woensdag 21 oktober 2020

Verhalen vertellen: Word by Heart

 Afgelopen donderdag heb ik meegedaan met het Word by Heart seminar van Bruce Kuhn. Ik had nog nooit eerder gehoord van deze methode van bijbelverhalen vertellen en Bruce Kuhn was voor mij een onbekende. Ik was nieuwsgierig naar de aanpak. Die bleek te zijn geïnspireerd door een Broadway productie St.Marks Gospel uit 1978. Tot de dag van vandaag, zie bijvoorbeeld deze productie, wordt de aanpak herhaald: een verteller vertelt het Evangelie van Markus alsof hij ooggetuige is en gebruikt daarbij de letterlijke tekst van het Evangelie. Eenvoudiger kan het niet. Maar dit is wel wat anders dan het parafraseren van de bijbeltekst zoals ik dat gewend ben !

 

Bruce Kuhn, een vriendelijk ogende senior met een volle grijze baard is onze docent. Hij houdt een inleidend praatje en vertelt dat dit seminar een kennismaking is met Word by Heart. En daarna gaan we aan de slag. We zijn met zijn veertienen en moeten in tweetallen gaan oefenen.  We gaan aan de slag met de gelijkenis van de overspelige vrouw en Bruce belooft ons plechtig dat we het verhaal aan het eind van de middag kunnen vertellen. Niet onze eigen parafrase maar de bijbeltekst dus, for sure ! Ik zie de gezichten om me heen betrekken en acht zelf de kans ook niet groot dat me dat gaat lukken.

We  doen een serie oefeningen die helpen om de tekst te memoriseren. Bruce hamert er op dat dat niet lukt door "te gaan stampen". We moeten als ooggetuigen luisteren en zien. De oefeningen beginnen met het elkaar voorlezen van de tekst, eerst in zijn geheel, en dan in zinsdelen, van vier lettergrepen. Ik ga daar wat vrijer mee om en maak zo kort mogelijke zinsdelen, met elk een actie. De luisteraar moet het zinsdeel nazeggen. Dat herhalen we enkele malen en steeds wijst Bruce op het belang van het vertellen-als-ooggetuige. We moeten het verhaal zien, onze eigen verbazing of blijdschap of verontwaardiging voelen en uitdrukken.

Weldra wordt het moeilijker: we moeten nu het verhaal uit het hoofd gaan vertellen, de ander helpt je verder als je het niet meer weet. Ik heb geprobeerd om het verhaal als een ketting van beelden in mijn hoofd te krijgen. Aan elke schakel van de ketting heb ik een voor mij belangrijke zegswijze of woordgroep verbonden die ik weer oproep bij het vertellen. Dat werkt wel: ik kan bij de eerste keer de helft van het verhaal terughalen en blijf daarbij dicht bij de tekst. 

We oefenen ook dit een aantal malen. Telkens maak ik de schakels van de ketting preciezer en verbind ze steviger. Het werkt echt: je kunt een tekst op deze wijze memoriseren. Aan het eind van het seminar kan bijna iedereen het verhaal op Word by Heart wijze vertellen. Dat vind ik heel mooi en bijzonder ! 

Bruce vertelt tot slot dat in het eerste kwartaal de volledige training gegeven wordt. Die is full time en dertien weken.... Na afloop heb je een voorstelling van zo'n vijf kwartier waarin je bijvoorbeeld het Markus of het Lukas Evangelie kunt vertellen. Maar zo'n lange training is geen haalbare kaart voor mij. En misschien ben ik ook wel te veel gehecht aan mijn parafraserende wijze van vertellen.

maandag 12 oktober 2020

Boek: De avond is ongemak - Marieke Lucas Rijneveld (2018)

 Wat vind ik dit een vreselijk boek ! Ondanks alle kwaliteiten. Want je wint niet zomaar de Internationale Booker Prize, en dat hebben Marieke Lukas Rijneveld en de vertaalster Michelle Hutchison dan toch maar voor elkaar gekregen. Er zijn twee selectierondes waarin een longlist en daarna een shortlist worden gekozen door een vijfhoofdige jury. Uit de shortlist wordt dan uiteindelijk de winnaar gekozen. Dit is als het winnen van de Tour de France of het winnen van het Wereldkampioenschap Schaatsen, niet meer en niet minder ! Zes jaar lang heeft Marieke Lukas Rijneveld aan deze roman gewerkt, met dit prachtige resultaat. Ook haar poëziebundels zijn beiden bekroond met de C.Buddingh prijs voor Kalfsvlies in 2015 en de Ida Gerhardt Poëzieprijs voor Fantoommerrie in 2019.

