De nieuwe roman van Anna Enquist ligt in het boekenmandje, en hij leest als een trein. Boeiend tot de laatste bladzijden, met vaart geschreven, door iemand die wat mij betreft de kunst van het schrijven verstaat. Een doktersroman, jazeker, maar niet in de gebruikelijke betekenis van stuiverromannetje.
Anna Enquist was een aantal maanden te gast in het VUMC. Ze vertelt achterin het boek het volgende:
In mijn eigen vak, de psychoanalyse, gaan we ervan uit dat het voor de patiënt in de meeste gevallen heilzaam is te voelen wat er in hem of haar omgaat. Daartoe moet de weerstand tegen het verborgen gevoel worden bewerkt en opgeheven. Als het gevoel werkelijk beleefd mag worden komt het tot rust en verdwijnen de symptomen.
De anesthesist beschermt zijn patiënt juist tegen het voelen en acht zijn werk geslaagd als de patiënt totaal geen weet heeft van de pijn die hem tijdens de ingreep wordt aangedaan. Deze tegenstelling fascineerde mij al jaren.
De hoofdpersonen in de roman zijn psychotherapeut Diederik (Drik) de Jong, zijn zus Suzan, zwager Peter, en dochter Roos, en de nieuwe patiënt van Drik: Allard Schuurman.
Drik probeert zijn normale leven weer op te pakken na het overlijden van zijn vrouw Hanna. Hij begint zijn praktijk met één nieuwe patiënt: Allard Schuurman, student psychiatrie, die als onderdeel van zijn opleiding een leertherapie moet doen. Het wordt een moeizaam traject: Drik krijgt geen vat op zijn patiënt.
Zijn zus Suzan is een succesvolle anesthesiste. Ze verschilt sterk in karakter van haar broer: ze is voortvarend en doortastend, geniet van haar vak, en is er bedreven in. Eigenlijk gaat haar leven op rolletjes, haar enige twijfel is de relatie met haar dochter Roos, die is moeizaam. Dat wordt ingewikkelder als ze ontdekt dat haar dochter een vriendje heeft. Suzan wil daar graag over praten, maar weet geen ingang te vinden.
Drik komt veel bij zijn zuster en zwager Peter, die evenals hij psychiater is en geschoold in de psychoanalyse.
Op zeker moment ontdekt Drik dat zijn patiënt Allard niet langer psychiatrie studeert, maar is overgestapt naar de studierichting anesthesiologie. Hij is terecht gekomen bij de vakgroep waar ook Suzan werkt. Drik vraagt zich af of hij de therapiesessies moet beëindigen vanwege deze verstrengeling van zijn privé en zijn beroepsmatige relaties, maar hij besluit om door te gaan. Een fatale fout.....
Ogenschijnlijk kleine gebeurtenissen en foute keuzes leiden tot een ingewikkeld kluwen van onoplosbare problemen. Eenmaal hier aangekomen lees je het boek zo snel mogelijk uit om te weten hoe het afloopt.
Het boek geeft een heel indringend beeld van de hektiek op de operatiekamer, en wat dat doet met de medische specialisten. Anna Enquist weet dat heel knap te beschrijven.
Ze doet dat ook bij het werk van Drik. Dat roept bij mij echter irritatie op: wat een voortdurend gepeuter in je eigen en andermans psyche, vermoeiend zeg.
Ik heb één belangrijke kortsluiting met het boek, en dat had ik ook met een eerdere roman van haar die ik jaren geleden las: Ik vind het zo "innerlijk koud " in die twee boeken. De mensen leven er hun leven, en met een beetje geluk gaat het hen wel, maar vaker treft hen het ongeluk. Door blind toeval, of door kleine oorzaken met grote gevolgen, zoals in deze roman. De laatste regels van het boek verwoorden die godverlaten kou indringend:
Glimlachend gaat Suzan naast Hettie zitten. Straks zal ze een man in slaap brengen, zo diep dat hij er geen weet van heeft dat de neurochirurg zijn schedel openzaagt. Ze zal zorgen dat hij geen pijn heeft, maar op het hoogtepunt van de procedure zal ze de toevoer van het slaapmiddel moeten stopzetten en de man langzaam bij bewustzijn laten komen. Traag zal hij uit de verdoving omhoog zwemmen en bovenkomen in een onbegrijpelijke, gruwelijke wereld.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten