zaterdag 8 februari 2014

De postcoderoos en Oene

Burgercollectieven krijgen korting op hun energiebelasting wanneer ze gezamenlijk duurzame energie produceren, zo staat te lezen in het vorig jaar gesloten Energieakkoord.
Het gaat om 7,5 cent per kWh. Eén van de voorwaarden is dat de deelnemende burgers in de postcoderoos wonen. De postcoderoos bestaat uit het 4-cijferige postcodegebied waarin zich de productiefaciliteit bevindt - het zonnedak of de windmolen - en de aangrenzende postcodegebieden. Wat betekent dat voor de werkgroep zonneparkEpe: wordt het nu aantrekkelijk om ergens in de gemeente een groot dak vol met zonnepanelen te leggen en gezamenlijk kosten en baten te delen ?
Ik heb de kaart er maar eens bijgepakt.
 
Postcoderoos met Epe als centrum
Het blijkt slimmer te zijn om als centraal postcodegebied het dorp Epe te nemen. Dan valt ook Heerde binnen de postcoderoos en is er dus een groot aantal burgers die kunnen deelnemen.
Het is niet mogelijk om de hele gemeente Epe te bestrijken met de postcoderoos. Wanneer Emst wordt gekozen als centrum valt Oene en een deel van Vaassen er buiten (Berkenoord). Wanneer Vaassen wordt gekozen als centrum valt Epe er buiten.
 
Laten we aannemen dat we ergens een groot dak of een niet gebruikt bouwperceel gaan vinden. Waar moeten we dan overal aan denken?  Hier Opgewekt heeft daar een goed dossier over opgebouwd. Ik haal er een aantal in mijn ogen belangrijke zaken uit.
  1. Er moet een coöperatie of een Vereniging van Eigenaren komen die economisch en juridisch eigenaar is van de productiemiddelen. Als leden komen alleen burgers in aanmerking, ondernemingen mogen niet deelnemen. Huurders kunnen deelnemen wanneer ze zelf hun energierekening betalen. Het economisch en juridisch eigenaarschap impliceert dat lease- of huurkoopconstructies niet in aanmerking komen voor de korting.
  2. De kosten van deelnemers zitten in het realiseren en exploiteren van de productievoorziening. Er moet worden geïnvesteerd in zonnepanelen en bijbehorende techniek, in een windmolen, of in een biogasinstallatie. Er zal onderhoud moeten worden gedaan en wellicht zijn er personeelskosten. De baten zitten in de verrekening van de korting op de energiebelasting. Die vindt plaats via het energiebedrijf van de leden van de coöperatie. Jaarlijks stuurt de coöperatie per lid een ledenverklaring naar het betrokken energiebedrijf waaruit blijkt hoeveel kWh groene energie geproduceerd is voor dat lid. Het energiebedrijf verrekent dan de korting. Hier schuilt een eerste addertje onder het gras: het energiebedrijf mag voor deze extra administratie kosten in rekening brengen.
  3. De opgewekte stroom zal worden terug geleverd aan een energiebedrijf. De coöperatie ontvangt daarvoor de afgesproken vergoeding. Daar wordt vooraf over onderhandeld. Momenteel wordt er veel goedkope stroom geleverd door o.a. Duitsland. De interconnectiviteit tussen de nationale stroomnetten wordt steeds meer uitgebreid, zodat er gemakkelijker met stroomoverschotten binnen Europa kan worden geschoven. Daardoor zal stroom goedkoper worden, en zullen lokale coöperaties dus minder voor hun lokale groene stroom krijgen.
  4. Voor de teruglevering van groene stroom is een aparte aansluiting verplicht. Netbeheerders staan vaak maar één aansluiting per WOZ-object toe. Er zal dus een geschikte constructie moeten worden bedacht, b.v. kadastrale splitsing, om de nieuwe aansluiting te kunnen realiseren.
  5. De overheid garandeert een geldigheidsduur van 10 jaar voor de korting op de energiebelasting. Er is dus geen zekerheid hoe de regeling er daarna uit zal zien. Dat is vervelend, want de investingen voor de productiemiddelen worden vaak over langere perioden afgeschreven.
  6. Een belangrijk bezwaar tegen deze regeling is de betaling ervan door de overheid. Die gaat namelijk inkomsten derven door de terugvallende inkomsten uit de energiebelasting. Dit gaat de overheid over enkele jaren compenseren door een minieme stijging van de energiebelasting in te voeren. Oftewel: alle burgers in Nederland gaan meebetalen aan de opwekking van groene energie.
Voor de liefhebbers: Sven Pluut heeft een gedetailleerde businesscase uitgewerkt voor een postcoderoos initiatief. Er is op gereageerd door professionals met een hart voor lokale initiatieven en er is een schat aan informatie te vinden.
Inmiddels vind ik de business case voor groene stroom initiatieven binnen de postcoderoos niet sterk meer. Het rendement is laag, er is geen toekomstvast scenario, en er zijn nogal wat financiële en administratieve onzekerheden.
Niet getreurd, er blijft genoeg over. Onze zonneparkEpe groep is druk bezig met plannen voor het voorjaar. Bewustwording,  lokale ondernemers die aanhaken, jullie horen er meer van.