De avond is ongemak vertelt het verhaal van een tienjarig meisje die haar oudere broer Matthies verliest: hij zakt door het ijs bij het schaatsen en verdrinkt. Het gezin wordt in rouw gedompeld. Het gereformeerde geloof van de ouders geeft geen troost. De vader en de moeder gaan op in hun verdriet maar weten dat niet met elkaar of met hun kinderen te delen: een kil verzwijgen wordt groter en groter. Het meisje hult zich in een eigen wereld. Ze wil haar jas aanhouden en gaat zichzelf Jas noemen. Een vaste en vertrouwde mantel van bescherming. De sfeer thuis wordt depressiever en killer. De kinderen: de oudere broer Obbe, Jas, en het jongere zusje Hanna proberen staande te blijven in een gezinsleven dat boosaardiger en angstiger wordt. Jas leeft in een vreemde wereld waarin fantasie en werkelijkheid zich steeds meer vermengen tot een angstaanjagende mix van schuld, gemis, geloof, en wreedheid. Zo'n verhaal heeft geen prettig einde.....

Razend knap is het rouwproces van Jas weergegeven. De jury noemt dit als één van de redenen waarom de prijs toegekend is: nog nooit is zo intens over het rouwen van een kind verteld. Het is alsof Marieke Lukas Rijnders in het hoofd van Jas is gekropen en verslag doet van al die conflicterende emoties en gebeurtenissen. Als ze zelf uit haar roman voorleest is het ook net alsof het door een kind voorgelezen wordt: ze heeft een heel lichte en melodieuze, haast kinderlijke stem.

Wat door velen geroemd wordt is haar beeldend vermogen en haar poëtische taal. Op elke bladzij buitelen de metaforen over elkaar heen. Die overdaad is mij te veel.... maar veel ervan is wel razend knap. Het lijken kleine gedichten in het verhaal. Ze creëren ook een bijzonder effect: ze laten de lezer meekijken en pas op de plaats maken in een verhaal dat juist een hoog tempo heeft. Marieke Lukas Rijneveld dwingt je als lezer  om met haar mee te kijken. Naar dingen die je liever niet zou willen zien in die vreemde disfunctionele wereld van dit gezin.  

Desondanks: wat vind ik dit een vreselijk boek. Dat zit allereerst  in de religieuze kilte van het verhaal. Er wordt wel veel over het geloof geschreven, maar dat blijft veraf en onbezield. Misschien is "onbezield" wel het beste woord om te duiden wat ik dan precies mis. De Engelstalige jury noemt de religious language en de strict reformed family background, maar komt niet verder dan dat en de rol van het geloof blijft in hun beoordeling onderbelicht. VPRO-presentator Tim den Besten praat  uitgebreid over gender issues met Marieke, maar komt niet verder dan de vraag : "Geloof je nog in God ?" als ze het gaan hebben over godsdienst. Er lijkt geen antenne te zijn voor de diepere lagen van religieuze taal, het blijft allemaal aan de buitenkant hangen. Maar niet alleen de lezers blijven steken aan de religieuze oppervlakte. Marieke Lukas Rijnders schrijft net als Franca Treur en als Jan Wolkers, de schrijver die ze bewondert, over God: observerend, van buitenaf, zonder dat de eigen ziel in het geding lijkt te zijn. Voor wie dit niet goed weet te plaatsen: lees eens romans als Knielen op een bed violen van Jan Siebelink of Christus wordt weer gekruisigd van Nikos Kazantzakis. Dat is religieuze bezieling !

Ik heb moeite met de wreedheid en de goorheid in het boek. Die worden in alle details beschreven en zoals al eerder gezegd: je kunt geen andere kant op kijken. Ik vind dit onvolwassen en helaas karakteristiek voor deze tijd. Ik zie het ook in veel Netflix series: wreedheid wordt niet meer gesuggereerd maar visueel zoveel mogelijk geëxploiteerd. Er lijkt geen enkel besef te zijn van maathouden, en dat is ook één van mijn bezwaren tegen dit boek. We weten allemaal dat er verschrikkelijke dingen gebeuren maar het helpt niet wanneer je die in alle detail etaleert, hoe knap je dat ook doet. Ik zal het literaire werk van Marieke Lucas Rijneveld meer gaan waarderen wanneer ze "het verkennen van nieuwe perspectieven" en het "uitdagen tot vragen stellen" aanvult met de even waardevolle deugd van de gematigdheid. Misschien naast Jan Wolkers ook Aristoteles er nog eens op naslaan ?

woensdag 7 oktober 2020

We gaan het anders doen: economie voor de 21e eeuw

In 2017 schreef Kate Raworth Donut Economy, een wel heel bijzonder boek vind ik. Het is doordacht, professioneel, goed onderbouwd, en ook nog eens eindeloos uitdagend en idealistisch. Eerlijk gezegd had ik het liever Kerstkrans Economie genoemd. Waarom een plakkerige Amerikaanse koek gebruiken terwijl wij onze overheerlijke krokante kerstkrans hebben ? Voor de metafoor maakt het geen verschil want zowel donut als kerstkrans hebben een gat in het midden, en daar draait het om. Want daardoor kunnen we een bodem en een plafond onderscheiden.

De donut of de kerstkrans staat symbool voor het gebied van gewenst economisch handelen. Het leven voor aardbewoners wordt beter wanneer er meer mensen in de kerstkrans zitten. De binnenkant is het sociale fundament voor de samenleving. Wordt het minder dan verpaupert een gemeenschap. De buitenkant van de donut is het ecologische plafond. Daarbuiten putten we onze leefomgevingen en natuurlijke hulpbronnen uit.

Het sociale fundament wordt bepaald door twaalf basisbehoeften voor de mensheid. Deze zijn in 2015 door de Verenigde Naties vastgesteld en door 193 landen ondertekend: de sustainable development goals of SDG's. Deze SDG's zijn voorzien van concrete doelen die grotendeels in 2030 moeten zijn gerealiseerd. Denk hierbij aan doelen als het uitbannen van honger en armoede, goede gezondsheidszorg en toegankelijkheid van onderwijs, maar ook zaken als gelijke kansen voor mannen en vrouwen en veilige steden.

Donut

Het ecologisch plafond wordt gevormd door de planetary boundaries die in 2009 door een team van wetenschappers onder leiding van de Zweedse Johan Rockström zijn vastgesteld. Het gaat hier over belangrijke en globale duurzaamheidsthema's als de vermindering van CO2 uitstoot, de verzuring van de oceanen, en de klimaatsverandering:

De ambities die in de donut / kerstkrans worden getoond zijn zeer uitdagend. We lezen helaas dagelijks in de kranten hoe overheden falen in het nakomen van hun beloften. Maar Donut Economie gaat nog veel verder, dit was nog maar het begin. Want het grootste deel van het boek gaat over zeven mechanismen die nodig zijn om een economie in te richten waarmee de gestelde doelen gehaald kunnen woorden. En die zeven mechanismen zijn de doodsteek voor de huidige economische paradigma's:

  1. Verander de doelstelling. Het centraal stellen van de groei van het bbp (bruto binnenlands product) leidt tot een tunnelvisie op het economische handelen. In plaats daarvan moeten we de donut / kerstkrans centraal stellen omdat het welzijn van de aarde en haar bewoners dan op de eerste plaats staan in plaats van hebzucht en winstbejag
  2. Kijk naar het grote plaatje. De economie is niet een op zich zelf staande kringloop van goederen, geld, en arbeid, maar ingebed in een groter geheel waarin de natuurlijke omgeving en haar hulpbronnen (energie, water, grond) en de maatschappij en haar verbanden een even belangrijke rol spelen
  3. Stimuleer de menselijke natuur. In het huidige economische wereldbeeld is de mens een rationele beslisser met alwetende kennis van prijzen en markten. Deze benadering is losgezongen van de werkelijkheid. De mens is geen robot die op  basis van rekenregels besluiten neemt. Vaak vertoont de mens altruïstisch gedrag gericht op het welzijn van de sociale groep. In alle culturen worden op gezamenlijk welzijn gerichte waarden aangetroffen.
  4. Snap de systemen. Het huidige mechanistische evenwichtsdenken in de economie doet tekort aan de dynamiek en de complexiteit van sociale processen. Die dynamiek wordt gekarakteriseerd door allerlei terugkoppelingsmechanismen waar rekening mee gehouden moet gaan worden
  5. Richt je op herverdeling. De huidige verwachting dat economische groei nivellering als bijvangst heeft blijkt niet uit te komen. Het is van belang om een economie te ontwerpen die inherent gericht is op herverdeling van grond en kapitaal. 
  6. Creëer om te regenereren. Dat lijkt veel op het vertrouwde "zorg voor een circulaire economie" waarin goederen en energie niet worden verbruikt en daarna weggegooid, maar deel uitmaken van kringlopen die leiden tot hergebruik.
  7. Wees agnost als het om groei gaat. Dit is wellicht de lastigste want dit raakt aan diep ingesleten verwachtingen van de bestaande handelwijzen. Niet meer denken in termen van groei maar in termen van genoeg, van hergebruik, van herverdeling is nodig, op de universiteiten, in overheidsapparaten, bij regeringsleiders.

"Dream on, Kate Raworth !" is wellicht de eerste gedachte na het lezen van dit programma. Dit is zo ver voor de troepen uit gedacht, dit schudt aan zulke gevestigde machtsposities, dit gaat never nooit werken.  Ik ben gaan rondkijken op internet hoe het met de Donut Economie gaat na drie jaren. Wat er blijkt te gebeuren is eigenlijk heel vanzelfsprekend: ga evangeliseren, doe aan zending, want je hebt goed nieuws ! 

Dat is precies wat Kate Raworth aan het doen is: het verhaal vertellen en uitleggen, steeds weer opnieuw. Hier is ze te gast bij de Radboud Universiteit in Nijmegen en hier treedt ze op in Tegenlicht van de VPRO. In dit artikel in Vrij Nederland is te lezen hoe Amsterdam socialer en duurzamer wil worden. En als Amsterdam het kan, waarom zouden we het in de gemeente Epe dan ook niet kunnen, of in de Cleantech Regio ? Laatste voorbeeld: in de duurzame troonrede 2020 uitgesproken door Jan Jonker staan zeven adviezen die sterk verwant zijn met de Donut Economie. We hebben volhouders nodig, doordrammers met een lange adem !