maandag 8 oktober 2018

Boek: De Trooster - Esther Gerritsen (2018)

Afgelopen zaterdag hebben we op onze halfjaarlijkse reünie De Trooster van Esther Gerritsen besproken. En om maar meteen de koe bij de horens te vatten: dit is een boek boordevol religie, christelijke religie, en het gaat over vriendschap en schuld.
Voor wie denkt: vast zo’n zware gereformeerde roman: Nee, helemaal niet. Esther Gerritsen komt uit een katholiek nest en het verhaal speelt in een abdij. Het is een mooie compacte roman, en ook de schrijfstijl is bondig. Haast elke zin doet er toe in dit verhaal.


De hoofdrol is weggelegd voor Jakob, de conciërge van een abdij met een retraitecentrum. Jakob hoort erbij, maar ook niet. Volgens de officiële kloosterregels bestaat hij niet, maar de broeders kennen hem en hij eet met hen mee in de refter. Hij doet de klusjes in en om het gebouw. Niet met vakmanschap en ook niet snel, maar wel zonder mopperen en altijd met resultaat. Jakob heeft een mismaakt gezicht met een mooie en een lelijke helft. Hij heeft zich er mee verzoend, maar is toch het liefst alleen.
Op zekere dag arriveert een nieuwe gast in de abdij: Henri Loman. Hij zet het leven van Jakob op de kop. Aanvankelijk stoort Jakob zich aan de praatzuchtige en charmante Henri. Henri was top ambtenaar, maar heeft ontslag gekregen. Hij wil in het klooster zichzelf opnieuw ontdekken.
De stuursheid van Jakob is precies wat Henri zoekt: geen meeprater, maar iemand die hem corrigeert en terechtwijst. Jakob wil Henri het liefst overlaten aan de gastenpater, maar dat wil Henri niet: "Jou moet ik hebben !"
Langzaam maar zeker begint Jakob sympathie voor Henri te krijgen. Hij beantwoordt geduldig de vragen over het geloof en hij voelt zich gewaardeerd wanneer Henri hem helpt met klussen. Stap voor stap vertelt Henri hem over zijn privé leven. Jakob raakt  er steeds meer van overtuigd dat hij Henri tot God moet brengen.
Maar dan gebeurt er iets vreselijks, dat de warme vriendschap tussen Jakob en Henri op scherp zet…..

Wat is Jakob levensecht, en steeds weer weet Esther Gerritsen dat met een enkele opmerking of een heel alledaagse situatie te beschrijven.
De dilemma's waar Jakob tegen aan loopt wanneer hij het geloof probeert uit te leggen aan Henri zijn me vertrouwd. Jakob probeert het eerst met "vertalen" en "aannemelijk maken",  maar hij komt daardoor bij bij het wat vrijzinnige geloof van zijn medebroeders terecht. En dat wil hij niet, want zijn geloof is ook "waar", ongeacht hoe anderen daar over denken. Daarom vraagt hij Henri om op de avond van Witte Donderdag met hem te waken, want Jezus wordt in die nacht in de steek gelaten door zijn eigen volgelingen.... Henri begrijpt het dan niet meer: "Ik dacht dat we die verhalen niet letterlijk hoeven te nemen ?"   
Er komen gedachten voor die me doen denken aan de dagboeken van Etty Hillesum: Je hebt ons nodig God, want zonder ons kun je niet bestaan.  Dat zijn geen standaard bewoordingen uit een catechismus of uit een confessie, en toch leg ik ze maar niet zo terzijde. Deze gedachten raken aan het mysterie van Gods liefde voor ons, ik lees ze als poëzie en dat is wat anders dan de geloofsleer.

Henri is uit heel ander hout gesneden:  een charmante en sociale, maar ook oppervlakkige en gemakzuchtige man. Hij kent niet de diepte van gevoelsleven die Jakob heeft. Hij is  naar de abdij gekomen om een nieuwe weg in te slaan, maar het Evangelie krijgt geen vaste grond in zijn bestaan, het verdort steeds weer.
"Ik ben bang voor die God van jou" zegt hij als Jakob hem op zijn zonde wijst. Ik ken geen eigentijdse roman waar het zo intens over zonde en schuld gaat, zonder in clichés te vervallen. De keukenscene is magistraal, zowel humoristisch als van een diepe ernst. Maar het moment spat uit elkaar als de broeders binnenkomen en Henri zich herpakt. "Ik was behoorlijk de weg kwijt gisteravond" zegt hij de volgende ochtend achteloos tegen Jakob.
Is er ook  dan ook vergeving in deze roman ? Dat is een goede vraag. Jakob blijft achter met de schuld van Henri. Maar Alicia dan ? Misschien is zij wel een beeld van de liefdevolle God Die vergeeft, eindeloos vergeeft, en ons onze zonden niet aanrekent.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten