We kunnen het volgende gaan doen:
  • "buurtbouwavonden": we gaan enkele malen per jaar de buurt in, nodigen de mensen uit voor een buurtbouwavond in het buurthuis, de sportkantine, of het café en gaan met hen aan de praat over wat er beter kan en moet in de buurt
  • "masterclasses": er is ook een thematische aanpak nodig voor de bespreking van de grote thema's: gezondheid, veiligheid,werk,onderwijs, sport, cultuur. Dat gaan we ook enkele malen per jaar doen en daarvoor nodigen we lokale mensen uit met kennis van zaken.
De beide werkvormen samen moeten gaan leiden tot praktische en haalbare oplossingen die gedragen worden door de lokale burgers. 

Naast goede werkvormen hebben we ook een goede koers nodig: waar willen we als CDA naar toe? Hier hebben we werk te doen. Onze lokale standpunten lijken er in de ogen van de kiezer minder toe te doen dan de landelijke. En als die vlak en weinig uitgesproken zijn kom je al gauw over als een vage middenpartij.
Ik ben dan ook blij met het CDJA: daar wordt op een frisse manier nagedacht. Hun recente rapport over duurzaamheid en hun evaluatierapport "De toekomst van de Christen-Democatie in Nederland" zijn van hoge kwaliteit en nemen duidelijk stelling. En dat hebben we nodig.


1 opmerking:

  1. Ik moest denken na het lezen van dit stuk aan de woorden van Ruth Peetoom. Als het CDA niet zou bestaan dan zouden we het nu moeten uitvinden! Vanuit onze christelijke sociale traditie hebben we heel wat om er voor te gaan. Buurtbouwers is een mooie term. CDA: Dichtbij en Betrokken.

    BeantwoordenVerwijderen