donderdag 18 oktober 2018

Najaarsretraite abdij Tongerlo

Hoe was het, zeker goed tot rust gekomen ? is de veel gestelde vraag wanneer ik weer terug ben na een abdijweek.
Zeker, die rust is er volop te vinden. Dat het mij om meer gaat dan rust alleen heb ik al eens eerder proberen te beschrijven, zie mijn verslag van twee jaren geleden.
Elke dag om kwart voor zeven zit ik in de koorbanken voor het ochtendgebed. Het geeft een rustig begin van de dag. Het zingen van de psalmen, het aanhoren van de lezingen, en de stiltemomenten maken dat je je kunt openstellen voor God. Ik raak steeds meer gehecht aan dat uur.
Na het ontbijt werk ik een paar uur, en dan is het al weer tijd voor de mis. Elke dag een avondmaalsviering, dat is een protestant niet gewend. Hier gebeurt het gewoon, ik doe er aan mee, en de goede gewoonte slijt in. Dat is ook de bedoeling, waardevolle dingen moet je je door veel oefenen eigen maken.
De middagen besteed ik aan wandelen en spelen op het magnifieke abdijorgel. Wat een juweel is dat ! Ik neem steeds een stapel orgelliteratuur mee en speel er uren vol. Bezoekers van de kerk blijven vaak even luisteren, orgel en fysieke ruimte vormen een gelukkige combinatie die ik zelden tegenkom.
Aan het eind van de middag zijn de vespers, gevolgd door het avondeten. De avond besteed ik weer aan enkele uren werk, en daarna is er een gezelligheidsmoment met een abdijbiertje voor de liefhebbers.

Elke week in de abdij heeft weer zijn eigen bijzondere dingen. Deze keer heb ik genoten van een huiskamerconcert van één van de gasten: de Japanse Miho Kurihara.


Ze had in de tafelgesprekken al verteld dat ze pianiste was. Ze was voor een tournee in Europa en verbleef ook een week in de abdij. Aan het eind van de week speelde ze een uur lang op de vleugel van de abdij, op een sfeervolle plek: één van de zoldervertrekken, met prachtig gebinte.
Het programma bevatte o.a. enkele Japanse composities. Die hadden een modern klankidioom - waar ik vaak van houd - en tegelijkertijd iets eigens, iets sprookjesachtigs, het deed me denken aan Ravel.

Met haar toestemming plaats ik een deel van een pianoconcert dat ze gaf in de Poolse ambassade. Het stuk is geschreven door de Japanse componiste  Minako Tokuyama en het heet Musica Nara. Uit de beschrijving:
Musica Nara the music of Nara, or the music of one's home. Nara was once Japan's ancient capital, where the dawns and dusks were greeted by the ringing of temple bells. Guided by the slight and fluttering flight of a butterfly from the past, ancient Nara is revived once again.
The tempo quickens as the piece progresses, and within the notes begin to dance the Guardian Deities of the Children, the busy Running Priest, the Laughing Buddha, the comical demon Obstinacy, and the brave Deva King, all summoned into the present. 
However, with the definitive strike of a great bell, the tempo suddenly returns to the original speed, and with one stroke time has returned to the past. 



Geen opmerkingen:

Een reactie posten