maandag 11 april 2011

Voorjaarsretraite 2011

"Ga je nu al weer weg? Je bent er nog maar net....", zegt de gastenpater als ik zaterdagochtend afscheid neem. Inderdaad, een retraite van een paar dagen is zo voorbij.
Ik heb het goed gehad in Abdij Tongerlo. Het is lente, de zon schijnt uitbundig, en de pruimenbomen in de kloostertuin bloeien uitbundig. In de hoge abdijkerk is het  licht en stralend, en zoals altijd heel stil.



Mijn dag in het klooster begint om 6 uur 's ochtends met scheren en douchen, zodat ik om 6.45u fris in het koor van de abdijkerk ben voor het ochtendgebed. Dat duurt een uurtje, afhankelijk van de lengte van de psalmen van die dag. Ik probeer zoveel mogelijk mee te zingen en te buigen. Het laatste houdt me wakker, het eerste doordrenkt me met die oeroude psalmenteksten. Een vorm van bidden die ik me eigen probeer te maken door gewoon maar mee te doen en te blijven oefenen. Zo heb ik vroeger toch ook van alles geleerd ?

Na het ochtendgebed gaan de gasten ontbijten. In Tongerlo logeren de gasten niet in het Slot, zodat er zowel mannen als vrouwen welkom zijn. Tijdens de maaltijden hoeft er dus ook niet gezwegen te worden zoals dat het geval is bij de monniken in de refter. Die eten al luisterend naar de voorlezer hun boterhammetje, wij gasten hebben vaak gezellige tafelgesprekken.

In de ochtend neem ik op mijn kamer ruim de tijd voor de bijbellezing van die dag. Ik probeer in het klooster op allerlei manieren te luisteren: in de getijdendiensten, bij de persoonlijke lezing, of tijdens de gesprekken met de gastenpaters of de andere gasten. Want daar gaat het me om in het klooster: de tijd nemen om te luisteren, want Hij kan tot je spreken, op allerlei manieren.

Vaak ga ik 's ochtends ook studeren op het orgel in de abdijkerk. Daar geniet ik met volle teugen van. Het is een groot orgel met 4 klavieren waar je alle orgelliteratuur goed op spelen kunt. En of het nou zacht is of het volle werk, het klinkt fantastisch. Ik speel er veel Bach, mooiere muziek is er niet.

Om 11.30u is het tijd voor de Mis. We zitten dan niet in het koor maar gewoon in de kerk. Het is een sobere, stijlvolle viering, en bijna altijd zijn er naast de kloostergasten wel enkele dagjesmensen.
Aansluitend gebruiken we dan de warme maaltijd.

De middag gebruik ik voor de lichaamsbeweging. Ik maak een lange wandeling van enkele uren door de omgeving, er zijn legio wandelroutes rondom Tongerlo en Westerlo. Welbewust ga ik niet er ver op uit: ik ben nu even geen toerist. Al wandelend kan ik goed mediteren. Het is alsof het ritme van het lopen ruimte in het hoofd en het hart geeft.
De middag eindigt met het avondgebed, om 17.30u. Vaak zijn dan de nieuwe gasten gearriveerd die soms nog onwennig hun weg zoeken in de koorbanken en in de bundels met de teksten en liederen. De gastenpaters of de andere gasten helpen hen dan even.

Na het avondgebed is de broodmaaltijd, en daarna heb je de avond voor je. Er is geen achtuur-moment met koffie en journaal, en dat vind ik steeds weer onwennig. Wel is er een gasten-huiskamer waar je bij elkaar kunt komen en wat kunt drinken. Jazeker: ook een abdijbiertje, een Tongerlose tripel, niet te versmaden. Omdat het vastentijd is heb ik me deze keer bij vruchtensapjes gehouden, de gezelligheid lijdt daar niet onder.

Natuurlijk lees ik veel, met name 's avonds is daar ruim de tijd voor. Zo kom je weer eens vlot door een boek.
En ja: dan is een avond snel om, en vliegen de dagen voorbij. Bij een volgend retraiteverslag ga ik dieper in op sommige onderdelen van de retraite.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten