Of het abdijbier ook goed smaakt, daar in dat klooster ? wordt me regelmatig gevraagd. Het antwoord is een volmondig ja. De abdij heeft een prima smakende triple, de Tongerlo Prior, en de gastenpater heeft me geleerd hoe je die uitschenkt. In de huiskamer in het gastenverblijf staan voor dit doel in de glazenkast brede bierglazen, en kleine glaasjes, iets groter dan een borrelglas. Het grootste deel van het flesje schenk je uit in het bierglas. Dat bier behoort mooi helder te zijn. Het laatste bier rol je goed heen en weer in het flesje en dat schenk je dan in het kleine glaasje. Dat bier is troebel en volgens de kenners het lekkerst. Ik proef het verschil niet zo, eerlijk gezegd. Maar in ieder geval helpt het wel voor de gezelligheid in de huiskamer. Ik kom er graag, zo tegen tienen 's avonds, en vaak komen er meer gasten en is het er zomaar weer laat.
|
De Tongerlo Prior in dat mooie brede bierglas
Meer en meer wordt de abdij een plek waar ik me thuisvoel. Door het regelmatige bezoek verdwijnt de anonimiteit van het begin. De eerste keren ben je één van de vele gasten, een passant voor de gemeenschap. Maar langzaam maar zeker word je elkaar vertrouwder. De broeders houden - begrijpelijk - gepaste afstand. Ze hebben hun eigen bezigheden en ook in de abdij zijn de agenda's gevuld. De maaltijden zijn de momenten waarop je met de gastenpaters een gesprek kunt voeren. Maar meer en meer kan een kort praatje op een ander moment er van af. Op vrijdagavond zat ik heerlijk in de zon op een bankje op het binnenplein. De abt passeerde en nam vijf minuten de tijd om afscheid te nemen en een praatje te maken met de lange Hollander. Dat vind ik attent, het maakt dat ik me er thuisvoel.
De gebedsdiensten hebben me goed gedaan. Het ordenen van je dag met vaste momenten van gebed geeft veel rust in het hoofd. Bij de eerste bezoeken dacht ik als individualistisch ingestelde protestant nog wel eenst: wat heb ik hier nu aan ? Dat raak ik meer en meer kwijt. Ik doe gewoon mee, zing de psalmen, buig bij de lofprijzing, en besef meer en meer dat je gelooft als gemeenschap en dat het vuurtje bij jezelf soms wat minder brandt maar dat je je daar geen zorgen om hoeft te maken. Met elkaar huldig je de Allerhoogste, en dat is van een raadselachtige pracht.
In mijn leesuren heb ik een stevige inleiding op Meester Eckhart gelezen uit het boek Kruispunten uit de mystieke traditie van Blommestijn en Maas. Vooral aan de hand van een bloemlezing uit zijn preken wordt zijn doordenking van het geestelijke leven met God behandeld.
Intrigerend, maar vooralsnog zal ik me niet verder verdiepen in deze briljante theoloog uit de dertiende eeuw. Daarvoor vind ik het toch te filosofisch en te speculatief. Waarschijnlijk ben ik er te protestants voor: de leesregel sola scriptura is me dierbaar terwijl Meester Eckhart met een abstracte filosofische gereedschapskist en vlijmscherpe argumentaties alle grenzen passeert die ik gewend ben in acht te nemen bij het spreken over God. Maar het was wel goed om kennis te maken met zijn levendige manier van preken en zijn vermogen om abstracte zaken soms ook weer heel eenvoudig uit te leggen.
|
Geen opmerkingen:
Een reactie posten