Maar de meningen over de wenselijkheid van deze adempauze waren zeer verdeeld: De plattelandsbevolking in de oostelijk gelegen provincies juichten het toe: zij waren vaak het slachtoffer van de rondtrekkende en plunderende legers. De kooplieden in Holland en Zeeland zagen economisch voordeel in het verschiet wanneer de handel zou gaan aantrekken. Maar orthodoxe Calvinisten waren faliekant tegen: de dreiging van het Roomse Spanje zou alleen maar groter worden. En prins Maurits, de bevelhebber van de strijdkrachten van de Republiek, wist maar al te goed dat zijn machtspositie sterker was ten tijde van oorlog.
Dit was het speelveld waarin Raadpensionaris Johan van Oldenbarnevelt, de machtigste man van de Republiek, op zijn ondergang afkoerste.
Buste van van Oldenbarneveld |
Matsier heeft een bijzondere compositie voor zijn roman gekozen: Hij is in het hoofd van van Oldenbarnevelt gaan zitten en vertelt over het eenzame verblijf in een bovenvertrek op het Binnenhof, waar hij samen met zijn huisknecht Jan Francken de tijd moet zien te doden. Matsier laat van Oldenbarneveld terugblikken op de hoogte- en dieptepunten van zijn leven, en op die wijze leren we hem van nabij kennen.... zoals Matsier zich dat voorstelt.
De roman vertelt dus een bekend verhaal. In de recente biografie van Ben Knapen kun je alles al lezen en nog veel meer dat Matsier niet noemt, en ook niet kan noemen omdat dit een roman is over hoe van Oldenbarneveld zijn laatste maanden beleefd zou kunnen hebben.
Het kostte me enkele tientallen bladzijden om de aanpak van Matsier te gaan waarderen: ik vond het aanvankelijk tè bedacht en te oppervlakkig. Gaandeweg begon het me te boeien, en eerlijk is eerlijk: het boek leest als een trein: je proeft de kou, de verveling, de oplopende irritatie, en je voelt hoe de starre van Oldenbarnevelt afkoerst op zijn ondergang.
De executie van van Oldenbarnevelt op het Binnenhof |
Een ander karig belicht facet is het geloofsleven van van Oldenbarnevelt. Matsier citeert meerdere keren de familiespreuk nil scire tutissima fides (niets weten is de veiligste waarborg) en maakt van van Oldenbarneveld een wel heel vrijzinnig christen, haast een agnost. Dat is geoorloofd in een roman, maar het is niet mijn beeld van de gelovige van Oldenbarneveld: een verdraagzame remonstrant die weinig affiniteit had met Calvinistische stijlheid en onafhankelijkheidszin.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten