woensdag 26 september 2018

Museum Singer Laren

Deze middag zijn H. en ik naar Singer Laren geweest om twee nieuwe exposities te bekijken: De laatste impressionisten en En plein air. Ik had enige moeite het museum aan de buitenkant te herkennen. Het is in 2017 aanzienlijk uitgebreid: er is een nieuwe vleugel bijgekomen met een theaterzaal, en ook is de tuin opnieuw ingericht en als beeldentuin vrij toegankelijk gemaakt voor het grote publiek. Je komt er via de hoofdingang en het museumcafé.


Beide exposities zijn zeer bij me in de smaak gevallen. De laatste impressionisten waren schilders die een realistische en intieme weergave van de werkelijkheid nastreefden. Ze schilderden in impressionistische stijl, gericht op het vastleggen van de impressie, dus met duidelijk te onderscheiden verfstrepen of stippen. Hun doel was om ook de intieme wereld achter de directe waarneming tot uitdrukking te brengen. Ik heb dus heel veel portretschilderijen gezien. Ook hebben ze veel landschappen geschilderd in naturalistische stijl, met veel aandacht voor detail en een rijk gevoel voor kleurgebruik.
Ik kende deze stijlgroep niet, namen als Henri le Sidaner, Gaston la Touche, en Henri Martin waren me onbekend.
Wat me opviel was dat lichtval heel anders gebruikt wordt dan mij vertrouwd is uit de schilderijen van Rembrandt, de koning van de licht- en schaduwwerking. Eigenlijk zie ik meestal een "egale  verlichting" van de voorstelling, en is niet te zien waar het licht vandaan komt.
Een tweede verrassing was dat deze schilderijen werden gemaakt in dezelfde periode als het Kubisme van Picasso, Gris, en Braque. Schilderstijlen volgen elkaar niet netjes op, maar bestaan tegelijkertijd. De ene stijl verdwijnt, de ander wint terrein.


En plein air - 100 jaar buiten schilderen is een expositie van tientallen landschapsschilderijen. Er zijn een flink aantal werken van Nederlandse meesters te zien: Jozef Israëls, Anton Mauve. De meeste zijn in een realistische stijl geschilderd. In de laatste zaal hangen een klein aantal landschappen met een meer expressionistische stijl.


Beide exposities bieden veel kijkplezier, met een realistische schilderstijl en rijk kleurgebruik. De schilderijen zijn toegankelijk voor interpretatie. Kortom: het is heel ontspannend om door deze beide exposities te wandelen en de schilderijen op je te laten inwerken

Als laatste ben ik door de beeldentuin gewandeld. Deze is vorig jaar opnieuw ontworpen door de  tuinarchitect Piet Oudolf. De tuin is compact, maar biedt toch een verrassende variatie van stijlen: strak-geometrische paden met bloemvakken gevuld met grassen en bloemen, en een gazon met slingerpaden. De kas die ooit in de tuin gestaan heeft is opnieuw gebouwd en biedt ruimte voor ontvangsten en recepties. En natuurlijk overal beelden, in verschillende stijlen. Een mooi glas kunstwerk is hieronder te zien.