dinsdag 28 december 2021

De alternatieve kerstfilm: Just Mercy (2019)

 Op Kerstavond hebben we deze film gekeken. Hoe vind je zo'n film ? Zoals altijd: wat rondneuzen in lijstjes en even kijken naar de scores van IMDB en Rotten Tomatoes. Het leek ons wel wat, en het heeft onze verwachtingen ruimschoots overtroffen.

Ik wil de film van harte aanbevelen voor een avondje film rond Kerst. Niet als een Christmas romcom maar als een schurende film die je onder de huid kruipt. Het waargebeurde verhaal gaat over grof onrecht van blank tegen zwart. Hier zien we racisme in zijn duisterste gedaante: wreed, nietsontziend, dodelijk. En anders dan bij de zoveelse boodschap in de krant komt het deze keer wel binnen, bitter en vernederend tot in het merg. Maar de film is ook hoopvol en bezielend. Het maakt wel degelijk verschil of je het kwade laat voortwoekeren of het gaat bevechten. Daarom past deze film goed bij Kerst: dan horen we ook dat er Iemand gekomen is die het verschil zal gaan maken en van geen wijken weet.

                             Bryan Stevenson (Michael B.Jordan) in gesprek met de familie en vrienden van Johnny D

Bryan Stevenson is een jonge, net afgestudeerde advocaat. Hij kiest niet voor een fraaie carrière maar vertrekt naar Montgomery, Alabamana, waar racisme springlevend is. Hij richt de Equal Justice Initiative op en begint gratis rechtsbijstand te verlenen aan ter dood veroordeelden. In de gevangenis ontmoet hij Walter (Johnny D) MacMillian die schuldig bevonden is aan de moord op de 18-jarige Ronda Morrison. Ze is op klaarlichte dag vermoord. Walter MacMillian ontkent alle betrokkenheid. Hij is inmiddels een lamgeslagen man: alle hulp is tot dan toe tevergeefs geweest. 

Bryan Stevenson bestudeert het dossier en ontdekt onregelmatigheden in de bewijsvoering. Hij weet Walter ervan te overtuigen dat er voldoende aanleiding is om in beroep te gaan. Dit wordt het begin van een lang en intens juridisch gevecht. De witte officiële instanties schuwen geen enkel middel om de lastige zwarte advocaat weg te werken en MacMillian te laten executeren.

Ik heb op het puntje van mijn stoel zitten kijken naar Bryan Stevenson. Hij houdt vol en gaat alle tegenstand, machtsmisbruik en grievende vernedering, ook van hemzelf,  met volharding te lijf. Hij is een man met een diepe overtuiging en dat houdt hem gaande. Stap voor stap weet hij het vertrouwen van de zwarte gemeenschap in Montgomery te winnen. Ze voorzien hem van waardevolle informatie. Daardoor kan hij steeds meer bewijsmateriaal verzamelen waarmee de onrechtmatigheid van het vonnis aangetoond wordt. Zelfs dan wordt het gratieverzoek door de lokale rechtbank afgewezen. Pas wanneer hij de zaak bij het Hooggerechtshof van Alabama aanhangig maakt is er een keer ten goede.

dinsdag 21 december 2021

Tropenkolder en goena-goena

Wie leest er nog Jan de Hartog, wie kent hem überhaupt ? Een schrijver die in de naoorlogse jaren in een hoog tempo romans en toneelstukken produceerde. De Nederlandse literaire critici namen hem niet serieus: te oppervlakkig, geen interessante psychologie. In het buitenland werd daar anders over geoordeeld. In de Verenigde Staten werd hij gezien als de meest bekende Nederlandse auteur van zijn tijd.

"Gods Geuzen", gescheven in de jaren 1947 - 1949, is zo'n meesterlijke vertelling. In mijn tienerjaren heb ik dit boek al gelezen. Onlangs, na tientallen jaren, kwam ik het boek weer tegen en ben het gaan lezen. Wat een intens verhaal is dit, zo vol vaart geschreven dat we er nu bijna het plakkertje "ADHD roman" op zouden doen.

Spiral Road
                                   Rock Hudson als Anton Zorgdrager in de verfilming The spiral road (1962)

Eerst maar een blurb: Anton Zorgdrager heeft op kosten van de staat medicijnen kunnen studeren. De afgesproken tegenprestatie: tien jaren medische dienst in Nederlands-Indië. Hij laat zijn verloofde Els achter en begint aan het grote avontuur. Zijn eerste opdracht is de ondersteuning van de arts Brits Jansen die bezig is een epidemie te bedwingen in de binnenlanden van Borneo. Onvoorbereid wordt hij in het diepe gegooid: het begin van een bizarre reis door het oerwoud van Borneo en een eerste kennismaking met Brits Jansen; een zeer bijzonder arts.... 

Met dit eerste tableau is de toon gezet. Het verhaal dendert op topsnelheid verder. Anton en Els "trouwen met de handschoen" en Els komt naar Nederlands-Indië. Het huwelijk wordt een flop: de twee weten elkaar niet te vinden. Anton is in de ban van het oerwoud geraakt en zit in de knoop met zichzelf. De zoektocht naar wie hij zelf nu eigenlijk is is begonnen en wordt steeds intenser. Als Anton op een brute wijze sex heeft gehad met Els is de maat vol: hij vertrekt vol schaamte voor een volgende opdracht naar de binnenlanden van Sumatra. Els blijkt zwanger te zijn en vertrekt op doktersadvies naar Nederland. 

Beiden weten niet dat Brits Jansen dit laatste georkestreerd heeft. Hij is Anton gaan beschouwen als zijn zoon en opvolger van zijn lepra-onderzoek waar hij al jaren aan werkt. En er is nog iets: Brits Jansen onderhoudt nauwe contacten met Willem Waterreus, een Heilssoldaat die een melaatsenkolonie leidt op Java. Brits Jansen beschouwt zich als de peetvader van de dochter van Willem, Bert. Hij ontdekt dat Anton en Bert samen hebben gestudeerd en goede vrienden zijn. Er ontstaat een web van intense relaties tussen al deze mensen. Anton gaat naar de eenzame buitenpost Mamawi op Nieuw Guinea in een poging in het reine te komen met zichzelf en met God. Het wordt een helse krachtmeting met papoea's en zwarte magie. Alleen Willem Waterreus, man van God, blijkt de ban van deze goena-goena te kunnen breken......

Hoezo: weinig psychologie ? Deze roman doet me denken aan de romans van Couperus, waar de psychologie van de hoofdpersonen ook steeds met een fijne pen ontleed wordt. Ik denk in het bijzonder aan zijn Indië roman De stille kracht die dezelfde elementen bevat: Nederlanders in een vreemde Oosterse wereld en een vijandige cultuur, vol bovennatuurlijke krachten: wie heeft niet gegriezeld bij de occulte verschijnselen in het badhokje ?

Wat Jan de Hartog meesterlijk doet is het voortdurend wisselen van perspectief. Door vanuit de psyche van meerdere personen naar één en dezelfde gebeurtenis te kijken word je als lezer voortdurend van je stoel getrokken: Hoe moet ik nou een bepaalde gebeurtenis duiden, wat zou ik zelf hebben gedaan, gedacht, of gevoeld ?

Je kunt deze roman lezen als een verhaal over tropenkolder, over wat er met je gebeurt in het magische tropische oerwoud. Maar deze roman graaft veel dieper. De grote doorgaande lijn gaat over de zoektocht van Anton Zorgdrager naar zichzelf en naar God. In het begin lezen we uitgebreid over eenzelfde weg van Willem Waterreus in zijn jonge jaren. Hiermee wordt de toon gezet voor de geestelijke beproevingen die de rationele en atheïstische Anton Zorgdrager steeds verder wegdrukken in de wanhoop.

Deze meesterlijke vertelling is ook een tijdgebonden verhaal. Het taalgebruikdoet ouderwets aan. Er is veel aanstekelijke maar ook kwajongensachtige humor. En de wijze waarop over de autochtone bevolking in Nederlands-Indië wordt gesproken kan heden ten dage absoluut niet meer. 

In 1962 is er een verfilming gemaakt: "The spiral road". De film wordt laag gewaardeerd. 

                      De archeoloog dr.Pieter Vincent van Stein Callenfels die model stond voor dokter Brits Jansen 

Ik heb enkele interessante documenten kunnen vinden waarin de arts Brits Jansen verder tot leven komt. Deze zonderlinge reus is gemodelleerd naar de archeoloog dr. Pieter Vincent van Stein Callenfels, een reusachtige man met zeer bijzonder gedrag. Je vindt er meer over in Tropenkolder in de Indische letteren waarin ook uitgebreid het fenomeen "tropenkolder" wordt geanalyseerd.

dinsdag 14 december 2021

Bakken: kokosmakronen

Kokosmakronen: die lusten me wel. Dat wordt mijn volgende baksel ! Natuurlijk pluk ik weer een instructiefilmpje van internet: deze keer van Koken met Kennis. Duidelijk, vrolijk, en het resultaat ziet er goed uit.

De Kok met Kennis verzekert me dat het van essentieel belang is om het beslag au bain-Marie te  verwarmen tot 60 graden Celsius. Een nieuwigheid voor mij, maar niet ingewikkeld: water in een steelpan aan de kook brengen, metalen kom er op, en..... temperatuur meten  met mijn nieuwe oventhermometer. Het blijkt allemaal eenvoudig te gaan en zonder problemen heb ik na een halfuurtje klaarzetten, mengen, en verwarmen een mooi beslag.

Maar nu kom ik in de problemen: ik heb geen ouwels (het eetbare papier aan de onderkant)  en ik heb geen spuitzak. Die laatste zit er aan te komen, maar daar heb ik deze keer niets aan. Ik ga improviseren: van een lege anderhalve liter petfles snij ik een ring met de doorsnede van een kokosmakroon. Op de bakplaat leg ik bakpapier en de ring vul ik telkens met beslag. Wat een geklieder, ik snap nu waarom een spuitzak zo handig is.

De bakplaat gaat de oven in, maar mijn oventhermometer zegt dat de temperatuur te laag geworden is: te lang getreuzeld bij het naar binnenschuiven van de bakplaat. Ik moet mijn oven duidelijk nog veel beter leren kennen. Ik houd het afbakken goed in de gaten en haal de bakplaat na een minuut of vijentwintig uit de oven. Het resultaat is niet wat ik me had voorgesteld: de kokosmakronen zijn aan elkaar vast gaan zitten en ze zijn ook heel plat. Geduldig bik ik ze los van elkaar en van de bakplaat en proef er eentje. En dat maakt alles weer goed, want zo moet een warme kokosmakroon smaken.



woensdag 8 december 2021

Millennials, onopvallendheid, en Paterson

 In het ND van afgelopen zaterdag 4 december stond een ingezonden brief met een opvallende titel: Ode aan een onopvallende spiritualiteit. De schrijver is student aan de Radboud Universiteit. Hij "mediteert", zou ik haast zeggen, over zijn leven als millennial. Daar hoor ik niet bij: ik ben een generatie X-er, de lost generation geboren tussen 1955 en 1970. Met overigens verdraaid goeie eigenschappen hoor: "praktisch, zelfredzaam, no-nonsense mentaliteit". Daar kom je een heel eind mee !

Terug naar de millennials en de ingezonden brief. De schrijver geeft een mooie karakterisering van zijn leefwereld: Als millennial voel ik de druk "om er iets van te maken", om succesvol te zijn: is het niet in maatschappelijke zin dan wel in spirituele zin..... Soms lijkt het alsof een leven pas betekenis heeft als het leven spectaculair is, vol maatschappelijke impact, en ook de kerk moet aan deze eisen voldoen. Zijn diegenen die dit niet willen of hier niet toe in staat zijn dan gedwongen een betekenisloos leven te leiden ?

 

Dan begint te student te vertellen over de film Paterson (2016) waarin het alledaagse leven van een jong stel op inspirerende wijze wordt getoond in een meesterlijke, trage vertelling. Ik ben de film gaan kijken and I love it. Alleen al de onthaasting die je in je voelt als je meebeweegt met de dagelijkse gang van Paterson en Laura: weldadig. Paterson is buschauffeur. Als hij wakker wordt kust hij zijn vriendin, drinkt koffie, en wandelt naar het busstation. Hij luistert er naar de klaagzangen van zijn collega, en start zijn bus. 's Avonds wandelt hij naar huis, zet de brievenbus weer recht zonder er verder iets aan te doen, en wordt liefdevol ontvangen door zijn temperamentvolle vriendin. Zij heeft ambities, is vol plannen. Maar Paterson is anders. Hij schrijft gedichten. Als hij middagpauze heeft pakt hij zijn notitieboekje en begint te dichten. Zijn vriendin moedigt hem aan om de gedichten te publiceren, maar hij wil er niet van weten. 's Avond laat hij de hond uit en drinkt een biertje in zijn stamcafé. We volgen het stel zeven dagen lang.

 Het boeiende van de film zijn de korte voorvallen waarin we Paterson beter leren kennen. Dat zijn pareltjes van vertelkunst. Ze zorgen ervoor dat het verhaal, waarin bijna niets gebeurt, reliëf krijgt . Hij luistert aandachtig, straalt rust uit. Hij schiet te hulp in het stamcafé, en hij let even op een lagere-school meisje dat zonder toezicht door een gevaarlijke buurt dwaalt. Hij moedigt aan, heeft oog voor de mensen om hem heen. En waarom ziet hij (en zien wij) eigenlijk steeds tweelingen in de bus ?

Ik eindig met enkele gedachten die bij me opkomen:

  • Less is more. Dat is van toepassing op de regie van de film: er wordt veel weggelaten en dat maakt de film krachtiger. Maar het roept ook de vraag op of ons leven aan betekenis verliest wanneer het alledaags lijkt te zijn. Hoeveel waarde zit er niet in de kleine momenten van aandacht, zorg, en attentie die we in Paterson tegenkomen !
  • Dat brengt me opnieuw bij de ignatiaanse spiritualiteit die ik in deze weken voor Kerst dagelijks tegenkom in de advents-gebedsretraite van de jezuïeten. Eén van de fundamenten ervan is God vinden in alles. God is niet ver weg, niet hoog verheven en onbereikbaar, maar te vinden en te ontdekken in het gewone alledaagse leven. Paterson is geen religieuze film, maar de levenshouding die we er aantreffen sluit wel naadloos aan bij deze ignatiaanse spiritualiteit.
  • Is dit een film met een boodschap, of een film met een optie ? In het eerste geval vind ik het uitdagender - want wat is dan die boodschap ? Een optie is misschien interessant maar ook vrijblijvend. De boodschap die bij mij binnenkomt: In onopvallendheid en alledaagsheid kunnen we op talloze manieren liefde geven. En dat is Gode aangenaam.

 

 


zondag 28 november 2021

Advent: vier weken van ....

Wat doen we in de vier weken van Advent ? In vrijwel alle Nederlandse huizen en/of tuinen wordt kerstversiering opgetuigd. Misschien maken we een adventskrans of halen het kerststalletje weer voor de dag. Op zondag steken we in de kerk week na week en één voor één de adventskaarsen aan. Mooie en sfeervolle tijd, zeker, ik geniet er van. Het is de bovenkant van Advent. Wat komen we tegen als we dieper gaan ? 

Advent is ontstaan in de vroege christelijke kerk. Het is de tijd van verwachting van de komst van de Heer. Maria is hoogzwanger en krijgt te horen dat ze voor de volkstelling naar Bethlehem moet. Versobering en inkeer zijn de kern van het verwachten, net zo als in de Veertigdagentijd voor Pasen. 

Hoe geef ik inhoud aan dat verwachten ? Die vraag stel ik me nog niet zo lang, misschien een jaar of tien. Daarvoor bleef ik aan de bovenkant van Advent steken. Wat wordt bedoeld met "inkeer" ? Voor christenen heeft dat een duidelijke betekenis: het is luisteren naar God en antwoord geven in je gebed. Inkeer heeft altijd rust en tijd nodig. Dat gaat het beste als je een dagelijkse stille tijd hebt. Ik doe mee met de digitale adventsretraite van de jezuïeten. Elke morgen is er een e-mail met een bijbelgedeelte en een gebed en ik gebruik dat in mijn stille tijd. Goede ondersteuning helpt. Maar elk jaar weer heb ik de ervaring dat de grootste uitdaging het luisteren zelf is. Wat dwalen de gedachten snel af in dat ochtendkwartiertje ! Het is steeds weer oefenen en oefenen om "er bij te blijven". Diegenen die verder zijn gevorderd in het mediteren verzekeren ons dat ook zij er nog mee worstelen en dat stelt gerust.

In 2018 ben ik in de adventstijd een week in de Oude Abdij in Drongen (bij Gent in België) geweest voor een stilteretraite. Dat was een bijzondere ervaring, met positieve en negatieve kanten. Ik vond het heel waardevol om een week lang  onder deskundige begeleiding te kunnen mediteren. In de Oude Abdij gebeurt dat in de Ignatiaanse traditie en die voelde meteen vertrouwd: vanuit je aardsheid gericht zijn op Jezus. Geen zweverige toestanden, de voeten in de klei, en dan ontdekken wat en hoe Jezus doet en hoe je je met Hem verbinden kunt, nu vandaag. Wat ik moeilijk vond was het zwijgen bij de maaltijden, dat ging er bij mij niet in. Een maaltijd is ontmoeting, gesprek, en zwijgen vond ik zeer onnatuurlijk.

In de hierboven genoemde blog over de stilteretraite heb ik al geschreven over de Geestelijke Oefeningen: dertig dagen stilteretraite onder begeleiding van een ervaren jezuïet. Ik merk dat het verlangen om de volledige dertig dagen van de Geestelijke Oefeningen te doen steeds bij me terugkeert. Deze week las ik het "verslag van een geestelijke reis" van EO-presentator Elsbeth Gruteke. Ze heeft de volledige Geestelijke Oefeningen in de Oude Abdij gedaan. Het is een indrukwekkend relaas waar ik heel dicht bij kan komen omdat ik er ook een week geweest ben.

maandag 22 november 2021

Tweemaal geloof en wetenschap

 In een leeskring bespraken we het boek  What are we doing here ? van Marilynne Robinson. Gelijktijdig las ik ook de autobiografie van Werner Heisenberg (1901 - 1976): Der Teil und das Ganze, in het Engels vertaald onder de titel Physics and Beyond. In beide boeken komt het thema geloof en wetenschap aan de orde. Beide schrijvers zijn christen en vertellen hoe ze omgaan met die spannende combinatie.

Marilynne Robinson is de auteur van de bekende romanserie over John Ames, een dominee op het platteland in Iowa. De serie bestaat uit de romans Gilead, Home, Lila, en Jack. Voor Gilead kreeg ze in 2005 de Pulitzer Prize for Fiction.

Ze heeft ook meerdere essaybundels gepubliceerd en "What are we doing here ?" is haar meest recente. Marilynne Robinson is een zelfbewuste nonconformist: ze is heel open over haar christelijke geloofsovertuiging en over hoe die ingekleurd wordt door het Amerikaanse puritanisme. Met grote waardering vertelt ze over de theoloog en filosoof Jonathan Edwards, de meest bekende en grootste denker uit het Amerikaanse Puritanisme. Ook Calvijn kan op haar warme belangstelling rekenen. Maar haar nonconformisme beperkt zich niet to haar geloofsovertuiging. Ze neemt ook stevige posities in over onderwerpen als geloof en wetenschap,  de menselijke humaniteit en de teloorgang ervan in de Westerse cultuur, en over het belang van schoonheid en verwondering.

Haar essays zijn pittige kost. Ze heeft een associatieve wijze van argumenteren. Daardoor slaat ze zijweggetjes in waardoor je je afvraagt waar het nu heen gaat, om dan plotseling weer terug te keren bij het onderwerp. Het loont de moeite om haar opstellen te lezen, te laten bezinken, en te herlezen. Ten aanzien van geloven en wetenschap gaat ze kritisch in gesprek met diverse wetenschapsfilosofische stromingen: het reductionisme, het positivisme, het evolutionisme. Ze is geen natuurwetenschapper maar taalkundige maar dat blijkt geen beletsel: het stelt haar in staat om vanuit verrassende premissen vragen te stellen. Uiterst zorgvuldig gaat ze om met woorden en hun betekenissen. Een voorbeeld: In het eerste deel "Faith" van het artikel "Considering the theological virtues" analyseert ze de betekenissen van "brains" en "mind" en "soul" en dat leidt tot een prachtige uitleg van de religieuze lading en waarde van de beide laatste begrippen.

Robinson heeft een breed overzicht van allerlei wetenschappelijke ontwikkelingen. Zonder dat ze de details van de verschillende disciplines beheerst weet ze voortdurend scherpe vragen over vooronderstellingen en uitgangspunten  te stellen. Het gaat haar er om menselijke waardigheid en betrokkenheid op God niet verloren te laten gaan door een doorgeslagen rationaliteit.

De autobiografie van Werner Heisenberg (1931 - 1976) is heel anders van opzet. Hij vertelt op toegankelijke wijze over zijn bijdragen aan de ontwikkeling van de quantummechanica in de eerste helft van de vorige eeuw. Die leverden hem al in 1932 de Nobelprijs voorde natuurkunde op. De compositie van het boek is opvallend: in elk hoofdstuk vertelt hij over een levensperiode. De ontwikkelingen in de quantummechanica staan steeds centraal, afgewisseld met anecdotes over zijn dagelijkse leven. Er staan geen formules in het boek. Daardoor geeft het boek geen inzicht in de mathematische structuur van de quantummechanica. Heisenberg besteedt veel aandacht aan de wetenschapsfilosofische vraagstukken waar de fysici toen mee worstelden. Hij weet daar bijzonder boeiend over te vertellen. Door de gesprekken in dialoogvorm weer te geven en te vertellen waar en met wie en in welke omstandigheden die plaatsvonden is het alsof je bij hen aan tafel schuift: Einstein en Bohr, Dirac, Schrödinger.

Een thema dat regelmatig terugkomt is de aard van het experimenteren en de veranderde verhouding tussen de geobserveerde wereld en de experimentator. In de klassieke natuurkunde is de experimentator een objectieve en onafhankelijke waarnemer, in de atoomfysica is dat niet langer het geval. De daar van toepassing zijnde wetten van de quantummechanica vereisen een subtieler verstaan van die relatie: de experimentator gaat door het meten deel uitmaken van de geobserveerde wereld van elementaire deeltjes.

De worsteling om alle nieuwe inzichten te duiden is een rode draad in het boek. Heisenberg vertelt hoe hij als 24-jarige fysicus met zware hooikoorts naar het winderige eiland Helgoland in de Noordzee vertrekt om daar te genezen. Hij werkt er verder aan zijn baanbrekende artikel over quantumsprongen tussen energieniveaus, het begin van de matrix mechanica. Om drie uur 's nachts heeft hij een aantal cruciale berekeningen uitgevoerd die zijn vermoedens bevestigen. Hij is geschokt, verrukt, haast duizelig van de geordende mathematische structuren die hij in de atoomfysica heeft ontdekt. Van slapen komt het niet meer. Hij wandelt naar de rotsachtige kust en kijkt naar de opkomende zon.... Dit wordt het begin van een stormachtige ontwikkeling in de moderne natuurkunde.

Heisenberg en de andere fysici spraken veel over de betekenis van de nieuwe ontdekkingen. Die bezinning beperkte zich niet tot bijstelling van natuurkundige grondbeginselen. Ze spraken ook over zingeving, de rol van wetenschappers in de samenleving, en over religie. Heisenberg was Luthers opgevoed en heeft zijn christelijke geloof altijd vastgehouden. Marilynne Robinson is heel duidelijk over de inkleuring van haar geloof: ze weet zich verbonden met het Amerikaanse Puritanisme. Heisenberg vertelt weinig over zijn persoonlijke geloofspraktijk. Hij denkt na over de verhouding van natuurwetenschap en religie en vertelt waar hij staat. Zijn meest uitgesproken gedachten over religie staan in de hoofdstukken 7 en 17 van Der Teil und das Ganze. Daarnaast heeft hij ook in zijn rede Naturwissenschaftliche und religiöse Wahrheit zijn inzichten gedeeld.

Heisenberg is van mening dat natuurwetenschap en religie naast elkaar kunnen bestaan en dat elk een waarheidsaspect van de werkelijkheid vertegenwoordigt. De natuurwetenschap geeft ons inzicht in Das Teil, het elementaire deeltje, en alles wat we daarachter nog zullen ontdekken. De religie draagt en verankert ons als menselijke gemeenschap in Das Ganze:  het zinvolle verband dat ons een ethiek geeft waarnaar we ons leven kunnen richten. Heisenberg is geen scherpslijper en geeft geen antwoorden op de moeilijke vragen rond bijvoorbeeld religieuze waarheid en de wereldgodsdiensten. Hij merkt op dat hij in een christelijke cultuur geboren is en nooit redenen heeft gezien om dat te beschouwen als een toevalligheid. Hij neemt geen afscheid van God. Heisenberg is een begaafd pianist geweest. Bij hem vormen geloven, musiceren, poëzie, en natuurwetenschap een harmonieuze eenheid.

donderdag 18 november 2021

Bakken: klassieke cake

 Een ver weggezakte hobby lijkt weer tot leven te komen: lekkere dingen bakken in de oven ! Als tiener werkte ik op de zaterdagen als klusjesjongen in de bakkerij van de familie Frentz in Emst: Broodbussen smeren, bolletjes inpakken, de winkel bijvullen. Ik zag hoe het allemaal gebeurde: gebak maken, brood bakken, het bewaken van het rijzen en het nauwkeurig instellen van de oven. En dan de geuren, van vers appelgebak, of krentenbrood ! Zoiets vergeet je nooit meer.

Ik ben begonnen met een klassieke cake: één van de meest eenvoudige baksels. Mijn eerste poging was geen groot succes: de cake was niet gerezen en de oventemperatuur was veel te hoog geweest waardoor de cake zwarte randen had gekregen.

Bij mijn tweede poging heb ik de goede raad van bakker Cees Holtkamp opgevolgd. Hij bakt van allerlei lekkere dingen met zijn kleindochter Stella en doet daar verslag van in een amusant YouTube kanaal, zie onderaan. Mijn beginnersfouten de eerste keer:

  • Eieren en boter regelrecht uit de koelkast in de beslagkom. Maar ze moeten op kamertemperatuur zijn. Ik heb ze de tweede keer dus de avond van tevoren uit de koelkast gehaald 
  • Geen bakpoeder. Dan gaat de cake niet rijzen. Toegevoegd de tweede keer 
  • Ken uw oven..... De tweede keer heb ik de ovenstand op 140 graden Celsius en die na 20 minuten teruggedraaid naar 120 graden. De oven lijkt warmer te worden dan de ingestelde temperatuur. Ik ga op jacht naar een oventhermometer

Het beslag zag er nu prima uit. Bakken maar !

 En na 40 minuten in een toch nog te warme oven was dit het resultaat: 

 Een klein beetje ingezakt, en iets te donker. De volgende keer iets minder bloem en de oven nog lager instellen  zodat de cake rustig kan garen. De smaak was uitstekend. Bedankt voor de nuttige tips, Cees Holtkamp !


 


dinsdag 12 oktober 2021

Shtisel (tv-serie, Netflix)

 Dit is iets bijzonders ! Ik verwachtte een wat moeizame serie over het leven van ultra-orthodoxe Joden. Al na enkele afleveringen was ik verkocht. Mocht je het een soap willen noemen dan heb je enig recht van spreken: het gaat over het alledaagse leven, de liefde, en de tegenslagen. Toch sla je de plank mis en dat komt door de tegendraadse omgeving: Wat zijn dit voor mensen, die nauwgezet allerlei  religieuze regels in acht nemen, vreemde kleding dragen, en overal God bij halen ? De gemiddelde Nederlands kijker zal geen snars begrijpen van deze cultuur. 


 Maar dan: deze mensen leven net zo intens als wij, verlangen naar de ware liefde, worden onder gewalst door de tegenslagen van het leven, maken ruzie, en verzoenen zich weer. En het wordt zo intens en natuurlijk gespeeld. Ik ken weinig series die zo'n bezieling en emotionele kracht hebben als Shtisel.

Alles draait om de Rabbi Shulem Shtisel en zijn familie: kinderen en kleinkinderen. Ze wonen in Geula in het centrum van Jeruzalem, samen met vele andere zgn. harediem Joden. Ze streven naar een strikte naleving van de geboden in de Torah. De mannen dragen zwarte kleding en hebben de bekende pijpenkrullen, de vrouwen dragen een pruik zodra ze gehuwd zijn. De studie van de Torah speelt een allesoverheersende rol en de toepassing daarvan kleurt het alledaagse leven in alle details.

Het is verrassend om te zien hoe in dat overgereguleerde bestaan zonder veel vrijheid deze Joden hun leven leven. Rabbi Shulem regeert met harde en rechtvaardige hand de yeshiva waar de jonge jongens hun eerste Torah onderwijs krijgen. Hij is weduwnaar geworden en is op zoek naar een nieuwe vrouw. Zijn jongste zoon Akiva ("Kive") geeft er ook les maar is liever bezig met tekenen en schilderen. Zijn vader verafschuwt dat en stelt alles in het werk om Akiva daarvan te weerhouden. Rabbi Shulem heeft nog andere volwassen kinderen, met gezinnen. Daar is ook van alles aan de hand: een weggelopen man en dus een huwelijk dat op springen staat, een andere zoon die eigenlijk zanger had willen worden. En dan is er de oude moeder van Rabbi Shulem. Ze zit in een verzorgingshuis en ze is een goudeerlijke mengeling van (groot)moederlijke liefde en menselijke zwakheid: ze raakt verslaafd aan tv-kijken en dat is not done.

De serie neemt ons mee in dat zo boeiende aparte leven van de Shtisels. En dat gebeurt heel knap: de dialogen zijn enerzijds sterk ingekleurd door religieuze taal: dankzeggingen, zegeningen, liederen. Maar ook zijn ze scherp, rijk aan emoties, boordevol zeggingskracht. Het verhaal wordt steeds compact verteld, er worden weinig verklarende beelden gebruikt. Vaak moet je de afloop van een voorval destilleren uit een korte scene en vallen stukjes van de puzzel in een volgende aflevering weer op hun plaats. 

De recensies zijn unaniem lovend en zeer positief. Hoe kan een serie met zo'n religieuze context zo hoog scoren ? Is dat "ondanks" of "mede dankzij" de respectvolle weergave van de Joodse ultra-orthodoxie ? Ik vind het overtuigend dat hun religieuze cultuur niet alleen maar buitenkant is. Het geloof van de Shtisels is de bezieling van hun doen en laten. Het is er, in hun grote momenten maar ook wanneer ze jammerlijk falen. Dat maakt ze echt: geloven komt opeens dichtbij je als kijker, als het gaat over vergeving, verzoening, verlies, vreugde en hoe de Shtisels daarin de hand van God ervaren.


woensdag 5 mei 2021

Quo Vadis, boer ?

Eind maart publiceerde "een brede coalitie van boeren, natuurorganisaties, wetenschappers, ontwerpers en bestuurders" onder leiding van oud-landbouwminister Cees Veerman de oproep Samen werken aan regie op ruimte, een visiedocument waarin een perspectief wordt uitgewerkt voor de agrarische sector. Dat zo'n visie noodzakelijk is wordt door niemand betwijfeld. Het paradigma zoveel mogelijk voedsel van hoge kwaliteit en tegen zo laag mogelijke kosten bepaalt al tientallen jaren de inrichting en de dynamiek van de agrarische sector. Er zijn grote successen mee geboekt: Ons voedselpakket is relatief goedkoop en van uitstekende kwaliteit. We zijn in staat om onze agrarische producten wereldwijd te vermarkten. Onze boeren zijn innovatief en Wageningen University & Research is een wereldwijd toonaangevend kennis-instituut.

 

Maar de schaduwkanten van ons agrarische productiesysteem nemen dreigende vormen aan. Onze natuurlijke leefomgeving loopt gevaar door de stikstofcrisis, en verlies aan biodiversiteit. De CO2-productie in de veeteelt verergert de klimaatcrisis. De publieke opinie keert zich meer en meer tegen dit productiesysteem. Maar tegelijkertijd wil de winkelende burger niet meer betalen voor eerlijk geprijsd voedsel waarin de diverse milieukosten zijn verrekend. En de overheid vertoont kortademigheid in wet- en regelgeving waardoor agrarisch investeren (bijvoorbeeld in schonere productie) een hachelijke zaak wordt.

Qua Vadis, boer, waar ga je heen ? De boer kan dat antwoord niet zelf bedenken, en hoeft dat ook niet te doen: een toekomstvisie voor de agrarische sector zal moeten worden ontwikkeld door meerdere partijen. Daarom was ik aangenaam verrast door het nieuws over het visiedocument van Cees Veerman c.s. Er zijn andere partijen in de agrarische sector die ook een visiedocument hebben opgesteld. Ik heb er enkele van gelezen namelijk de Grondvisie van LTO en Stip-2030 van Agractie.

Het visiedocument van Cees Veerman c.s. heeft een briefhoofd Aanbevelingen aan het nieuwe kabinet. Daarmee is de toon gezet. Dit is een bestuurlijke visie waarin om visie, regie en middelen wordt gevraagd aan het nog te vormen nieuwe kabinet. Bouwstenen voor die visie worden aangedragen in dit plan. Het is nadrukkelijk een doelenbeleid waarin strategische mijlpalen worden uitgezet en waarbij de tactische invulling van "hoe en waarmee" wordt overgedragen aan de sector zelf. Maatregelen die de regering snel in gang kan zetten zijn (citaat):

  1. Een integrale gebiedsgerichte lange termijn aanpak binnen ruimtelijke kaders die zijn afgeleid van de hierboven genoemde wettelijk vastgelegde lange termijn doelen; 
  2. een Stikstoffonds met financiële middelen vanuit overheid en bedrijfsleven voor doelgerichte maatregelen vooral in die gebieden waar de belasting van Natura 2000-gebieden het grootst is; 
  3. een Grondbank waarmee grond kan worden aangekocht, afgewaardeerd of geruild, zodat bedrijven kunnen extensiveren; 
  4. een krediet- en garantieregeling om boeren te ondersteunen bij de financiering van de omslag naar duurzame landbouw (bijv. via een Borgstellingsfonds); 
  5. een systeem van waardering, beloningen en heffingen naar rato van de bijdrage van boeren, landeigenaren en ketenspelers aan genoemde doelen. O.a. ondersteund door een digitaal dashboard waarmee boeren via een KPI-systematiek (Kritische Prestatie Indicatoren) aanspraken op beloning voor geleverde prestaties kunnen onderbouwen; 
  6. beloningen en heffingen om de verduurzaming van de consumptie te stimuleren, bijvoorbeeld door belastingen te verschuiven van arbeid naar consumptie door daarin ook de milieu- en gezondheidseffecten mee te wegen
Aan de regering wordt gevraagd om in het eerste jaar van de nieuwe regeerperiode aan de hand van dit plan en andere visiedocumenten een maatschappelijk breed gedragen lange termijn akkoord te laten maken door een brede coalitie van de spelers in de agrarische sector. In het visiedocument van Cees Veerman c.s. wordt een tijdhorizon van 20 jaar genoemd met jaarlijkse kosten van 1,5 - 2 miljard euro.

Dit is een ambitieus plan maar wel gebaseerd op realistische risico-afwegingen. En daarmee is het dus ook een noodzakelijk plan.
Er zijn bedreigingen te noemen: Het wordt volledig afhankelijk gemaakt van de visie en de daadkracht van de nieuwe regering. Er mag gerust gesproken worden van een Deltaplan voor de agrarische sector. Hebben we nog politieke leiders met lef en lange adem die dit aandurven ?  Daarnaast is het creëren van een breed draagvlak veel lastiger dan in de jaren 60-70 toen het Deltaplan in volle gang was. We zijn als samenleving veel gefragmenteerder en egoïstischer geworden.

Laten we eens gaan kijken wat LTO voorstelt in haar Grondvisie 2021. Opnieuw wordt de toon gezet in de titel: Geef boeren en tuinders de ruimte om markt, klimaat en biodiversiteit te bedienen. De regie ligt nu bij de boeren en de tuinders zelf. Zij hebben ruimte nodig en kunnen dan werken aan dezelfde doelen als in het plan Cees Veerman.
LTO begint meteen met het bestrijden van een tactische keus: de scheiding van de groene ruimte in natuurlijke en in agrarische functies, ook wel bekend als "zonering". Volgens LTO zijn boeren en tuinders heel goed in staat om verantwoorde agrarische productie te combineren met zorg voor het landschap en het leefmilieu.
Daar is dan wel mèèr landbouwgrond voor nodig, en niet minder. Mogelijkheden voor landwinning in de Noordzee dienen te worden onderzocht en landbouwgronden opofferen aan zonneparken, stedelijke gebiedsuitbreiding of "grijze datacenter dozen" is uit den boze. De argumenten voor "meer land, niet minder" vind ik niet zo sterk. LTO wijst erop dat minder landbouwgrond hier leidt tot meer landbouwgrond elders omdat daar minder efficiënt wordt gewerkt. Dat kan niet de bedoeling zijn. Daarnaast is er wel wettelijk geregelde natuurcompensatie (verloren gegane natuurgronden moet elders worden gecompenseerd) maar er is geen compensatie voor verloren gegane landbouwgronden. Hoe waar en schrijnend dit ook is, de fundamentelere vragen over ons productiesysteem en de houdbaarheid ervan komen niet aan de orde.
Dezelfde benaderingswijze kom ik tegen bij het onderwerp "zonering". LTO keert zich daar tegen omdat hoge productiviteitsbedrijven die buiten de aangewezen agrarische gebieden komen te liggen in hun bedrijfsvoering zullen worden belemmerd. Wellicht, maar opnieuw is er geen opening voor een strategisch gesprek over de inpassing van de hoge productiviteitsbedrijven in een totaalaanpak voor de agrarische sector. De boeren en de tuinders lossen dat zelf wel op, als ze maar de ruimte krijgen.
LTO pleit als alternatief voor zonering voor "vrijwillig meervoudig grondgebruik". Nu komt LTO met voorbeelden die gelukkig aansluiting bieden met de diverse agrarische werkvormen in het plan Veeman, variërend van hoge productiebedrijven tot door de overheid betaalde groen-blauwe diensten.
Ook LTO vraagt de regering om een financiële injectie. Het gaat nu om een "substantiële structuurimpuls" van enkele miljarden ten behoeven van investeringen in herverkaveling. Dat is opnieuw een tactische keus voor een afgebakend middel maar geen langetermijnvisie met bijbehorende kosten.
LTO neemt nadrukkelijk afstand van een sturende overheid en daarmee van het plan Veerman:
Belangrijker dan het formeel benoemen van een minister of commissaris lijkt de keuze voor de hier geschetste beleidsdoelen en vooral voor een vooraanstaande rol daarbij van de mensen en bedrijven in de regio’s. 
Toch eindigt de Grondvisie met een in mijn ogen raadselachtige maar wel hoopgevende slotzin. Ondanks het vurige pleidooi voor de vrije boer en tuinder die de problemen gaan oplossen als je ze de ruimte geeft, en de voelbare afkeer van overheidsinterventie volgt dan deze regel:
De kracht van de overheid komt op alle niveaus het beste tot uitdrukking en is ook het meest onvervangbaar in het aangeven van de gewenste richting en het stellen van kaders. Vervolgens kan de overheid de activiteiten van burgers en bedrijven in die richting mogelijk maken en ondersteunen. Daarbij is welbegrepen eigenbelang van die regionale en lokale partijen een welkome drijvende kracht. Neem die kracht als uitgangspunt voor de realisatie van het beleid in provincies en regio’s.
Dit is precies de boodschap van het plan Veerman aan de regering: geef richting, stel kaders, en ga je als overheid niet bemoeien met de invulling.
 
Dan tot slot Agractie, ontstaan als organisator van het historische boerenprotest van 1 oktober 2019. Het visiedocument van Agractis: Stip-2030, doet evenals het plan Veerman aanbevelingen aan de politiek. De toonzetting is helder en enthousiasmerend. bijvoorbeeld in deze korte oproep aan het begin:
Agractie Nederland doet aanbevelingen aan de politiek en stelt een aantal doelen richting 2030. Agractie stelt ondernemerschap van boeren hierin centraal.Door te sturen op doelen, zal de agrarische sector vitaler worden en meer slagkracht krijgen.We hopen dat deze doelen bijdragen aan een eenduidig beleid, waar de Nederlandse boer op kan bouwen, zonder dat gestelde regelgeving keer op keer verandert. We begrijpen dat sommige punten niet van de ene op de andere dag gerealiseerd zijn. Dat is voor ons echter geen reden om er niet aan te beginnen. We roepen de politiek, maatschappelijke en belangenorganisaties, en alle betrokkenen op samen dit perspectief voor de boeren van Nederland te realiseren!
 
Stip-30 kiest voor een economische insteek en begint dus met het verdienmodel voor de boer. De drie bedrijfsstrategieën van Porter worden als uitgangspunt genomen:
  • produceren tegen zo laag mogelijke kostprijs
  • produceren voor een specifieke groep klanten
  • onderscheidend vermogen op het product genereren

Elke strategie vind je terug in de agrarische sector. Een deel van de boeren zit "stuck in the middle" doordat ze geen keus hebben gemaakt. Kijkend naar de markt zie we een lastige positie voor de Nederlandse boer: we produceren voor de EU maar hebben te maken met strenge nationale regelgeving, ook wel aangeduid met "het beste jongetje van de klas willen zijn".

Op basis van deze observaties komt Agractis tot een aantal concrete voorstellen. Sommige staan ook in het plan veerman en/of de Grondvisie van LTO:

  • Organiseer nationale en Noordwest Europese afzet zoveel mogelijk in traceerbare ketens tussen boer en eindafnemer,vraag gestuurd
  • Stuur op een geldigheidsduur van regels voor tenminste tien jaar
  • Creëer een Agrarische Hoofdstructuur en hanteer daar alleen de basisregels, zoals die in de EU gelden.
  • Laat gezinsbedrijven kiezen voor een Basisvergoeding en verbind daaraan maatschappelijke doelen, bovenop de basisregels zoals deze in de EU gelden.
  • Stel een Puntensysteem in als tussenvorm. Boeren die niet voor de basisvergoeding (kunnen of willen) kiezen, kunnen op basis van een (maatschappelijk) puntensysteem aan die zaken voldoen die bij hen passen en daarvoor punten verdienen.   
Afgezien van het eerste voorstel komen de andere voorstellen sterk overeen met voorstellen in het plan Veerman. Het organiseren van een Noordwest Europese afzetmarkt is verrassend te noemen, en politiek ingewikkeld: Het leidt uiteindelijk tot discussies over een tweedeling van de EU en dat is een lastig gesprek.
Stip-30 behandelt ook het thema "Ruimte".  Ten aanzien van de fysieke ruimte komen er bekende aanbevelingen voorbij zoals het creëren van nieuwe grond en het belang van een integrale aanpak van ruimtelijke ordening en landbouw. Stip-30 noemt daarnaast de milieugebruiksruimte en dan gaat het over de vele milieubesparende maatregelen en hun effecten op de agrarische bedrijfsvoering. Het huidige micromanagement hiervan zal moeten worden omgebogen naar langere termijn doelvoorschriften die meer perspectief bieden voor een stapsgewijze invulling door de sector zelf. Opnieuw enkele aanbevelingen:
  • Benoem een Landschapscommissaris onder een minister van Ruimtelijke Ordening
  • Investeer in een meetnetwerk in Nederland, waarbij gedetailleerd de milieu-impact geregistreerd en gemonitord wordt.
  • Maak gebruik van een natuurlijke krimp, door regelingen zó in te richten dat stoppers op een sociale manier kunnen stoppen en blijvers hierdoor meer perspectief krijgen
  • Neem vrijkomende gronden op in een substantiële Grondbank en stel deze beschikbaar voor landbouw met maatschappelijke doelen.
  • Bestem de tweede pijler van het GLB, aangevuld met nationale en Europese budgetten voor plattelandsontwikkeling, voor het instellen van een basisvergoeding voor agrarische bedrijven
  • Onderzoek de annexatie van land op water 
  • Onderzoek hoe de Nederlandse landbouw ten alle tijden gebruik kan maken van een zoetwatervoorziening,ook in droge en dus schaarse periodes.
  • Stel een landbouwstage in voor Kamerleden en verklein de afstand tussen ministerie en boerenpraktijk.
 Waar zijn we aangekomen na de bespreking van deze drie visiedocumenten ? Het heeft mij verrast hoeveel overlap er zit in de aangeboden plannen. Op inhoud beoordeeld is er alle reden voor deze drie partijen om zich gezamenlijk een week lang af te zonderen op een rustige en comfortabele plek met de intentie om de plannen in elkaar te schuiven.
Maar het is niet alleen de inhoud die er toe doet. Het gaat ook over een stijl van samenwerken, en daarin zijn er duidelijk twee stromingen: Het plan Veerman en Stip-30 geven aanbevelingen aan de regering, de Grondvisie van de LTO richt zich allereerst tot de boeren en de tuinders. De visiedocumenten zijn het oneens over de besturing van de agrarische transitie. En dan zitten we niet meer bij de inhoudelijkheid, maar bij vertrouwen in elkaar. Veel boeren en tuinders hebben het vertrouwen in de overheid verloren.
Dat maakt het hierboven genoemde voorstel uit het plan Veerman zo belangrijk: Aan de regering wordt gevraagd om in het eerste jaar van de nieuwe regeerperiode aan de hand van dit plan en andere visiedocumenten een maatschappelijk breed gedragen lange termijn akkoord te laten maken door een brede coalitie van de spelers in de agrarische sector.
Dit is echt stap 1 en als we daar niet uitkomen blijven we aan het modderen. 

zaterdag 24 april 2021

Boek: A promised land - Barack Obama (2020)

 Wat een gave autobiografie ! Ik heb altijd grote waardering gehad voor Barack Obama de president. Nu heb ik die ook voor de schrijver. Dit is geen opsomming van feiten en gebeurtenissen, dit is een getuigenis van iemand die vertelt over zijn idealen en dromen, over de lange en moeilijke weg om er invulling aan te geven, en over hoe je groeit in rijpheid in dat alles.

Ik gebruik het enigszins plechtstatige en archaïsche woord "getuigenis" om aan te duiden dat de boodschap in deze autobiografie diep van binnen komt en voorgeleefd wordt in zeer uitdagende omstandigheden. Het presidentschap legt een loden last op de drager van dat ambt. De verantwoordelijkheden zijn immens, de druk is er 24*7 zonder een tel te verminderen, en anders dan verwacht betekent het een opoffering van persoonlijke vrijheid en een bedreiging voor het geluk van dierbaren. Ga er maar aan staan !

Obama vertelt over zijn gelukkige jeugdjaren, zijn studie, en zijn politieke opmars naar het presidentschap. Hij wisselt dat heel knap af met zijn levensverhaal met zijn geliefde Michelle en hun twee dochters Malika en Sasha. Hij is behalve president ook een man die zielsveel van zijn vrouw en dochters houdt en er voor moet vechten om dat geluk in stand te houden omdat zijn aandacht steeds opgeëist wordt door zijn presidentiële taken.

Het boek geeft allerlei verrassende doorkijkjes naar het presidentschap en de mogelijkheden ervan. Obama maakt er geen geheim van dat hij met hart en ziel gelooft in de idealen van de Amerikaanse grondwet en de veerkracht van de Amerikaanse democratie. Zo zegt hij het in zijn inhuldigingsrede in 2009: We remain a young nation, but in the words of Scripture, the time has come to set aside childish things. The time has come to reaffirm our enduring spirit; to choose our better history; to carry forward that precious gift, that noble idea, passed on from generation to generation: the God-given promise that all are equal, all are free, and all deserve a chance to pursue their full measure of happiness.

De redevoeringen van Obama zijn parels van spreekkunst. Ik noem er enkele: De Yes we can toespraak uit 2008, de inhuldigingstoespraak uit 2009, en de wat mij betreft alles overtreffende  Grace toespraak in Charlotville uit 2015 waarin hij eindigt met het zingen van Amazing Grace. Lees hier een analyse van deze onthutsende en ontroerende toespraak. Obama maakt steeds op een emotioneel niveau contact met zijn gehoor. Hij weet de context waarin hij de rede uitspreekt te verbinden met zijn bredere politieke programma. Altijd roept hij zijn gehoor op te roepen om te blijven hopen, moed te vatten, en de verbinding met elkaar te zoeken. Hier lees je hoe dat werkt in zijn farewell speech.

Het presidentschap heeft een voortdurende aanval tot gevolg op de taakuitoefening, de besluiten, en het meest zware: op de persoon van de president en zijn dierbaren. Dat vereist een groot incasseringsvermogen dat steeds op volle toeren moet werken. Journalisten zijn altijd in de buurt en elk woord en elk gebaar wordt door politieke tegenstanders geplaatst in een vijandig frame. 

Een tweede aspect van het presidentschap is het totale verlies van vrijheid. Spontaniteit in het gezinsleven bestaat niet langer. Er zijn altijd bodyguards. Elk moment van ontspanning is gepland. Een plotseling idee voor een gezinsuitje in het weekend: dat gaat niet gebeuren. Het familieleven ligt onder een vergrootglas te kijk voor de hele natie. Wat een prestatie heeft Michelle Obama geleverd door zich op meerdere gebieden te ontwikkelen tot rolmodel zoals de hulp aan veteranen, en de beweeg en blijf gezond campagne.

Tot slot de impact van het presidentschap. Obama schrijft ergens dat het presidentschap voor een belangrijk deel bestaat uit het oplossen van de problemen die je voorganger achterlaat. Zijn droom om als president wezenlijke veranderingen in rechtvaardige wetgeving te verankeren heeft hij maar beperkt kunnen realiseren. De onverzoenlijke tegenstelling tussen Democraten en Republikeinen was er al ten tijde van Obama's presidentschap. Bipartisanship, het sluiten van compromissen over de beide partijlijnen heen, bleek niet te werken ondanks de voortdurende pogingen van Obama tot grassroot bipartisanship

Een tweede belemmering waar Obama voortdurend mee te maken had was het filibuster, een in Nederland onbekend vergadergereedschap dat al in de Romeinse senaat werd ingezet. Ook in de USA wordt het gebruikt door de meerderheidspartij. De alledaagse omschrijving van "filibusteren" is "talking a bill to death": letterlijk dagenlang spreektijd opeisen en gebruiken en daardoor het stemmen over wetgeving eindeloos uitstellen. Een stemming kan alleen afgedwongen worden door een 60 % meerderheid. Na enkele jaren al hadden de Republikeinen de meerderheid in de Senaat en in het Huis van Afgevaardigden herwonnen waardoor Obama zijn vernieuwingsplannen niet langer kon verankeren in wetgeving. Het enige machtsmiddel dat hij overhield was zijn presidentiële bevoegdheid maar elk presidentieel besluit kan door een volgende president op eenvoudige wijze teniet worden gedaan - anders dan bij wetgeving die langs het Congres moet.

Zevenhonderd bladzijden staan er in het eerste deel van de Obama autobiografie en ik zie reikhalzend uit naar deel twee. Een prachtige mix van hoe politiek en macht werken, hoe je trouw blijft aan je idealen, en hoe je zelfs een rijker mens kunt worden door voor die idealen te vechten.