Voor sommigen hangt er iets stoffigs over het fenomeen "historische roman": Vroeger tijden kunnen nooit zo interessant zijn als de wereld van nu, en belevenissen en gebeurtenissen van toen kunnen weinig boeien. Ik deel die opvatting niet. Ik ben steeds weer verbaasd over de actualiteit van de geschiedenis. Of het nu gaat om slimheid, passie, en macht, of om goed of slecht handelen: mensen waren toen niet anders dan nu. Je kunt veel aan inzicht winnen door het lezen van een goede biografie, of een historische roman.
Eric Bana and Natalie Portman as Henry VIII and Anne Boleyn in "The other Boleyn girl"(2008) |
Een ander bezwaar dat naar voren gebracht wordt, is de mogelijkheid om een "betrouwbare" historische roman te schrijven. De auteur brengt toch haar eigen leef- en denkwereld mee ? De afstand tussen toen en nu belemmert een getrouwe weergave van gebeurtenissen van toen. Dat is des te sterker wanneer de auteur zich probeert te verplaatsen in de psychologie van de hoofdpersonen van de roman.
Dit argument vind ik steekhoudender. Door een goede voorstudie kan een historische roman wellicht een getrouw beeld geven van het leven van toen "aan de buitenkant". Maar wat weten wij van de manier van ervaren en denken van toen ?
Ik ben dus nieuwsgierig en vol verwachting begonnen aan Bring up the bodies.
Thomas Cromwell is de bekende staatsman uit het Tudor-Engeland van Hendrik de Achtste, begin jaren 1500. Cromwell is van eenvoudige komaf. Als vijftienjarige vlucht hij voor zijn gewelddadige vader naar het vasteland van Europa. Daar weet hij langzaam maar gestaag betere posities te veroveren. Hij woont in Italië, bankiert daar, en in Vlaanderen, waar hij een uitgebreid netwerk opbouwt onder handelaren. Hij keert terug naar Engeland en gaat politieke functies bekleden. Hij wordt de tweede man van kardinaal Wolsley, de eerste Minister. Als Wolsley in ongenade valt weet Cromwell van de situatie gebruik te maken. Al heel snel is hij eerste Minister en rechterhand van Hendrik de Achtste. Dit alles wordt verteld in Wolf Hall.
James Frain as Thomas Cromwell in "The Tudors" (2007) |
Het is een magistrale vertelling geworden. Hillary Mantel schrijft in het nawoord dat ze haar visie heeft gegeven op de gebeurtenissen rond de onthoofding van Anne Boleyn. Dat heeft ze heel knap gedaan, door helemaal in de huid van Cromwell te kruipen. Ze gebruikt een aparte stijlfiguur: Het is alsof Cromwell over zichzelf vertelt in de derde persoon he. Om het verschil duidelijk te maken met "echte" he's lees je nogal eens he, Cromwell, ...
Het verhaal is om meerdere redenen knap verteld. Er zijn allereerst de historische gebeurtenissen: de huwelijksperikelen van Hendrik de Achtste, de afscheiding van de Engelse kerk van Rome, en de economische hervormingen die Cromwell doorvoert in het koninkrijk. Alleen dat al wordt spannend verteld, met oog voor detail.
Daarnaast zijn er de Macchiavellistische manipulaties, die Cromwell als geen ander beheerst. Er worden allianties gesloten, er wordt gedreigd, gepaaid, omgekocht, en zonodig vloeit er bloed. De oude adel en veel geestelijken haten Cromwell en zijn uit op zijn ondergang. Queen Anne weet als geen ander haar positie te benutten om meer macht te verzamelen. Maar als de gewenste zoon maar niet geboren wordt, bekoelt Hendrik's liefde voor de assertieve koningin snel.
De grootste prestatie van de roman vind ik de psychologische diepte. Steeds weer word je verrast door de hoofdrolspelers. Cromwell is een zakelijke eerste Minister, die alles kan regelen, en die daarbij zo nodig over lijken gaat.
Hij is onvoorwaardelijk trouw aan Hendrik, goed voor zijn zoon en zijn personeel. We lezen zijn gedachten, aarzelingen, zijn verlangen naar zijn overleden vrouw Lizzie en zijn beide dochters, die binnen korte tijd omkwamen door een besmettelijke ziekte. Soms ontroert hij je, en soms is hij een kille machtswellusteling, en hij is zich in deze vertelling daarvan bewust.
Hilary Mantel heeft een prachtig tweede deel geschreven in haar Cromwell trilogie.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten